ECLI:NL:RBZWB:2024:4488

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
1 juli 2024
Zaaknummer
02-235224-22, 02-247872-22, 02-216014-22, 02-174954-22, 02-185176-22, 02-260779-22, 02-219004-22, 02-017697-23 en 02-249814-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere strafbare feiten, waaronder bedreigingen, beledigingen, vernielingen en winkeldiefstallen

Op 1 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan zeventien strafbare feiten, waaronder vijf bedreigingen, twee beledigingen, twee vernielingen, vier winkeldiefstallen en vijf keer lokaalvredebreuk. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 17 juni 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met het aantal gepleegde feiten, het strafblad van de verdachte en de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Ondanks het advies van de reclassering om een ISD-maatregel op te leggen, is dit niet gedaan omdat de verdachte niet voldeed aan de criteria voor deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte herhaaldelijk in de fout is gegaan en dat eerdere voorwaardelijke straffen niet hebben geleid tot verbetering van zijn gedrag. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van één van de tenlastegelegde feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de zittingsplaats Breda.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02/235224-22, 02/247872-22, 02/216014-22, 02/174954-22, 02/185176-22, 02/260779-22, 02/219004-22, 02/017697-23 en 02/249814-23 (gev. ttz.)
vonnis van de meervoudige kamer van 1 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ( [land] ),
BRP-adres: [woonadres] ,
raadslieden: mr. G.J.P.M. Mooren en mr. A.Th. Segers (hierna: de verdediging).

1.Onderzoek van de zaak

Overeenkomstig artikel 369 van het Wetboek van Strafvordering heeft de politierechter de zaken met parketnummers 02/235224-22, 02/247872-22, 02/216014-22, 02/174954-22 en 02/185176-22 naar de meervoudige kamer verwezen.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 juni 2024, waarbij de officier van justitie, mr. D. Colak, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
02/235224-22
feit 1:winkeldiefstal op 15 september 2022;
feit 2:lokaalvredebreuk op 15 september 2022;
02/247872-22:winkeldiefstal op 29 september 2022;
02/216014-22
feit 1:winkeldiefstal op 26 augustus 2022;
feit 2:bedreiging op 26 augustus 2022;
feit 3:lokaalvredebreuk op 26 augustus 2022;
02/174954-22:vernieling van sponningen van ramen in de periode van 11 juli 2022 tot en met 12 juli 2022;
02/185176-22: belediging van een politieambtenaar op 22 juli 2022;
02/260779-22:
feit 1:belediging op 23 februari 2022;
feit 2:bedreiging op 23 februari 2022;
02/219004-22:winkeldiefstal op 5 mei 2022;
02/017697-23:
feit 1:bedreiging op 16 november 2022;
feit 2:bedreiging op 6 januari 2023;
feit 3:winkeldiefstal op 22 september 2022;
02/249814-23:
feit 1: lokaalvredebreuk op 26 september 2023;
feit 2: bedreiging op 26 september 2023;
feit 3: lokaalvredebreuk op 16 september 2023;
feit 4:lokaalvredebreuk op 27 september 2023.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht gelet op het dossier wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich met betrekking tot de bij parketnummers 02/235224-22, 02/216014-22, 02/174954-22, 02/185176-22, 02/260779-22, 02/219004-22, 02/017697-23
onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het bij parketnummer 02/247872-22 tenlastegelegde feit heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdachte niet vrijwillig en ondubbelzinnig van zijn recht op rechtsbijstand afstand heeft gedaan. De verklaring van verdachte moet daarom van het bewijs worden uitgesloten. Er is geen wettig bewijs aanwezig en verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het bij parketnummer 02/017697-23 onder 2 tenlastegelegde feit heeft de verdediging betoogd dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken. Primair is aangevoerd dat [getuige] niet over de tenlastegelegde bewoordingen “hij mij in mijn kont zou neuken” heeft verklaard. Subsidiair is betoogd dat geen sprake was van dreigende fysieke bewegingen richting aangeefster. Het handelen van verdachte heeft niet de redelijke vrees bij aangeefster kunnen opwekken dat zij zou worden verkracht dan wel zwaar lichamelijk letsel zou worden toegebracht.
Over de bij parketnummer 02/249814-23 onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft de verdediging aangevoerd dat het winkelverbod gebrekkig is en niet voldoet aan de daarvoor geldende vereisten. Ook is geen bewijs in het dossier aanwezig dat het winkelverbod aan verdachte is uitgereikt. Verdachte dient daarom van deze feiten te worden vrijgesproken.
