ECLI:NL:RBZWB:2024:4562

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
10645703 CV EXPL 23-2569
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van betalingsverplichting voor energielevering en jaarafrekening

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen H.O.D.N. [handelsnaam] (hierna: [eiseres in conventie]) en E&G TRADING WHOLESALE B.V., H.O.D.N. PRIKENERGIE (hierna: PrikEnergie). De procedure betreft een vordering van [eiseres in conventie] tot verklaring voor recht dat zij geen betalingsverplichting heeft ten opzichte van de factuur van PrikEnergie van 14 april 2023, die betrekking heeft op de levering van gas en elektriciteit van 13 januari 2022 tot 2 januari 2023. PrikEnergie heeft verweer gevoerd en vordert in reconventie betaling van de factuur.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiseres in conventie] had een overeenkomst met Discount Energie, die op 5 april 2022 failliet ging. PrikEnergie is door de Autoriteit Consument & Markt aangewezen om de levering van energie voort te zetten. De jaarafrekening van PrikEnergie is gebaseerd op geschatte meterstanden, omdat [eiseres in conventie] geen slimme meter heeft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de meterstanden die door Enexis zijn opgenomen op 2 januari 2023 niet worden betwist, maar dat er een geschil bestaat over de beginmeterstanden die PrikEnergie heeft gebruikt voor de afrekening.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat PrikEnergie recht heeft op betaling van de factuur, omdat de afrekening is gebaseerd op de door de netbeheerder geschatte meterstanden. De vordering van [eiseres in conventie] is afgewezen, en de vordering van PrikEnergie tot betaling van € 11.945,57 is toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [eiseres in conventie].

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10645703 \ CV EXPL 23-2569
Vonnis van 3 juli 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie] , H.O.D.N. [handelsnaam],
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie] ,
gemachtigde: De Rechtsagent B.V.,
tegen
E&G TRADING WHOLESALE B.V., H.O.D.N. PRIKENERGIE,
te Oosterhout,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: PrikEnergie,
gemachtigde: mr. M. van Loo.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 oktober 2023
- de akte van PrikEnergie met producties
- de mondelinge behandeling van 13 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de akte van [eiseres in conventie] van 13 maart 2024 met producties
- de akte van PrikEnergie van 8 mei 2024 met producties
- de akte van [eiseres in conventie] van 29 mei 2024.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen partijen is in 2022 een overeenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de levering van gas en elektriciteit op het [adres] te [plaats] . De netwerkbeheerder is Enexis. [eiseres in conventie] had daarvoor als energieleverancier Discount Energie. Discount Energie is op 5 april 2022 failliet verklaard. De Autoriteit Consument & Markt heeft bepaald dat PrikEnergie per 13 januari 2022 de levering van elektriciteit en gas aan consumenten diende voort te zetten.
2.2
PrikEnergie heeft aan [eiseres in conventie] elektriciteit en gas geleverd van 13 januari 2022 tot en met 2 januari 2023.
2.3
Op 2 januari 2023 heeft Enexis de meterstanden van de gasmeter en elektriciteitsmeter bij [eiseres in conventie] opgenomen.
2.4
Op 14 april 2023 heeft PrikEnergie een jaarafrekening met [kenmerk] gestuurd waarbij over de periode 13 januari 2022 tot 2 januari 2023 in rekening is gebracht:
Elektriciteit € 1.897,52
Gas € 11.684,23
Voorschotten - €1.633,76
Prijsplafond correctie elektriciteit - € 0,94
Prijsplafond correctie gas - € 2,47
Restant jaarafrekening € 11.945,57
2.5
PrikEnergie is bij het opstellen van de jaarafrekening voor de beginmeterstanden uitgegaan van de meterstanden zoals deze door Enexis voor Discount Energie zijn geschat. De woning van [eiseres in conventie] beschikt niet over een slimme meter, dat is een meter die op afstand kan worden uitgelezen.
