ECLI:NL:RBZWB:2024:4719
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 24 augustus 2023 behandeld. Eiser had verzocht om een tweede toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW), maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het griffierecht van € 50,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden voldaan. Eiser had op 10 december 2023 beroep ingesteld en een verzoek tot betalingsonmacht ingediend, maar dit verzoek werd op 15 april 2024 afgewezen omdat de benodigde gegevens over inkomen en vermogen niet waren verstrekt.
Na de afwijzing ontving eiser op 16 april 2024 een nota voor het griffierecht, met de mededeling dat dit binnen vier weken moest worden betaald. Op 15 mei 2024 werd eiser herinnerd aan de betalingsverplichting, maar de aangetekende brief werd niet door eiser afgehaald. De rechtbank concludeert dat eiser het griffierecht niet tijdig heeft betaald en geen verontschuldiging heeft gegeven voor dit verzuim. Hierdoor blijft het bestreden besluit van het UWV in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.