ECLI:NL:RBZWB:2024:4574
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een tijdelijke minicamping in strijd met het bestemmingsplan
Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 8 augustus 2023, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor het realiseren van een minicamping voor de duur van tien jaar. De rechtbank heeft het beroep op 7 juni 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres, de vertegenwoordiger van het college en de vergunninghouder aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder op 15 december 2022 een aanvraag heeft ingediend voor het aanleggen en exploiteren van een minicamping, ondanks dat deze aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Het college heeft de vergunning verleend op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 januari 2024 is vervangen door de Omgevingswet. De rechtbank oordeelt dat het oude recht van toepassing blijft, omdat de aanvraag voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet is ingediend.
In de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening heeft de rechtbank geconcludeerd dat het college voldoende heeft gemotiveerd dat de vergunning kan worden verleend. Eiseres heeft betoogd dat de vergunning in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en het beleid van de gemeente, maar de rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.