ECLI:NL:RBZWB:2024:4639

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
9 juli 2024
Zaaknummer
02/223051-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 10 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1989, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaren te verlengen, toegewezen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de diagnose van schizofrenie van de betrokkene, alsook op de risico's van recidive indien de tbs zou worden beëindigd. De deskundigen van de tbs-instelling hebben aangegeven dat de betrokkene nog aanzienlijke stappen moet zetten in zijn behandeling voordat hij veilig kan terugkeren in de maatschappij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds een ziekelijke stoornis heeft en dat het recidivegevaar aanwezig is. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een zorgmachtiging of een kortere verlenging, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaren moet worden verlengd, gezien de noodzaak voor verdere behandeling en de risico's die gepaard gaan met een eventuele beëindiging van de tbs.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/223051-19
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 10 juli 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1989 te [plaats] ( [land] )
verblijvende in FPK [tbs-instelling] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • de vordering van de officier van justitie van 24 mei 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaren;
  • de aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] (hierna: betrokkene);
  • het rapport van [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 13 mei 2023, waarin het advies van de instelling is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 24 juli 2020 is bewezen verklaard dat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft hierbij vastgesteld dat er sprake is van feiten als bedoeld in artikel 38e, eerste lid Sr. Betrokkene is vervolgens ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij niet strafbaar was. Aan hem is wel de maatregel van tbs met voorwaarden opgelegd.
Op 14 juni 2022 heeft de rechtbank de duur van de tbs verlengd met twee jaren. In dezelfde beslissing heeft de rechtbank de tbs met voorwaarden omgezet in een tbs met verpleging van overheidswege. Betrokkene is hiertegen in hoger beroep gegaan. Op 9 februari 2023 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de beslissing van de rechtbank bevestigd. Dit betekent dat betrokkene op dit moment een tbs met verpleging van overheidswege ondergaat.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 26 juni 2024 is de officier van justitie gehoord. Ook betrokkene en zijn raadsvrouw mr. B. van der Werf, advocaat te Breda, zijn gehoord. Tot slot is de deskundige [naam] gehoord. Zij is als regiebehandelaar en verpleegkundig specialist verbonden aan [tbs-instelling] en betrokken bij de behandeling van betrokkene.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling beschrijft dat betrokkene de diagnose schizofrenie heeft gekregen. Daarnaast is er sprake van matige stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis en heeft hij een belast verleden met trauma’s. Betrokkene krijgt het medicijn Cisordinol in depotvorm toegediend. Hierdoor is er een voorzichtige vooruitgang in de behandeling merkbaar. Toch geeft dit medicijn niet helemaal het gewenste effect om de psychoses onder controle te krijgen. De deskundigen overwegen om in overleg met betrokkene over te schakelen op Clozapine. In het advies is omschreven dat betrokkene nog behoorlijk wat stappen moet zetten om veilig te kunnen terugkeren in de maatschappij. Bij die stappen horen onderzoeken, behandelingen en therapieën en - zodra dat mogelijk is - begeleid verlof. Voor alle stappen is naar verwachting minstens twee jaar tijd nodig. De tbs-instelling beschrijft dat, als de tbs direct beëindigd wordt en betrokkene “uit zorg” zou raken, de kans op recidive van strafbare feiten zeer hoog is. Hierbij weegt mee dat de medicatie nog niet goed ingeregeld is, betrokkene nog altijd cannabis gebruikt, de onderliggende stoornissen nog onvoldoende zijn behandeld en er nog geen stappen richting onbegeleid of transmuraal verlof zijn gezet. De tbs-instelling adviseert de tbs daarom te verlengen met twee jaren.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan toegevoegd dat de aanvraag voor begeleid verlof intern na overleg is afgewezen. De deskundigen vonden de risico’s hiervoor nog te hoog. Zij hebben hierbij wel meerdere adviezen gegeven voor de behandeling die nodig zijn voordat er opnieuw intern een aanvraag voor begeleid verlof kan worden gedaan. Eén van die adviezen is het overschakelen naar Clozapine. Nu de aanvraag is afgewezen, is ook het behandelplan voor de komende periode aangepast. Volgens het aangepaste behandelplan zal worden gewerkt aan abstinentie van middelen en het in kaart brengen van trauma’s. Ook zullen intelligentietesten worden afgenomen en zal middelencontrole plaatsvinden. De behandelingen moeten plaatsvinden binnen een forensisch psychiatrische kliniek. De deskundige kan op dit moment niet inschatten of de behandeling op beveiligingsniveau 3 plaats moeten blijven vinden of dat er de komende periode reeds afgeschaald kan worden naar beveiligingsniveau 2. Deze inschatting zal bij een volgende verlofaanvraag opnieuw worden gemaakt.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaren te verlengen gebleven. Aan de vereisten voor de verlenging is voldaan en door de afwijzing van de aanvraag voor begeleid verlof zal de behandeling van betrokkene waarschijnlijk nog langer duren dan bij het indienen van de vordering werd verwacht.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij het niet eens is met de gestelde diagnose en dat hij moeite heeft met het stempel schizofrenie. Hij is van mening dat het feit dat hij zich niet kan identificeren, niet betekent dat er nog altijd sprake is van een psychose. Hij heeft toegezegd in gesprek te zullen gaan over het gebruik van Clozapine, maar ziet deze overstap vooralsnog niet zitten, gelet op de nadelige effecten van dit medicijn die hij bij andere patiënten ziet. Betrokkene ziet zichzelf niet als gevaarlijk.
De raadsvrouw heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen. Betrokkene is namelijk van mening dat de tbs-maatregel omgezet zou kunnen worden in een zorgmachtiging. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de tbs te verlengen met één jaar en daarbij te bepalen dat bij een volgende verlengingszitting er een rapport moet zijn van een onafhankelijke psychiater en psycholoog. Dit geeft betrokkene perspectief voor de toekomst. Daarnaast zouden de huidige rapporten van de onafhankelijke gedragsdeskundigen bij een verlenging met twee jaren bij een volgende zitting verouderd zijn en niet meer voldoen aan de juridische eisen.