Tot slot heeft de verdediging ten aanzien van het bij parketnummer 02/249814-23 onder 2 tenlastegelegde feit vrijspraak bepleit. Het gooien van een blikje heeft niet de redelijke vrees bij aangeefster kunnen opwekken dat haar zwaar lichamelijk letsel zou worden toegebracht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
02/247872-22
Tijdens zijn verhoor is aan verdachte gevraagd of hij voorafgaand aan het verhoor een advocaat had gesproken. Verdachte heeft daarop geantwoord: “Ik heb een advocaat gesproken, maar deze was Marokkaans en ik wil niks met hun te maken hebben. Omdat ze veel voodoo op mij hebben gegooid”. Vervolgens is aan verdachte gevraagd of hij wil dat een advocaat bij het verhoor aanwezig is, waarop verdachte heeft geantwoord: “Ik hoef geen advocaat bij het verhoor”. De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden niet kan worden gezegd dat verdachte vrijwillig en ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht op rechtsbijstand. Onvoldoende duidelijk is of verdachte slechts geen bijstand van een Marokkaanse advocaat wilde, of dat hij in het geheel geen rechtsbijstand wilde. En in het geval van het laatste, is onduidelijk gebleven of verdachte voldoende heeft beseft wat het gevolg daarvan zou zijn. De verhorende politieambtenaren hadden daarover moeten doorvragen. De rechtbank betrekt bij dit oordeel dat verdachte als ‘kwetsbaar’ moet worden aangemerkt gelet op zijn beperkte verstandelijke vermogens, hetgeen ook tijdens het onderzoek op de zitting duidelijk is geworden. Nu geen rechtsgeldige afstand van rechtsbijstand is gedaan, is sprake van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Dat moet leiden tot uitsluiting van het bewijs van de verklaring die verdachte zonder rechtsbijstand heeft afgelegd. De overige bewijsmiddelen leveren onvoldoende wettig en overtuigend bewijs op, zodat verdachte van dit feit zal worden vrijgesproken.
02/017697-23Feit 2
[benadeelde 1] heeft in haar aangifte van aangegeven dat verdachte, nadat hij het Zorg- en Veiligheidshuis was binnengegaan, zich boos en agressief heeft gedragen. Hij heeft tegen aangeefster gegild dat hij haar aan haar haren over de balie zou trekken, dat hij haar ogen eruit zou slopen en dat hij haar in haar kont zou neuken. Ook [getuige] heeft verklaard dat verdachte boos was op aangeefster en dat hij met luide stem tegen haar zei dat hij haar aan haar haren over de balie zou trekken. Hoewel [getuige] niet heeft verklaard dat verdachte heeft gezegd dat hij aangeefster in haar kont zou neuken, ziet de rechtbank geen reden om op dit punt aan de aangifte te twijfelen. De rechtbank ziet ook voldoende bewijs dat verdachte dit heeft gezegd, nu de verklaring van [getuige] de aangifte voor het overige wel ondersteunt en niet elk onderdeel van de tenlastelegging uit meerdere bewijsmiddelen hoeft te blijken.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat dit handelen van verdachte de redelijke vrees bij aangeefster heeft kunnen opwekken dat zij het slachtoffer zou worden van verkrachting en zware mishandeling. De rechtbank acht daartoe redengevend de door verdachte gebruikte bewoordingen, maar ook dat hij boos was op aangeefster en tegen haar stond te schreeuwen. De rechtbank acht dit feit daarom wettig en overtuigend bewezen.
