In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eisers hebben ingesteld omdat de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening volgens hen niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 17 februari 2023 tegen het besluit van 9 januari 2023 betreffende het weigeren van (gedeeltelijke) openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eisers hebben op 17 februari 2023 een pro bezwaarschrift ingediend en op 22 maart 2023 een aanvullend bezwaarschrift. De minister had uiterlijk op 12 mei 2023 moeten beslissen, maar heeft dit niet gedaan. Na een hoorzitting op 26 juni 2023 en een aanvullend bezwaarschrift van eisers op 5 juli 2023, is de beslistermijn van de minister verstreken. Eisers hebben de minister op 19 september 2023 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank heeft bepaald dat de minister binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister het griffierecht van € 184,- en proceskosten van € 437,50 aan eisers vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en openbaar gemaakt op 30 januari 2024.