2.6
[eiseres in conventie] heeft van 24 mei 2016 tot 26 april 2021 op haar eigen naam een contract gehad bij Engie. Vanaf 26 april 2021 heeft zij contracten afgesloten op haar eenmanszaak. De energieleveranciers hebben sinds 2016 de volgende meterstanden betrokken bij de afrekeningen:
Energieleverancier
en periode
Elektra
normaal
beginstand
Elektra
Normaal
eindstand
Elektra
dal
beginstand
Elektra
dal
eindstand
Gas
beginstand
Gas
eindstand
Engie
24-05-2016 –
30-07-2016
34887
35106
33977
34175
71827
71868
Engie
31-07-2016 –
30-07-2017
35106
36482
34175
35419
71868
72995
Engie
37-07-2017 –
02-08-2018
36482
37867
35419
36672
72995
74139
Engie
03-08-2018 –
03-07-2019
37867
39156
36672
37837
74139
75175
Engie
04-07-2019 –
03-07-2020
39156
40536
37837
39085
75175
76213
Engie
04-07-2020 –
25-04-2021
40536
41710
39085
40147
76213
77267
DiscountEnergie
26-04-2021 –
13-01-2022
41710
43325
40147
40334
77267
77852
PrikEnergie
13-01-2022 –
02-01-2023
43325
46508
40334
47189
77852
87774
Yebbo
01-01-2023 –
01-01-2024
46508
46508
47189
50043
87774
89088

3.Het geschil

in conventie
3.1
[eiseres in conventie] vordert - samengevat - voor recht te verklaren dat zij geen betalingsverplichting heeft ten opzichte van de factuur van 14 april 2023 van PrikEnergie, te verbieden dat het voorschotbedrag door PrikEnergie op basis van voornoemde factuur aangepast mag worden, te verbieden dat PrikEnergie buitengerechtelijke maatregelen mag nemen en veroordeling van PrikEnergie in de kosten van deze procedure.
3.2
PrikEnergie voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres in conventie] , met veroordeling van [eiseres in conventie] in de kosten van deze procedure.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4
PrikEnergie vordert - samengevat - veroordeling van [verweerster in reconventie] tot betaling van de factuur van 14 april 2023 van € 11.945,57, vermeerderd met rente en kosten.
3.5
[verweerster in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van PrikEnergie, met veroordeling van PrikEnergie in de kosten van deze procedure.
3.6
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Vanwege hun nauwe samenhang worden de vorderingen in conventie en in reconventie hieronder gezamenlijk behandeld.
4.2
In geschil is of [eiseres in conventie] de factuur van 14 april 2023 dient te betalen aan PrikEnergie. Deze factuur ziet op het verbruik van gas en elektra over de periode 13 januari 2022 tot en met 2 januari 2023. In conventie vordert [eiseres in conventie] een verklaring voor recht dat zij deze factuur niet dient te betalen en in reconventie vordert PrikEnergie betaling van deze factuur.
Meterstanden
4.3
De afrekening van PrikEnergie is mede gebaseerd op de meterstanden die Enexis heeft opgenomen op 2 januari 2023. De juistheid van de meterstanden van 2 januari 2023 wordt door [eiseres in conventie] niet betwist.
4.4
Partijen verschillen echter ten aanzien van de juistheid van de meterstanden die PrikEnergie als beginstanden heeft gebruikt voor haar afrekening. [eiseres in conventie] voert aan dat de door PrikEnergie betrokken beginstanden niet juist kunnen zijn, gelet op het verbruik dat zij steeds heeft gehad bij Engie. De afrekening van PrikEnergie is nu 10x zo hoog voor gas en 4x zo hoog voor elektra vergeleken met de jaren dat zij klant was bij Engie. [eiseres in conventie] stelt dat de door Engie gehanteerde meterstanden door haar telefonisch zijn doorgegeven en uit de afrekeningen van Engie afgeleid kan worden wat een normaal jaarverbruik voor [eiseres in conventie] is. Het verbruik van [eiseres in conventie] kan niet veroorzaakt zijn in de periode dat PrikEnergie energie leverde. Weliswaar heeft zij sinds 2021 een eenmanszaak aan huis, een drukkerij, maar dit is een kleinschalige drukkerij en zij bedrukt enkel af en toe producten. PrikEnergie heeft daartegen aangevoerd dat zij voor de beginmeterstand is uitgegaan van de meterstand die zij van Enexis door heeft gekregen. Dit betreft een geschatte stand waar [eiseres in conventie] bij Discount Energie een afrekening voor heeft gekregen. Volgens PrikEnergie zijn de door Engie gehanteerde meterstanden ook geschat waardoor er geen normaal gebruik uit de afrekeningen van Engie afgeleid kan worden. PrikEnergie voert verder aan dat de factuur over 2022 verklaard kan worden doordat ofwel het verbruik van [eiseres in conventie] sinds 2016 te laag is geschat en [eiseres in conventie] aldus jarenlang te weinig heeft betaald ofwel [eiseres in conventie] sinds april 2021 een eenmanszaak bestaande uit een drukkerij heeft op het adres waar PrikEnergie de energie levert waardoor zij een hoger verbruik heeft.
4.5
De kantonrechter stelt voorop dat energieleveranciers gehouden zijn om bij het opstellen van afrekeningen uit te gaan van de aan de energieleverancier door de netbeheerder opgegeven meterstanden. Dit betreffen door de klant/verbruiker aan de energieleverancier opgegeven meterstanden, dan wel door de netbeheerder opgenomen meterstanden of geschatte meterstanden. PrikEnergie is uitgegaan van een door de netbeheerder geschatte meterstand als beginmeterstand en [eiseres in conventie] heeft voor het geschatte verbruik ook een afrekening gekregen bij Discount Energie. Het feit dat deze meterstanden zijn geschat, maakt in beginsel niet dat PrikEnergie deze meterstanden niet mag betrekken in haar afrekening.
