Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 6 juli 2023 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 29 juni 2023 in verzekering is gesteld en op 6 juli 2023 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
acht dagen in verzekering en voorlopige hechtenisdoorgebracht, waarvan één op het politiebureau (29 juni 2023) en zeven dagen in het Huis van Bewaring (30 juni 2023 t/m 6 juli 2023). De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 830,00. De rechtbank wijst het verzoek voor schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis voor het overige af.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 830,00, bestaande uit kosten voor schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
€ 1.510,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Advocatenkantoor Schouten Legal, onder vermelding van “ [verzoeker] /schadevergoeding”.