02/249814-23Feiten 1, 3 en 4Verdachte wordt – kort gezegd – ervan verdacht dat hij een winkelverbod heeft overtreden dat gold vanaf 18 mei 2023. Meerdere medewerkers van het betreffende filiaal van Albert Heijn hebben verklaard dat hun bekend is dat voor verdachte vanaf die datum een winkelverbod gold. In zijn verhoor wordt aan verdachte voorgehouden dat hem volgens de administratie van de politie op 18 mei 2023 een winkelverbod is uitgereikt. Op de vraag of hij daarvan op de hoogte is, antwoordde verdachte bevestigend. Het dossier bevat ook een schriftelijk winkelverbod ten name van verdachte voor het betreffende filiaal. De datum daarop is slecht leesbaar, maar lijkt niet 18 mei 2023 te zijn. Anders dan de verdediging heeft betoogd, hoeft dit naar het oordeel van de rechtbank niet tot vrijspraak te leiden. Een winkelverbod is namelijk vormvrij, terwijl uit de andere bewijsmiddelen voldoende duidelijk blijkt dat het winkelverbod gold vanaf 18 mei 2023 en verdachte daar ook mee bekend was. De rechtbank acht feiten 1, 3 en 4 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte op ongeveer drie meter afstand van de aangever een ongeopend drinkblikje boven zijn hoofd heeft gehouden en daarmee een gooiende beweging heeft gemaakt richting het hoofd van de aangever. Verdachte riep daarbij: “Ik gooi dat kankerblikje tegen jouw kankerhoofd”. Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat dit handelen van verdachte de redelijke vrees bij de aangever heeft kunnen opwekken dat verdachte hem zwaar lichamelijk letsel (waaronder ook een ontsierend litteken kan worden verstaan) zou toebrengen. De rechtbank acht daartoe redengevend dat verdachte en aangever op korte afstand van elkaar stonden, dat het om een ongeopend blikje ging en dat het hoofd een kwetsbaar deel van het lichaam is. De rechtbank acht ook dit feit bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
02/235224-22
1
op 15 september 2022 te Tilburg, buitenchrysanten en rum-cola, die aan Jumbo [locatie] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
op 15 september 2022 te Tilburg, in het besloten lokaal, winkelcentrum [locatie] en Jumbo [locatie] , wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 23 augustus 2022 schriftelijk de toegang tot dat winkelcentrum en die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden, tot 23 augustus 2023;
02/216014-22
1
op 26 augustus 2022 te Tilburg bier (Hertog Jan Lentebock), dat aan Jumbo toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
op 26 augustus 2022 te Tilburg [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik gooi een bom in je huis";
3
op 26 augustus 2022 te Tilburg in het besloten lokaal, de Jumbo supermarkt
inwinkelcentrum [locatie] , wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 23 augustus 2022 schriftelijk de toegang tot die winkel/dat winkelcentrum ontzegd voor de duur van één jaar;
02/174954-22
in de periode 11 juli 2022 tot en met 12 juli 2022 te Tilburg (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk meerdere sponningen van ramen, die aan [organisatie 1] , in elk geval aan een ander, toebehoorden
,heeft vernield;
02/185176-22
op 22 juli 2022 te Tilburg, opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 3] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid,
mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Kankerwouten";
02/260779-22
1
op 23 februari
2022te Tilburg, opzettelijk [benadeelde 4] , in het openbaar mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: “klootzak“ en “homo“ en “hoerenkind“ en “kankerhoer“ en “kanker Turk“;
2
op 23 februari 2022 te Tilburg, [benadeelde 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [benadeelde 4] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik sla je op je kanker smoel en ik sla je kankerhoofd eraf man” en “ik sla je deze kanker ding op je kanker hoofd man zo direct” en “wollah ik sla deze ding op je hoofd, echt waar ik sla deze kanker ding kanker hard op je kanker hoofd”;
02/219004-22
op 5 mei 2022 te Tilburg oordopjes die aan Trekpleister toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
02/017697-23
1
op 16 november 2022 te Tilburg, [benadeelde 5] (in zijn functie als
medewerker van [organisatie 2] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht en met zware mishandeling, door die [benadeelde 5] dreigend de woorden toe te
voegen "dat hij die [benadeelde 5] zijn tanden uit zijn mond zou slaan en zijn nek wel
zestien keer om zou draaien" en "dat hij terug zou komen en mensen pijn ging
doen, jullie zullen het weten";
2
op 6 januari 2023 te Tilburg, [benadeelde 1] (in haar functie als
(balie)medewerkster van het [organisatie 3]) heeft
bedreigd met zware mishandeling en verkrachting, door die [benadeelde 1] dreigend de woorden toe te voegen "dat hij die [benadeelde 1] aan haa
rharen over de balie zou trekken, dat hij haar ogen eruit zou slopen en dat hij haar in haar kont zou neuken";
3
op 22 september 2022 te Tilburg, twee blikjes Bacardi, die aan AH supermarkt
,gevestigd aan het [adres 1] toebehoorden
,heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
02/249814-23
1
op 26 september 2023 te Tilburg, in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar;
2
op 26 september 2023 te Tilburg, [benadeelde 6] heeft bedreigd met zware mishandeling, door zwaaiende en gooiende bewegingen te maken met een vol blikje in de richting van die [benadeelde 6] en daarbij die [benadeelde 6] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik gooi dat kankerblikje tegen jouw kankerhoofd";
3
op 16 september 2023 te Tilburg, in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar;
4
op 27 september 2023 te Tilburg, in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar.
