ECLI:NL:RBZWB:2024:4049

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
10751952 \ MB VERZ 23-528
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke gedraging en ontbrekende kalibratietabel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 30 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op 21 mei 2022. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De gemachtigde van betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, voerde aan dat de snelheidsmeting niet betrouwbaar was, omdat het dossier geen informatie bevatte over de meetafstand en de meetduur. De gemachtigde stelde dat de meting over een te korte tijd was uitgevoerd en dat er een schending van de hoorplicht had plaatsgevonden.

Tijdens de zitting was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. E.J.T. Berkeljon, aanwezig. Hij verzocht het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar het ontbreken van de kalibratietabel in het dossier. De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden, mede door het ontbreken van de kalibratietabel, wat in strijd is met de vereisten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hierdoor werd de boete ten onrechte opgelegd.

De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de boete, en droeg de officier van justitie op het betaalde bedrag van € 234,00 aan betrokkene terug te betalen. Tevens werd een proceskostenvergoeding van € 437,50 toegekend aan betrokkene. De uitspraak werd gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10751952 \ MB VERZ 23-528
CJIB-nummer : 8062 5422 4988 6072
uitspraakdatum : 17 mei 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 mei 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.J.T. Berkeljon (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 30 kilometer per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op 21 mei 2022 op de Antwerpseweg te Rijsbergen.
De gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de snelheidsmeting niet als deugdelijk en betrouwbaar kan worden beoordeeld, omdat uit het dossier niet blijkt over welke afstand er sprake is geweest van een gelijkblijvende afstand. Daarnaast stelt de gemachtigde dat de snelheid over een te korte tijd is gemeten. De meetafstand bedroeg 500 meter met een snelheid van 114 kilometer per uur, waardoor er slechts 9,48 seconden is gemeten. In het politieonderwijs wordt een meetafstand van ten minste 16 seconden gehanteerd. Daarnaast is er sprake van een schending van de hoorplicht. De gemachtigde verzoekt tot slot om vergoeding van de proceskosten en uitdrukkelijk om bevrijdend aan verkeersboete.nl te betalen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. In het dossier ontbreekt de kalibratietabel. Deze is opgevraagd bij de desbetreffende verbalisant, maar het CVOM heeft hierop geen reactie mogen ontvangen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vereist dat de kalibratietabel onderdeel uitmaakt van het dossier.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de kalibratietabel ontbreekt. Volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dient het dossier een kalibratietabel te bevatten (zie ECLI:NL:GHARL:2021:10254). Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen voor het indienen van het beroepschrift, te weten 1 punt x gewicht 0,5 x € 875,- = € 437,50.
De gemachtigde heeft verzocht te bepalen dat alleen bevrijdend kan worden betaald door de bedragen over te maken op een bankrekening van de gemachtigde. Zoals het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in ECLI:NL:GHARL:2024:1 heeft overwogen is hiervoor geen wettelijke grondslag. Omdat de wijze van betaling, namelijk op een bankrekening van betrokkene, rechtstreeks voortvloeit uit artikel 13a, lid 3 van de Wahv, is er geen aanleiding om daarover in het dictum een beslissing op te nemen.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 234,00 dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: