Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
opzetzou hebben gehad op het ‘in vereniging’ plegen van openlijk geweld en daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft gehad. Nu dit niet het geval is, dient verdachte hiervan te worden vrijgesproken. Met betrekking tot de mishandeling heeft de verdediging aangevoerd dat, onder de geschetste omstandigheden en gelet op de aard van de gedraging (het geven van een duw), de kans op lichamelijk letsel niet aanmerkelijk is. Verdachte heeft deze kans ook niet bewust aanvaard. Ook blijkt uit de aangifte niet dat aangeefster als gevolg van de duw pijn zou hebben ondervonden. Verdachte dient derhalve ook hiervan vrijgesproken te worden.
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het primair en subsidiair tenlastegelegde feit;
5.Bijlage I
Havermarkt, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek
toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere
personen te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ,
door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] :
- te duwen waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op de grond viel en/of
- te slaan en/of stompen tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 2] heeft
mishandeld door die [slachtoffer 2] te slaan en/of te stompen tegen het gezicht en/of het
hoofd en/of het lichaam en/of te duwen waardoor die [slachtoffer 2] op de grond viel;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)