Ten aanzien van parketnummer 02/260779-22, feit 1, is ten gevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging het jaartal ‘2022’ wegvallen. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om rekening te houden met de psychische problematiek van verdachte en de omstandigheid dat het oudere feiten betreft. Ten aanzien van het bij parketnummer 02/219004-22 ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de redelijke termijn is overschreden. Gelet op deze omstandigheden is verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan alsmede de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich in een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan zeventien strafbare feiten, te weten vijf bedreigingen, twee beledigingen, twee vernielingen, vier winkeldiefstallen en vijf keer lokaalvredebreuk. Dit zijn ergerlijke feiten waarmee verdachte veel overlast heeft veroorzaakt. Gebleken is dat verdachte herhaaldelijk het conflict opzoekt. De bedreigingen en beledigingen zijn daarnaast geuit tegen beroepsoefenaars die bezig waren met de normale uitoefening van hun dagelijkse werkzaamheden. In deze zaak gaat het om politieagenten, medewerkers van de reclassering en een buschauffeur. Deze strafbare feiten getuigen van respectloos gedrag.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 29 mei 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder meermalen is veroordeeld voor soortgelijke feiten. In 2018 is de onvoorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte opgelegd. Op 22 oktober 2022 is verdachte nog veroordeeld voor vernieling en heeft daarvoor een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gekregen met bijzondere voorwaarden, waaronder een ambulante behandelverplichting. Dit heeft verdachte niet weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 28 mei 2024. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Er is bij verdachte sprake van een verstandelijke beperking met antisociaal gedrag en van een middelenverslaving. Diverse hulpverleningstrajecten, zowel in een vrijwillig als een gedwongen kader, zijn mislukt. De problematiek van verdachte wordt door de reclassering als te complex beschouwd. In het lopende reclasseringstraject komt verdachte afspraken niet na. De reclassering adviseert om de onvoorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de hoeveelheid strafbare feiten en het strafblad van verdachte, een gevangenisstraf passend is. Bij het bepalen van de duur van die straf heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is als uitgangspunt voor winkeldiefstal, waarbij sprake is van veelvuldig recidive, een gevangenisstraf van 1 maand vermeld. Voor bedreiging en belediging worden geldboetes opgelegd. Het is strafverzwarend wanneer feiten begaan zijn tegen beroepsoefenaars, zoals een politieagent. Daarbij komen nog de feiten lokaalvredebreuk en vernieling, waarvoor geen oriëntatiepunten zijn.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat de officier van justitie de ISD-maatregel niet heeft gevorderd – en deze dus ingevolge artikel 38m, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht niet kan worden opgelegd – omdat niet aan de criteria voor oplegging van die maatregel is voldaan.
Nu eerdere voorwaardelijke strafdelen met proeftijden en bijzondere voorwaarden verdachte niet hebben weerhouden van het plegen van strafbare feiten, zal de rechtbank geen voorwaardelijk strafdeel opleggen. Zij zal volstaan met een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 24 maanden nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn niet is overschreden. De redelijke termijn in deze zaak is aangevangen op 4 juli 2022, de datum waarop verdachte is gehoord door de politie, terwijl de zaak in eerste aanleg eindigt met dit eindvonnis van 1 juli 2024.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden. Dit is korter dan officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank van oordeel is dat de ernst van de feiten in deze straf voldoende tot uitdrukking komt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 57, 63, 138, 266, 267, 285, 310, 350 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het bij parketnummer 02/247872-22 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

02/235224-22

feit 1:
diefstal;
feit 2:in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
02/216014-22
feit 1:
diefstal;
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
02/174954-22
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;
02/185176-22
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
02/260779-22
feit 1:eenvoudige belediging;
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling;
02/219004-22
diefstal;
02/017697-23
feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling;
feit 2:
bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met verkrachting;
feit 3:
diefstal;
02/249814-23
feit 1:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 2:
bedreiging met zware mishandeling;
feit 3:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 4:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 8 (ACHT) MAANDEN;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.W. Louwerse, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr.
