Op 29 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de benoeming van een deskundige in het kader van een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2013. De rechtbank had eerder op 30 april 2024 de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd en het voornemen geuit om een deskundige te benoemen. In deze beschikking zijn de reacties van de moeder, de vader en de gecertificeerde instelling (GI) op de voorgestelde onderzoeksvragen besproken. De rechtbank heeft de deskundige mr. drs. [naam] benoemd en haar opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de situatie van de minderjarige en de mogelijkheden voor terugplaatsing bij de ouders of een derde verblijfsplek. De deskundige moet ook advies geven over de zorg- en contactregeling tussen de minderjarige en zijn ouders. De kosten van het deskundigenonderzoek worden ten laste van de Rijkskas gebracht. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek van de deskundige. De deskundige moet haar rapport uiterlijk op 10 september 2024 indienen.