Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de garage bij zijn woning vanaf eind zomer 2020 verhuurde aan iemand die daarin een hennepkwekerij heeft ingericht. Daarbij hebben ‘ze zitten knutselen’ aan de meterkast voor het stroomgebruik. Via een deur in de woonkamer, die niet afgesloten was, kwam je direct in de kweekruimte die in de garage zat. De huurder betaalde vanaf juli of augustus 2020 iedere maand contant de huur.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 primair ten laste gelegde feit;
een taakstraf van 100 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
50 dagen;
een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.