ECLI:NL:RBZWB:2024:4187

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422948 / FA RK 24/2477
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op basis van vrijwilligheid

Op 3 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1986. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die op 30 mei 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juni 2024 werd betrokkene bijgestaan door haar advocaat, mr. R.T.K. Davidse, en waren ook een verpleegkundig specialist en de echtgenoot van betrokkene aanwezig. Betrokkene gaf aan dat het beter met haar ging en dat zij graag naar huis wilde om voor haar zoontje te zorgen. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, aangezien betrokkene bereid was om hulpverlening in de thuissituatie te aanvaarden.

De verpleegkundig specialist merkte op dat betrokkene kampt met depressieve klachten en suïcidale gedachten, en dat een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, maar dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijke zorg zou accepteren en zich niet zou verzetten tegen behandeling. Hierdoor voldeed betrokkene niet aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie dan ook afgewezen.

De beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2024, met schriftelijke uitwerking op 17 juni 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422948 / FA RK 24/2477
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 3 juni 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 31 mei 2024, ingekomen ter griffie op 31 mei 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 30 mei 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 30 mei 2024;
- een episode journaal van 30 mei 2024;
- de medische verklaring van 30 mei 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 juni 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1], verpleegkundig specialist;
- de echtgenoot van betrokkene.
Tevens was mw. [naam 2], een begeleider, aanwezig. Zij is echter niet gehoord.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het beter met haar gaat en dat zij graag naar huis wil om voor haar zoontje te zorgen. De suïcidale gedachten zijn volgens haar opgeklaard en zij wil thuis verder herstellen. Betrokkene staat dan ook open voor adequate hulpverlening in de thuissituatie.
3.2
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Betrokkene is bereid om hulpverlening in de thuissituatie te aanvaarden en zal vrijwillig bij [accommodatie] verblijven tot deze noodzakelijk geachte hulp in de thuissituatie is geregeld.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de verpleegkundig specialist aangegeven dat betrokkene kampt met depressieve klachten. Suïcidale gedachten staan bij betrokkene op de voorgrond. Deze gedachten zijn zodanig aanwezig dat betrokkene vorige week zelf had aangegeven dat zij het niet veilig vond om naar buiten te gaan. Momenteel wil betrokkene graag naar huis om voor haar zoontje te zorgen. Een voortzetting van de crisismaatregel is volgens de verpleegkundig specialist echter noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden. Ook is de medicatie van betrokkene onlangs opgehoogd en moet nog worden bezien welk effect dit heeft op betrokkene. De verpleegkundig specialist vindt het een zorgelijke situatie als betrokkene nu terugkeert naar huis, ook omdat er in de thuissituatie (nog) geen nazorg is geregeld.
3.4
Het gaat goed met de echtgenoot van betrokkene. Momenteel staat de echtgenoot van betrokkene onder dagbehandeling, waarbij hij twee à drie keer in de week begeleiding krijgt. De echtgenoot van betrokkene ziet het liefst dat betrokkene terugkeert naar huis maar steunt betrokkene als zij vrijwillig nog wat langer bij [accommodatie] zal verblijven.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Goes van 30 mei 2024 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de [accommodatie] te [plaats].
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten depressieve-stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene kampt met depressieve en suïcidale gedachten. Betrokkene heeft zich ook nog recent suïcidaal geuit. Daarnaast heeft betrokkene financiële problemen door schulden.
4.4
Naar aanleiding van hetgeen betrokkene en haar advocaat tijdens de mondelinge behandeling naar voren hebben gebracht, constateert de rechtbank dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijk geachte zorg zal accepteren en zich niet zal verzetten tegen de noodzakelijk geachte behandeling. Betrokkene zal op vrijwillig basis bij [accommodatie] verblijven totdat er nazorg in de thuissituatie is geregeld. Ook daarna heeft betrokkene aangegeven zich te houden aan de gemaakte afspraken en samen te werken met het behandelend team. Vanwege die vrijwilligheid van betrokkene wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het voorliggende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel. De rechtbank zal daarom het verzoek afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 17 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.