Op 28 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 1996 is geboren en momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De tbs-maatregel is op 27 juni 2022 ingegaan en zou zonder verlenging op 16 juni 2024 eindigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan een schizoïde en antisociale persoonlijkheidsstoornis, wat het risico op recidive verhoogt. Tijdens de zitting op 14 juni 2024 zijn zowel de officier van justitie als de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord. De deskundige van de tbs-instelling heeft bevestigd dat de betrokkene vooruitgang boekt in zijn behandeling, maar dat er nog belangrijke stappen te zetten zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs vereisen. De rechtbank heeft het advies van de tbs-instelling gevolgd en de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, waarbij is voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.