Uitspraak
.[minderjarige] heeft op 7 maart 2024 met de rechter gesproken.
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
Uit de overgelegde jaarrekeningen en aangiften IB volgt dat de winst uit onderneming in 2021 € 14.583,= bedroeg en in 2022 € 29.583,=. De vrouw geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat de financiële stukken over 2023 nog niet gereed zijn. Zij stelt dat voor het bepalen van haar draagkracht gerekend moet worden met het gemiddelde over 2021 en 2022, zijnde € 22.083,= bruto per jaar aan winst uit onderneming.
De rechtbank houdt rekening met de van toepassing zijnde heffingskortingen (algemene heffingskorting, arbeidskorting) en de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Aan de hand van deze uitgangspunten becijfert de rechtbank het huidige NBI van de man op een bedrag ter hoogte van € 2.801,= per maand.
€ 233,=
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.