4.6
Het verweer dat de afrekening van PrikEnergie niet kan kloppen gelet op het verbruik van [eiseres in conventie] bij Engie wordt verworpen. Uit de door [eiseres in conventie] bij akte overgelegde afrekeningen van Engie volgt dat Engie bij het opstellen van de jaarafrekeningen na 31 juli 2016 steeds is uitgegaan van schattingen. Uit deze stukken volgt niet, zoals [eiseres in conventie] stelt, dat [eiseres in conventie] de meterstanden telefonisch heeft doorgegeven. Het is mogelijk dat, zoals PrikEnergie stelt, [eiseres in conventie] jarenlang een te laag voorschot heeft betaald. Indien dit het geval is, komen de gevolgen daarvan naar oordeel van de kantonrechter voor rekening en risico van [eiseres in conventie] . [eiseres in conventie] heeft namelijk erkend dat Engie heeft verzocht om de meterstanden door te geven, maar uit geen van de overgelegde stukken volgt dat [eiseres in conventie] dit ook heeft gedaan en dit wordt ook door PrikEnergie betwist. De enkele stelling van [eiseres in conventie] dat zij de meterstanden telefonisch heeft doorgegeven is zonder nadere toelichting met bijvoorbeeld een opgave van de datum waarop zij welke standen telefonisch heeft doorgegeven, onvoldoende om hiervan uit te gaan. Voor zover de geschatte meterstanden niet juist zijn geweest, had het bovendien op de weg van [eiseres in conventie] gelegen om de op de afrekeningen opgenomen meterstanden te controleren en bij eventuele onjuistheden contact op te nemen met Engie en (de curator van) Discount Energie. Gesteld, noch gebleken is dat [eiseres in conventie] op enig moment om correctie van de afrekeningen van Engie heeft verzocht.
4.7
[eiseres in conventie] voert verder nog aan dat PrikEnergie mogelijk betaald krijgt voor energie die door Discount Energie en Engie is geleverd, omdat het verbruik onmogelijk in de periode dat PrikEnergie leverancier was, kan zijn afgenomen. De kantonrechter overweegt dat niet uitgesloten kan worden dat het verbruik wel heeft plaatsgevonden in de periode dat PrikEnergie leverancier was. [eiseres in conventie] is namelijk haar drukkerij aan huis gestart in 2021. Dat de schattingen van Engie en Discount Energie (mogelijk) te laag zijn geweest, betekent echter niet dat PrikEnergie nu geen bedrag mag vorderen dat hoger is dan een bedrag dat overeenstemt met daadwerkelijk door PrikEnergie zelf geleverde energie. PrikEnergie heeft voldoende onderbouwd dat meterstanden normaal gesproken worden doorgegeven, of worden opgemeten, waarna het werkelijke verbruik kan worden opgemeten. Op basis van de door de klant doorgegeven meterstanden, door Enexis gedane metingen of schattingen, rekent de energieleverancier, waaronder PrikEnergie, af met Tennet. PrikEnergie heeft aldus moeten betalen voor het volume dat nu is opgenomen in de jaarrekening van [eiseres in conventie] en waarvan PrikEnergie betaling vordert. [eiseres in conventie] heeft dit niet met voldoende argumenten weersproken.
4.8
De kantonrechter is gelet op bovenstaande van oordeel dat PrikEnergie voor de afrekening van 2022 voor haar beginmeterstanden uit mag gaan van de eindmeterstanden zoals deze zijn geschat door de netbeheerder en zijn opgenomen in de afrekening van Discount Energie. Niet is komen vast te staan dat de door PrikEnergie opgestelde jaarafrekening onjuist is.
Verjaring
4.9
[eiseres in conventie] doet een beroep op verjaring en stelt dat de vordering opeisbaar is vanaf het moment van levering, waardoor de leveringen van voor 2018 verjaard zijn. PrikEnergie betwist dat van verjaring sprake is. De factuur aangaande de jaarafrekening is van 14 april 2023 en de factuur ziet op het geleverde volume aan energie over het jaar 2022 waarin PrikEnergie de energieleverancier van [eiseres in conventie] is geweest.
4.1
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van PrikEnergie niet is verjaard. De verjaringstermijn begint te lopen vanaf het moment dat de factuur door PrikEnergie is gestuurd aan [eiseres in conventie] . De factuur dateert van 14 april 2023. De verjaringstermijn van twee jaar die is neergelegd in artikel 7:28 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’) is niet van toepassing nu [eiseres in conventie] handelde in de uitoefening van haar bedrijf. Het contract bij Discount Energie is met haar eenmanszaak gesloten. PrikEnergie heeft vervolgens deze overeenkomst overgenomen. Sinds het sturen van de afrekening over 2022 zijn nog geen vijf jaren verstreken, waardoor de vordering van PrikEnergie nog niet is verjaard.
