Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De heer [eiser] geeft aan dat hij al anderhalf jaar geen nachtdiensten heeft gedraaid of als nachtportier werkzaam is geweest. Hij is bij zijn huidige werkgever jaren geleden begonnen als nachtportier waarna hij zichzelf omhoog heeft gewerkt als gastheer. Hij heeft verder ook werkzaamheden op kantoor verricht. Echter, volgens de heer [eiser] is dit nooit aangepast in zijn contract, zelfs niet nadat de heer [eiser] dit bij zijn werkgever heeft aangegeven, dat hij overdag totaal andere werkzaamheden verricht met andere verantwoordelijkheden.” Het voorgaande vindt ondersteuning in de verklaring van de heer [naam] , destijds hotelmanager bij [bedrijf] . [naam] heeft verklaard dat [eiser] na enig tijd op eigen verzoek overdag diensten is gaan uitvoeren in de functie van receptiemedewerker. [eiser] betwist dat hij anderhalf jaar geen nachtdiensten heeft gedraaid en heeft ter ondersteuning van zijn stelling handgeschreven notities ten behoeve van zijn werkzaamheden en een hotelreservering overgelegd. Echter hieruit blijkt niet dat [eiser] deze werkzaamheden in de nachtelijke uren verrichtte. Ook in het arbeidsdeskundig rapport van het UWV van 13 november 2020 is vermeld dat [eiser] als medewerker frontoffice werkzaam was. Het UWV geeft daarin een opsomming van de werkzaamheden van [eiser] , maar ook hieruit volgt niet dat [eiser] deze werkzaamheden in de nachturen verrichtte. Ook volgt uit deze werkzaamheden niet dat ze tot loonschaal 5 behoorden.