6.Het oordeel van de rechtbank

Moet de tbs verlengd worden?
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Zoals betrokkene zelf ter zitting heeft gezegd, kunnen anderen niet in zijn hoofd kijken. Dat kan de rechtbank ook niet. De rechtbank moet dus op basis van het gedrag dat betrokkene laat zien en hetgeen deskundigen hierover zeggen beoordelen of hij nog een stoornis heeft.
In het advies van de tbs-instelling is omschreven dat er sprake is van ziekelijke stoornissen. Die stoornissen zijn eerder vastgesteld en zijn nog altijd aanwezig. Er is ook omschreven dat er gevaar zal ontstaan als de tbs van betrokkene nu beëindigd zou worden. De tbs-instelling heeft gedetailleerd beschreven waardoor dit gevaar zal ontstaan en wat er nog voor nodig is om te zorgen dat betrokkene veilig terug kan keren in de maatschappij. De rechtbank stelt vast dat de deskundigen hun advies uitgebreid hebben onderbouwd. De enkele stelling van betrokkene, dat hij geen psychoses heeft en geen gevaar vormt, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om de onderbouwing van de deskundigen te weerleggen.
Op basis van de door de deskundigen gegeven informatie is de rechtbank van oordeel dat het recidivegevaar nog altijd bestaat en dat dit voortkomt uit de stoornissen die bij betrokkene zijn vastgesteld. Om die reden dient de tbs te worden verlengd.
Hoelang moet de tbs verlengd worden?
De rechtbank stelt vast dat in het advies een uitgebreid plan is beschreven met alle stappen die betrokkene nog moeten zetten om veilig terug te keren in de maatschappij. Op basis van het schriftelijk advies was het niet te verwachten dat die stappen binnen één jaar konden worden gezet. Deze inschatting is verstevigd nu ter zitting is gebleken dat de aanvraag voor het begeleide verlof is afgewezen. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er op basis van het behandelplan geen reden bestaat om af te wijken van de gevorderde verlenging met twee jaren.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat er juridisch gezien geen aanleiding is om tussentijds rapporten op te laten maken door externe gedragsdeskundigen. Het vereiste voor het opmaken van dergelijke rapporten is gekoppeld aan de tbs met verpleging van overheidswege. Als de tbs nu wordt verlengd met twee jaren, zal de tbs met verpleging bij een volgende zitting in totaal vier jaar belopen. Wanneer er bij die volgende zitting rapporten van externe gedragsdeskundigen zijn, wordt aan de wettelijke vereisten voldaan.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene dient te worden verlengd met twee jaren.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met 2 (twee) jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.L.J. Martens, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en
mr. V. Hartman, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. van Eekelen en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 juli 2024.
Mr. Hartman is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.