ECLI:NL:RBZWB:2024:4179

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
02-180432-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en verwerving van kinderporno door minderjarige verdachte met oplegging van werkstraf en jeugddetentie

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006, die beschuldigd werd van het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 juni 2024, waarbij de officier van justitie, mr. drs. E. van Aalst, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte had op zijn laptop 40 kinderpornografische foto's en één filmpje aangetroffen, die hij volgens de rechtbank opzettelijk in bezit had. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van deze afbeeldingen en dat een vriend mogelijk verantwoordelijk was. De rechtbank verwierp dit verweer en concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de afbeeldingen op zijn laptop.

De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het delict, de leeftijd van de verdachte, en het feit dat hij een blanco strafblad had. De officier van justitie had een werkstraf van 60 uur en 31 dagen jeugddetentie geëist, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. De rechtbank legde uiteindelijk 1 dag jeugddetentie op en een werkstraf van 60 uur, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie bij niet-naleving. De rechtbank verklaarde ook dat het in beslag genomen voorwerp, een Macbook, verbeurd werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-180432-23
vonnis van de meervoudige kamer van 18 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsman mr. R.A.H. van Huijgevoort, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk met gesloten deuren behandeld op de zitting van 4 juni 2024, waarbij de officier van justitie, mr. drs. E. van Aalst, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en/of in zijn bezit heeft gehad dan wel zich de toegang heeft verschaft tot deze afbeeldingen.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de kinderporno heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad en zich de toegang heeft verschaft tot deze afbeeldingen en een filmpje. De kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen op de laptop waarvan verdachte de hoofdgebruiker was. De afbeeldingen waren allemaal direct benaderbaar en waren aangemaakt of benaderd in de in de tenlastelegging genoemde periode. Het verweer van verdachte dat hij hiervan geen weet had en een vriend dit moet hebben gedaan, wordt door de officier van justitie niet gevolgd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het ontbreken van opzet. Verdachte heeft van meet af aan verklaard dat hij niets wist van de kinderporno op zijn laptop. Verdachte stelt dat er een alternatief scenario is, namelijk dat een onbekend gebleven vriend op meerdere momenten gebruik moet hebben gemaakt van de laptop van verdachte en daar vervolgens de kinderporno op heeft gezet. De verdediging bepleit dan ook vrijspraak.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Aanleiding
De politie kreeg een melding van down- en uploaddienst WeTransfer dat er kinderpornografische afbeeldingen via hun dienst werden geüpload van het IP-adres van (de vader van) verdachte. Op 8 februari 2022 en op 15 februari 2022 zijn steeds rond 22.00 uur bestanden met de term ‘schoolwerk’ geüpload. Op 25 mei 2023 heeft verdachte, toen de politie aan de deur stond, verklaard dat er misschien iets van kinderporno op zijn laptop kon staan wat hij in de eerste of de tweede klas had binnengekregen. De laptop is in beslag genomen en onderzocht.
Aangetroffen pornografisch materiaal
De rechtbank stelt vast dat er 40 kinderpornografische foto’s in de map ‘schoolwerk’ en één filmpje in de map ‘downloads’ op de laptop van verdachte zijn aangetroffen. Van deze afbeeldingen is een representatieve doorsnede van 9 afbeeldingen geselecteerd en opgenomen in een collectiescan. Op deze collectiescan ontbreekt bij de categorie anale penetratie een aankruising waarmee dit zou zijn gebeurd. Ook uit andere bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld waarmee de anale penetratie is gebeurd, zodat hiervan geen bewezenverklaring kan volgen. De anale penetratie zal daarom worden weggestreept in de bewezenverklaring.
Opzet
De rechtbank overweegt dat bij de vaststelling of sprake is van opzet op het bezit van kinderpornografische afbeeldingen het volgende criterium dient te worden gehanteerd. Degene op wiens harde schijf kinderporno is aangetroffen, is strafbaar wegens het opzettelijk in bezit hebben van deze kinderporno, indien hij zich (in meer of mindere mate)
bewustis van de aanwezigheid van de bestanden, hierover
beschikkingsmachtheeft, en de
bedoelingheeft deze afbeeldingen te bewaren.
De rechtbank overweegt dat de afbeeldingen zich op de laptop bevonden die verdachte in gebruik had. De bestanden zijn verkregen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst. De 40 foto’s zijn aangetroffen op de direct benaderbare map ‘schoolwerk’. Hiervoor is een bewuste handeling gepleegd, namelijk het verplaatsen van de afbeeldingen naar de map. Ook de kinderpornografische film in de map ‘downloads’ was direct benaderbaar. Weliswaar kan hiervan niet worden vastgesteld dat er een bewuste handeling aan vooraf is gegaan, maar gelet op de aanwezigheid van de andere 40 foto’s, gaat de rechtbank ook hier uit van beschikkingsmacht en wetenschap van de gebruiker van de laptop. De rechtbank gaat dan ook uit van beschikkingsmacht en wetenschap van zowel de foto’s als de film die zijn aangetroffen op de laptop.
Verdachte heeft ontkend dat hij wist, dat wil zeggen dat zij zich bewust was van het feit, dat de afbeeldingen op zijn computer stonden. Echter, nu er op minstens vier verschillende momenten, namelijk op 8 februari 2022, 15 februari 2022, 14 augustus 2022 en 4 februari 2023 handelingen zijn verricht met (een deel van) de bestanden, gaat de rechtbank er vanuit dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de afbeeldingen op zijn computer en dat hij ook had bedoeld om de afbeeldingen te verwerven en te bezitten.
Alternatief scenario
Verdachte heeft verklaard dat vrienden regelmatig gebruik maakten van zijn laptop en dat iemand anders de kinderporno op zijn laptop moet hebben gezet. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om van deze verklaring uit te gaan. Daarbij merkt de rechtbank allereerst op dat bij de beoordeling van het verweer heeft te gelden de vraag of – alle feiten en omstandigheden in ogenschouw nemende – dit verweer in meer of mindere mate aannemelijk is geworden.
De rechtbank overweegt dat de gebruiker die de kinderpornografische afbeeldingen op de computer heeft gezet, op meerdere momenten gebruik heeft gemaakt van de laptop, waaronder twee dinsdagavonden in februari 2022 steeds rond 22 uur. Op deze momenten is via WeTransfer twee maal kinderporno geüpload. In augustus 2022 en in februari 2023 zijn nogmaals afbeeldingen op de laptop gezet dan wel bekeken. Bij het onderzoek naar de digitale gegevens kon niet vastgesteld worden of het materiaal toen is aangemaakt of voor het laatst is benaderd. Daarnaast zou deze gebruiker aanvankelijk niet hebben geweten hoe hij WeTransfer moest gebruiken. Er is enkele minuten voor het uploaden op 8 februari 2022 via een Google zoekopdracht eerst gekeken hoe van WeTransfer gebruik moest worden gemaakt. Daarbij is gebruik gemaakt van het e-mailadres van verdachte. Er zijn diverse e-mailberichten van WeTransfer gericht aan dit e-mailadres. Vervolgens zijn de afbeeldingen opgeslagen op de laptop van verdachte in een direct benaderbare map met de naam ‘schoolwerk’. Verdachte heeft niet aangegeven waarom iemand anders de kinderporno op zijn laptop zou willen zetten. Indien iemand (een vriend van verdachte verdachte een hak wilde zetten door de afbeeldingen op de computer te zetten of als iemand anders gebruik wilde maken van de kinderporno op de laptop, is deze werkwijze, op verschillende momenten en gedurende een langere tijd nog altijd onverklaarbaar. Verdachte heeft daarnaast geen namen willen noemen van de mogelijke andere mensen die in die periode gebruik hebben gemaakt van zijn laptop, zodat het niet mogelijk is gebleken om nader onderzoek te doen. De rechtbank schuift dan ook de verklaring van verdachte als onvoldoende aannemelijk terzijde.
Kwalificatie
De rechtbank acht gelet op het bovenstaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en het bezit van kinderporno.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 8 februari 2022 tot en
met 25 mei 2023 te [plaats] , gemeente Reimerswaal,
afbeeldingen, te weten foto’s en /een film van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het vaginaal en/of oraal penetreren (met de penis) van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (onder meer afbeeldingen 05, 06,
07 van de toonmap), en
- het (laten) betasten van de geslachtsdelen van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen persoon/een
persoon die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt/zichzelf (onder meer afbeeldingen 03, 04, 09 van de toonmap), en
- het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het houden van een (stijve) penis naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (onder meer afbeeldingen 02, 06, 08 van de toonmap), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/zijn/hun leeftijd past/passen en/of door de het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer afbeeldingen 01, 02, 03 van de toonmap);
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een werkstraf voor de duur van 60 uur en daarnaast 31 dagen jeugddetentie waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met de algemene voorwaarden en als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd moet meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek, dat hij moet meewerken aan de behandeling die (eventueel) daaruit voortvloeit en dat verdachte zich moet houden aan toezicht van de jeugdreclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit primair vrijspraak. Subsidiair stelt de verdediging dat hier geen sprake meer kan zijn van een onvoorwaardelijke jeugddetentie, nu een detentie de goede ontwikkeling van verdachte zou doorbreken en gelet op het tijdsverloop. De verdediging ziet geen meerwaarde voor een nader onderzoek naar de persoonlijkheid van verdachte als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. De raadsman refereert zich voor wat betreft de hoogte van een onvoorwaardelijke werkstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft 40 kinderpornografische foto’s en één kinderpornografisch filmpje verworven en in zijn bezit gehad. Kinderporno is bijzonder ongewenst, omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet daardoor mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij zo heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verwerven en in bezit hebben.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal plaatjes dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de plaatjes en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. De rechtbank stelt vast dat bij in 41 afbeeldingen nog wel over een min of meer gering aantal kan worden gesproken. Het betrof echter wel grotendeels erg jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 10 jaar en de handelingen waren ernstig van aard.
Daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft in het rapport van 15 april 2024 aangegeven dat er geen grote zorgen zijn op de verschillende leefgebieden van verdachte. Verdachte volgt een opleiding in combinatie met werken en dat gaat goed. Verdachtes ouders ondersteunen hem. Er is onderzoek gedaan naar de seksuele ontwikkeling van verdachte, maar er is daarbij geen seksuele onderliggende problematiek gesignaleerd. De Raad heeft gesteld dat als er een bewezenverklaring volgt, zij adviseren om een voorwaardelijke straf op te leggen en als bijzondere voorwaarden op te nemen dat verdachte moet meewerken aan een nader psychologisch onderzoek om aandacht te geven aan de seksuele ontwikkeling van verdachte. Ook adviseren zij dat hij moet meewerken aan de behandeling of hulpverlening die uit dit onderzoek worden geadviseerd. Ter zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger van de Raad daaraan toegevoegd dat de omstandigheid dat verdachte dan al die tijd geen openheid van zaken heeft gegeven, aanleiding is voor nader onderzoek naar zijn moreel besef.
Verdachte is erg geschrokken toen de politie aan de deur is gekomen en hem duidelijk werd waarvan hij werd verdacht. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij wel met zijn ouders over het voorval kan praten, maar daar niet altijd behoefte aan heeft. Hij woont in een klein dorp en is angstig dat mensen erachter komen. Zijn ouders hebben ter zitting verklaard dat verdachte door de verdenking in een diep dal heeft gezeten en er gelukkig nu weer uit is, doordat hij zich vooral richt op zijn opleiding en werken. Het gezin is veel voorzichtiger geworden met het gebruik en uitlenen van laptops en dergelijke. Verdachte heeft geen eigen laptop meer. De rechtbank acht een dergelijke (schrik)reactie en dit effect van de betrapping op het bezit van de kinderporno niet onlogisch. Met de Raad ziet de rechtbank echter geen verhoogde recidivekans, ook niet nu er een bewezenverklaring volgt. Een voorwaardelijke straf met een proeftijd van twee jaar acht de rechtbank dan ook niet passend. Los daarvan is het maar de vraag of een nader psychologisch onderzoek van de grond zou komen als verdachte blijft ontkennen dat hij er iets mee te maken had. Voor een nader onderzoek, zoals de Raad heeft geadviseerd ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding.
De rechtbank houdt ook rekening met het blanco strafblad van verdachte. Daarnaast weegt de rechtbank ten voordele van verdachte mee dat - om redenen die buiten de verdediging lagen - langere tijd gewacht is met vervolging. Verdachte is in mei 2023 aangehouden, terwijl de zitting pas ruim een jaar later was. Weliswaar is de redelijke termijn niet overschreden, maar gelet op de jonge leeftijd van verdachte en de aard van dit delict, had de rechtbank het pedagogisch passender gevonden als hier meer lik op stuk was gehandeld. Verdachte heeft nu geruime tijd in onzekerheid gezeten over de uitkomst van deze zaak.
Er geldt voor dit feit een taakstrafverbod. De rechtbank legt, alles afwegend, één dag jeugddetentie op en daarnaast een werkstraf voor de duur van 60 uur, te vervangen door 30 dagen jeugddetentie bij het niet vervullen hiervan.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen Macbook is vatbaar voor verbeurdverklaring.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben en verwerven, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 1 dag;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 60 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugdhechteniszal worden toegepast van
30 dagen;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten ;
1. STK Computer (Macbook pro zilver) met goednummer G_772510.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M.L. Felix, voorzitter, mr. R. Combee en
mr. L.W.M. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.P.A.J. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 juni 2024.
Mr. Hendriks is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.