ECLI:NL:RBZWB:2024:4443

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422319 / FA RK 24/2202
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de advocaat van betrokkene en een psychiater aanwezig waren. Betrokkene zelf was niet aanwezig, maar had toestemming gegeven aan zijn advocaat om namens hem te spreken.

De advocaat van betrokkene voerde aan dat er onvoldoende perspectief werd geboden door de behandelend arts en dat betrokkene momenteel fulltime werkt en zijn medicatie trouw gebruikt. De psychiater daarentegen stelde dat betrokkene nog steeds in een fragiele toestand verkeert en dat verplichte zorg noodzakelijk is om verdere ontregeling te voorkomen. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene onvoldoende bereidheid toont om de voorgeschreven medicatie te blijven gebruiken.

De rechtbank verleende uiteindelijk de zorgmachtiging, maar beperkte deze tot een periode van zes maanden, om te bezien of er mogelijkheden zijn voor een zelfbindingsverklaring. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel voor betrokkene en de maatschappij te voorkomen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 31 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/422319 / FA RK 24/2202
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.G. Matze te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 13 mei 2024;
- de medische verklaring van 10 mei 2024;
- een zorgplan van 18 april 2024;
- een zorgkaart van 18 april 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en een politiemutatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 mei 2024, op locatie [FACT], [adres].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- de heer [naam], psychiater.
De advocaat deelt mede dat betrokkene niet aanwezig is omdat hij moet werken en hij niet in de gelegenheid was om vrij te nemen. Betrokkene heeft ermee ingestemd dat zij namens hem tijdens de mondelinge behandeling het woord zal voeren.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Namens betrokkene brengt de advocaat naar voren dat hem door zijn behandelaar te weinig perspectief wordt geboden. Betrokkene stelt dat hij momenteel fulltime werkt en dat hij trouw de hem voorgeschreven medicatie gebruikt. De ouders van betrokkene hebben in een gesprek met haar aangegeven bereid te zijn zicht te houden op het behandeltraject van betrokkene. Het is betrokkene geheel onduidelijk hoe lang hij de medicatie nog moet blijven gebruiken en of c.q. wanneer er daadwerkelijk aan de onderliggende oorzaak van zijn problematiek gewerkt gaat worden. Volgens betrokkene ontbreekt in deze een concreet plan van aanpak.
3.2
In reactie hierop is door de psychiater opgemerkt dat hij anders tegen het actuele toestandsbeeld van betrokkene aankijkt. Betrokkene verkeert nog steeds in een stadium waarin gewerkt wordt aan verdere stabilisatie. Verder werkt betrokken inderdaad fulltime, echter onder zijn opleidingsniveau wat op hem een frustrerende uitwerking heeft en voor extra spanningen zorgt. Bovendien woont betrokkene sinds een maand in een door de woningbouwcorporatie aangeboden andere woning. Hij is uit zijn vorige woning gezet wegens door hem veelvuldig veroorzaakt overlast en een huurachterstand. Betrokkene laat blijken dat, zodra er geen zorgmachtiging meer is, hij met het voorgeschreven medicatiegebruik zal stoppen. Deze omstandigheden en het nog fragiele herstel leiden tot een aanmerkelijk risico op nieuwe ontregeling indien betrokkene niet consequent aan de hem voorgeschreven medicatie toediening en ambulante zorg meewerkt. Verplichte zorg op deze beide punten acht de psychiater daarom op dit moment nog noodzakelijk. Wel ziet hij ruimte om samen met betrokkene de mogelijkheden tot het opstellen van een zelfbindingsverklaring te onderzoeken en te bespreken, om hem op die wijze perspectief te kunnen bieden. Daarvan uitgaande zou de psychiater zich erin kunnen vinden dat de zorgmachtiging in duur wordt beperkt tot een periode van zes maanden.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat uit formeel-juridisch oogpunt aan de vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging zoals mondeling besproken wordt voldaan. Wel volgt zij de psychiater voor wat betreft zijn voorstel om de zorgmachtiging in duur te beperken tot een periode van zes maanden om in die periode in samenspraak met betrokkene de mogelijkheden tot het opstellen van een zelfbindingsverklaring te onderzoeken.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Door middel van medicatie toediening en overige ambulante zorg wordt gewerkt aan verdere stabilisatie van betrokkene ter voorkoming dat hij opnieuw ontregeld raakt met als gevolg het risico op ernstig nadeel, zoals hiervóór omschreven. De inhoud van de stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling strekken naar het oordeel van de rechtbank tot de overtuiging dat bij betrokkene (nog) voldoende intrinsieke bereidheid ontbreekt om consequent in een vrijwillig kader de hem voorgeschreven medicatie te (blijven) gebruiken en aan de overige ambulante zorg mee te werken. Daarbij speel een niet onbelangrijke rol dat betrokkene betrekkelijk kort geleden naar een andere woning is verhuisd en hij werk verricht onder zijn opleidingsniveau, wat voor hem spanning verhogend werkt. Om die reden is verplichte zorg op dit moment nog nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte verplichte zorgvormen, nu daarvoor geen noodzaak bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend. Wel ziet de rechtbank aanleiding om, in de lijn van het voorstel van de psychiater, de zorgmachtiging in duur te beperken tot een periode van zes maanden om te bezien of een zelfbindingsverklaring tot de mogelijkheden behoort.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 november 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op
31 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.