ECLI:NL:RBZWB:2024:4047

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
10730988 \ MB VERZ 23-499
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke parkeersituatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het parkeren buiten een parkeervak, maar de gemachtigde van betrokkene betwistte deze gedraging. De gemachtigde voerde aan dat betrokkene binnen de vakken had geparkeerd en dat de bewijsstukken, waaronder een zaakoverzicht, niet op ambtseed waren opgemaakt en niet ondertekend, waardoor deze geen bijzondere bewijskracht hadden. Tijdens de zitting op 17 mei 2024 was de betrokkene zelf niet aanwezig, maar de gemachtigde presenteerde de argumenten. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. E.J.T. Berkeljon, stelde dat de gedraging niet kon worden vastgesteld vanwege de onduidelijke situatie ter plaatse, waar een doorgetrokken lijn op de weg de indruk wekte van een parkeervak.

De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. De onduidelijkheid ter plaatse, veroorzaakt door de markering op de weg, leidde tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie en de boete werden vernietigd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 109,00 dat betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen. De kantonrechter kende ook een proceskostenvergoeding toe van in totaal € 1.187,00 aan betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10730988 \ MB VERZ 23-499
CJIB-nummer : 6052 5422 5052 4344
uitspraakdatum : 17 mei 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] V.O.F.
[adres]
[plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [naam 1]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 mei 2024. Namens de officier van justitie is mr. E.J.T. Berkeljon verschenen (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. Namens gemachtigde is [naam 2] verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren buiten parkeervak bij één van de borden E4 tot en met E10, E12 of E13 v/d bijlage I van het RVV 1990 op 16 juni 2022 op de Beyerd te Breda.
De gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene de gedraging niet heeft verricht, aangezien op de fotografische opnamen te zien is dat betrokkene binnen de vakken geparkeerd heeft. Daarnaast heeft gemachtigde aangevoerd dat het zaakoverzicht niet op ambtseed is opgemaakt en niet is ondertekend, zodat hieraan geen bijzondere bewijskracht toekomt. Tot slot heeft gemachtigde om proceskostenvergoeding verzocht.
Ter zitting heeft de gemachtigde hieraan toegevoegd dat betrokkene ontkent de gedraging verricht te hebben, aangezien zij in een parkeervak heeft geparkeerd. Het vak is met witte belijning aangeduid, zoals op de foto’s te zien. Voertuigen parkeren vaak op deze plek, zoals ook is te zien op GoogleMaps. Primair verzoekt de gemachtigde de sanctie te vernietigen. Subsidiair verzoekt de gemachtigde de sanctie te matigen tot nihil, aangezien de locatie zich voordoet als parkeerplek voor de gemiddelde weggebruiker.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Aan de voorkant van de locatie is de witte lijn doorgetrokken. De situatie ter plaatse is daardoor onduidelijk. De gedraging is om deze reden niet vast te stellen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat ter plekke een streep op de weg is gezet die de situatie onduidelijk maakt. Het lijkt hierdoor immers op een parkeervak, Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen, die als volgt is berekend:
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 624,- = € 312,00
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 875,- = € 437,50
zitting kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 875,- =
€ 437,50
totaal € 1.187,00

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,00 dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 1.187,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: