2.De feiten
In conventie en reconventie
Tussen partijen staat het volgende vast:
- [B.V.] exploiteert een markt- en opinieonderzoekbureau. Zij is de Nederlandse vestiging van [GmbH & Co 1] , gevestigd in Duitsland, welk deel uitmaakt van de [groep] ;
- [naam] is op 1 februari 2009 in dienst getreden bij [B.V.] als verkoopleider Benelux;
- op 28 maart 2023 vindt een gesprek plaats tussen partijen, waarin wordt vastgesteld dat een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is en wordt afgesproken dat zij afspraken gaan maken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen. Op 26 april 2023 en 3 mei 2023 vinden vervolggesprekken plaats;
- op 9 mei 2023 plaatst [GmbH & Co 2] , de huidige werkgever van [naam] , een vacature online voor de remote uit te voeren functie “ [naam functie] ”;
- op 10 mei 2023, 15 mei 2023, 16 mei 2023 stuurt [naam] berichten aan medewerkers van [B.V.] , waaronder zijn leidinggevende, om tot een afronding van het dienstverband te komen;
- op 11 juni 2023 meldt [naam] zich arbeidsongeschikt;
- op 21 juni 2023 is er een telefoongesprek tussen partijen met betrekking tot de beëindiging van het dienstverband. Op 22 juni 2023 stuurt [naam] een e-mailbericht ter bevestiging van voornoemd gesprek en doet hij een voorstel voor de afronding van het dienstverband, waarbij als einddatum 1 september 2023 wordt genoemd;
- op 4 juli 2023, 6 juli 2023, 7 juli 2023 en 12 juli 2023 vraagt [naam] om een reactie op zijn eerdere e-mailbericht. In het e-mailbericht van 7 juli 2023 deelt hij mede dat hij in het weekend ook de algemeen directeur en president en CEO van de [groep] zal aanschrijven. Dit heeft hij op 9 juli 2023 gedaan;
- op 14 juli 2023 stuurt [B.V.] een concept van de vaststellingsovereenkomst aan [naam] . In de vaststellingsovereenkomst is (onder andere) opgenomen dat het dienstverband op 1 september 2023 eindigt;
- op 18 juli 2023 gaat [naam] akkoord met de vaststellingsovereenkomst zonder op- of aanmerkingen te hebben gemaakt;
- de arbeidsovereenkomst tussen partijen is met wederzijds goedvinden geëindigd op 1 september 2023 via de vaststellingsovereenkomst. In deze overeenkomst is onder andere opgenomen:
“(…)Article 3. Severance package
1.
In the event of termination on the Termination Date being with mutual consent, Employer shall, within one month after the Termination Date, pay the Employee a severance payment of EUR 33.006,16 gross (hereafter, “Severance Payment”). The Severance Payment is deemed to include any compensation to which the Employee may be entitled in relation to the Termination of his employment, including but not limited to any transition payment (transitievergeoding) as referred to in artikel 6:673 of the Civil Code. (…)
3.
Employee declares that at the time of signing this agreement, he has neither accepted a new employment elsewhere nor have a concrete prospect thereof. If it later becomes apparent that Employee already had another employment or a realistic prospect thereof at the time of signing this agreement, or if he has withheld relevant information in this regard, his right tot the severance payment referred to in Article 3.1 will be forfeited, while the other provisions of this agreement remain in effect. If the severance payment has already been paid, Employee is obliged to immediately repay the severance payment to Employer. (…)
Article 5. Future behavior and communication(...)
2. Parties shall base their acts in respect of each other on generally accepted standards (and continue to base their acts thereon) and shall refrain from issuing any negative communications about each other. This provision also applies to Employer’s affiliates. (…)”;
- op 27 september 2023 heeft [naam] navraag bij [B.V.] gedaan of de beëindigingsvergoeding nog die maand zou worden voldaan door [B.V.] ;
- op 29 september 2023 en 5 oktober 2023 heeft [naam] zijn voormalig leidinggevende en een andere medewerker van [B.V.] per e-mailbericht aangeschreven over de betaling van de in de vaststellingsovereenkomst opgenomen beëindigingsvergoeding en gesommeerd over te gaan tot betaling onder afgifte van een salarisspecificatie;
- [B.V.] heeft in die periode aan [naam] bericht dat zij niet tot betaling van de beëindigingsvergoeding overgaat in verband met het bepaalde in artikel 3 lid 3 van de vaststellingsovereenkomst;
- op 8 oktober 2023 vermeldt [naam] op LinkedIn: Typisch, Bezahlung wird durch UB nicht gemacht, und auch keine Antworten auf Telefonaten/E-Mails ….