ECLI:NL:RBZWB:2024:4456

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422758 / FA RK 24/2386
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang

Op 11 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van drie jaar voor een cliënt, geboren in 1941, die momenteel verblijft in een zorgaccommodatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt en haar advocaat aanwezig waren, evenals een zorgcoördinator. De cliënt lijdt aan Alzheimer dementie, wat leidt tot desoriëntatie en geheugenstoornissen. Ondanks dat de zorgopname overwegend goed verloopt, zijn er momenten van verzet en emotionele onrust. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opname noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, zoals lichamelijk letsel en psychische schade. De rechter heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn en heeft de machtiging verleend tot en met 11 juni 2027. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Jong en schriftelijk uitgewerkt op 18 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/422758 / FA RK 24/2386
Opvolgende rechterlijke machtiging
Beschikking van 11 juni 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende machtiging voor de duur van drie jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1941 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] ,
[afdeling] , [adres] , [plaats] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. H.M.Th. de Pont te Tilburg

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit van 17 juni 2021;
- de aanvraag van 16 mei 2024;
- de medische verklaring van 15 mei 2024;
- het zorgplan;
- de mondeling gegeven beschikking van deze rechtbank op 11 december 2023, schriftelijk uitgewerkt op 15 december 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 juni 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam] , zorgcoördinator/verpleegkundige.

2.Het verzoek

Het CIZ verzoekt de rechtbank een opvolgende rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van drie jaren.

3.Standpunten

3.1
De zorgcoördinator brengt naar voren dat bij cliënt in 2020 Alzheimer dementie is gediagnostiseerd. Zij kampt met desoriëntatie in tijd en plaats en met geheugenstoornissen. De zorgopname die is ingegaan per 2021 verloopt overwegend goed. Wel hebben er enkele valpartijen plaats gevonden, waarvan cliënt wonderbaarlijk snel is hersteld. Sinds dit herstel is cliënt weer meer mobiel en daardoor weer in staat activiteiten te ondernemen. Cliënt geeft in gesprekken aan het liefst thuis te willen zijn, echter kan zij niet aangeven waar dat is. Op andere momenten laat zij blijken het fijn te vinden in de zorgaccommodatie te verblijven. Daarnaast kent zij momenten, waarop zij snel in haar emotie schiet. Zij voelt zich dan niet begrepen en zij kan dan ook agressief reageren. Gedurende die momenten laat zij bovendien blijken, door onder meer met haar jas aan over de gang te lopen, dat zij uit de zorg-accommodatie weg wil. Er is dan duidelijk sprake van verzet tegen de opname en het verblijf. Wanneer bij cliënt sprake is van snel hoog oplopende emoties kan dit ook betekenen dat er rustgevende medicatie moet worden toegediend. Hij kan daarom achter het voorliggend verzoek staan tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de aldus gevraagde periode.
3.2
Cliënt, die zich dan nog op haar kamer bevindt, wordt vervolgens opgehaald. Op de vraag van de behandelend rechter of er in de zorginstelling goed voor haar wordt gezorgd antwoordt zij bevestigend. Verder geeft zij aan dat zij wekelijks leuke activiteiten onderneemt, zoals zwemmen en wandelen. Op de opmerking van de behandelend rechter dat zij nu in de zorgaccommodatie woont antwoordt cliënt “ik woon hier niet, ik woon gewoon thuis”. Op de vraag van de behandelend rechter of zij het fijn zou vinden om in de zorgaccommodatie te blijven antwoordt cliënt “Ja, gewoon”. Daarop wordt zij terug naar haar kamer begeleid.
3.3
De advocaat van cliënt voert aan dat hij zich op grond van de inhoud van de onderliggende stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling ten aanzien van het voorliggend verzoek wenst te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening gepaard gaand met een psychische stoornis, te weten Alzheimer dementie.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening die gepaard gaat met een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.5
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Zij laat op verbale wijze blijken dat zij in de zorgaccommodatie goed wordt verzorgd en dat zij daar leuke activiteiten onderneemt. Echter kent zij tevens momenten waarop emoties bij haar snel oplopen en vervolgens de overhand krijgen. Op die momenten laat zij door middel van onrustig gedrag en op verbaal agressieve wijze en andere handelingen blijken uit de zorgaccommodatie weg te willen.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van drie jaren.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een opvolgende machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1941 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 11 juni 2027.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr De Jong, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2024 in tegenwoordigheid van A.M.M. Baremans als griffier, en op 18 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.