Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
de minister van Financiën.
Inleiding
11 september 2023 tegen de beschikking van 3 augustus 2023 over de weigering om zijn private schulden over te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
11 september 2023. De minister moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn voorbij is. De minister heeft de termijn verlengd met zes weken. [2] De minister had dus uiterlijk op 7 december 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen de minister moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft de minister op
8 december 2023 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
15 februari 2024 gesteld dat de beslissing op bezwaar inhoudelijk onjuist is en op een onjuiste wettelijke grondslag berust. Om die reden heeft de minister de beslissing op bezwaar ingetrokken en zal de minister, nadat eiser alsnog in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden, zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat de minister het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden.
C.J.M. Hendrickx, griffier, op 20 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.