E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van E.A.J. de Roos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 juli 2024.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
02/235224-22
1
hij op of omstreeks 15 september 2022 te Tilburg, althans in Nederland, een of meer bol-buitenchrysanten en/of een of meer flessen rum-cola, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Jumbo [locatie] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 15 september 2022 te Tilburg, althans in Nederland, in het besloten lokaal, winkelcentrum [locatie] en/of de Jumbo, bij Jumbo [locatie] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 23 augustus 2022 schriftelijk de toegang tot dat winkelcentrum en/of die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden, althans tot 23 augustus 2023;
02/247872-22
hij op of omstreeks 29 september 2022, te Tilburg ( [locatie] ), een hoeveelheid
drank, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan Jumbo, in elk geval aan een
ander, toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
02/216014-22
1
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te Tilburg een hoeveelheid bier/drank (Hertog
Jan Lentebock), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Jumbo, in elk
geval aan een ander, toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te Tilburg [benadeelde 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die
[benadeelde 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik gooi een bom in je huis",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te Tilburg in het besloten lokaal, de Jumbo
supermarkt en/of het winkelcentrum [locatie] , bij Jumbo en/of Kruidvat
en/of/althans een of meer andere ondernemers/winkels, althans bij een ander of
anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers
was hem, verdachte, met ingang van 23 augustus 2022 schriftelijk de toegang tot die
winkel/dat winkelcentrum ontzegd voor de duur van één jaar;
02/174954-22
hij in of omstreeks de periode van 11 juli 2022 tot en met 12 juli 2022 te Tilburg
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk 3, althans een of meerdere sponning(en)
(van ramen) , in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [organisatie 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
02/185176-22
hij op of omstreeks 22 juli 2022 te Tilburg, in elk geval in Nederland,
opzettelijk een ambtenaar,te weten [benadeelde 3] , gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid,
mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Kankerwouten",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
02/260779-22
1
hij op of omstreeks 23 februari te Tilburg, althans in Nederland, opzettelijk [benadeelde 4]
, in het openbaar mondeling, heeft beledigd, door hem de woorden toe te
voegen: “klootzak“ en/of “homo“ en/of “hoerenkind“ en/of “kankerhoer“ en/of
“kanker Turk“, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 23 februari 2022 te Tilburg, althans in Nederland, [benadeelde 4]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling, door die [benadeelde 4] dreigend de woorden toe te voegen: “klootzak,
homo, hoerenkind, ik sla je op je kanker smoel” en/of “ik sla je kankerhoofd eraf
man” en/of “ik sla je deze kanker ding op je kanker hoofd man zo direct” en/of
“wollah ik sla deze ding op je hoofd, echt waar ik sla deze kanker ding kanker hard
op je kanker hoofd”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
02/219004-22
hij op of omstreeks 5 mei 2022 te Tilburg oordopjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Trekpleister, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
02/017697-23
1
hij op of omstreeks 16 november 2022 te Tilburg, [benadeelde 5] (in zijn functie als medewerker van [organisatie 2] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde 5] dreigend de woorden toe te voegen "dat hij die [benadeelde 5] zijn tanden uit zijn mond zou slaan en zijn nek wel zestien keer om zou draaien" en/of "dat hij terug zou komen en mensen pijn ging doen, jullie zullen het weten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op of omstreeks 6 januari 2023 te Tilburg, [benadeelde 1] (in haar functie als
(balie)medewerkster van het [organisatie 3]) heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling
en/of verkrachting, door die [benadeelde 1] dreigend de woorden toe te voegen "dat hij die
[benadeelde 1] aan haa haren over de balie zou trekken, dat hij haar ogen eruit zou slopen
en dat hij haar in haar kont zou neuken";
3
hij op of omstreeks 22 september 2022 te Tilburg, twee blikjes Bacardi, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan AH supermarkt gevestigd aan het [adres 1]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
02/249814-23
1
hij op of omstreeks 26 september 2023 te Tilburg, althans in Nederland,
in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen
immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de
toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar;
2
hij op of omstreeks 26 september 2023 te Tilburg, althans in Nederland,
[benadeelde 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met
zware mishandeling, door zwaaiende en gooiende bewegingen te maken met een
vol blikje in de richting van die [benadeelde 6] en daarbij die [benadeelde 6] dreigend
de woorden toe te voegen: "Ik gooi dat kankerblikje tegen jouw kankerhoofd",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 16 september 2023 te Tilburg, althans in Nederland,
in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen
immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de
toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar;
4
hij op of omstreeks 27 september 2023 te Tilburg, althans in Nederland,
in het besloten lokaal aan de [adres 2] bij de Albert Heijn,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik
wederrechtelijk is binnengedrongen
immers was hem, verdachte, met ingang van 18 mei 2023 schriftelijk de
toegang tot die Albert Heijn ontzegd voor de duur van 1 jaar.