4.11
Voorgaande leidt ertoe dat de gevorderde verklaring voor recht in conventie wordt afgewezen en de vordering tot betaling van de factuur van
€ 11.945,57in reconventie wordt toegewezen.
4.12
De kantonrechter zal de wettelijke handelsrente toekennen, zoals gevorderd, vanaf de vervaldatum van de factuur. Niet gesteld is dat een betalingstermijn is overeengekomen, waardoor de wettelijke handelsrente verschuldigd is vanaf 30 dagen na aanvang van de dag waarop [eiseres in conventie] de factuur heeft ontvangen, 15 mei 2023.
Voorschotbedrag en afsluiting
4.13
[eiseres in conventie] vordert daarnaast een verbod om het voorschotbedrag aan te passen op basis van de factuur van 14 april 2023. De kantonrechter begrijpt dat PrikEnergie heeft ingestemd met een verlaging van het voorschotbedrag en dat [eiseres in conventie] inmiddels is overgestapt naar een andere energieleverancier. [eiseres in conventie] heeft aldus geen belang meer bij deze vordering in conventie waardoor deze wordt afgewezen.
4.14
[eiseres in conventie] vordert ook een verbod om buitengerechtelijke maatregelen te nemen als gevolg van de factuur waaronder een verbod tot het afsluiten van de dienstverlening. PrikEnergie heeft daar tegenin gebracht dat het risico op het afsluiten van de levering van energie niet aan de orde is. PrikEnergie is niet in staat om over te gaan tot een dergelijke afsluiting aangezien dit uitsluitend kan worden gedaan door de netbeheerder. [eiseres in conventie] heeft dit niet weersproken waardoor de kantonrechter deze vordering in conventie eveneens afwijst.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.15
Gelet op bovenstaande worden de door [eiseres in conventie] in conventie gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
4.16
In reconventie vordert PrikEnergie eveneens vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het betreft hier een overeenkomst tussen twee zakelijke partijen. [eiseres in conventie] handelde immers in de hoedanigheid van een beroep of bedrijf en niet als consument. Derhalve is [eiseres in conventie] ingevolge het bepaalde in artikel 6:96 lid 4 BW zonder aanmaning een vergoeding van € 40,-- verschuldigd voor redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte vanaf de dag waarop de wettelijke of overeengekomen uiterste dag van betaling is verstreken. Tussen partijen staat vast dat de betalingstermijn was verstreken. Het bedrag van € 40,-- betreft een minimumbedrag aan buitengerechtelijke incassokosten en voor het overige blijft de normering van incassokosten gelden zoals vastgesteld in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. PrikEnergie heeft aangevoerd dat zij [eiseres in conventie] herhaaldelijk in de gelegenheid heeft gesteld om de jaarafrekening te voldoen. [eiseres in conventie] heeft echter betwist dat zij e-mails heeft ontvangen van PrikEnergie.
4.17
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de communicatie vanuit PrikEnergie werd gestuurd naar een e-mailadres dat niet in gebruik is door [eiseres in conventie] . [eiseres in conventie] heeft wel de brief ontvangen die per post op 10 mei 2023 is gestuurd met het verzoek om de openstaande factuur te voldoen, maar op dat moment was de betalingstermijn nog niet verstreken. Ten aanzien van de overige brieven, dan wel e-mails is niet komen vast te staan dat deze zijn ontvangen door [eiseres in conventie] . Nu PrikEnergie onvoldoende heeft geconcretiseerd dat zij andere incassohandelingen heeft verricht dan de handelingen ter voorbereiding van de dagvaarding en instructie van de zaak, worden de buitengerechtelijke incassokosten slechts voor het bedrag van € 40,00 toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de eis in reconventie.
Proceskosten in conventie
4.18
[eiseres in conventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van PrikEnergie worden begroot op € 1.015,00 (2,5 punt x € 406,00).
Proceskosten in reconventie
4.19
[eiseres in conventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van PrikEnergie worden begroot op:
- salaris gemachtigde
- nakosten
507,50
135,00
(2,50 punten × factor 0,5 × € 406,00)
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing
Totaal
642,50

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1
wijst de vorderingen van [eiseres in conventie] af,
5.2
veroordeelt [eiseres in conventie] in de proceskosten van € 1.015,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4
veroordeelt [eiseres in conventie] om aan PrikEnergie te betalen een bedrag van € 11.945,57, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 15 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.5
veroordeelt [eiseres in conventie] om aan PrikEnergie te betalen een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.6
veroordeelt [eiseres in conventie] in de proceskosten van € 642,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.7
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8
wijst het meer of anders gevorderde af,
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2024.