In deze zaak heeft verzoekster op 19 november 2023 beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, dat op 10 oktober 2023 is genomen. Dit besluit houdt in dat de bezwaren van verzoekster tegen de omgevingsvergunning voor het kappen van 21 bomen aan [locatie bomen] niet-ontvankelijk zijn verklaard. Verzoekster heeft op 27 december 2023 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om geen zitting te houden.
De voorzieningenrechter overweegt dat het college de bezwaren niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat de gemeentelijke APV is gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat het verbod om zonder omgevingsvergunning houtopstanden te vellen alleen nog geldt voor bomen die op de Bomenlijst staan. Verzoekster heeft aangevoerd dat deze wijziging niet rechtmatig tot stand is gekomen, omdat er geen inspraak heeft plaatsgevonden, wat in strijd zou zijn met de Algemene inspraakverordening Oosterhout 2021.
De voorzieningenrechter oordeelt dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak en doet daarom uitspraak op zowel het verzoek om voorlopige voorziening als op het beroep. Hij stelt vast dat de wijziging van de APV niet in strijd is met de Gemeentewet en dat de bezwaren van verzoekster terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.