Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 31 mei 2023 te Breda, opzettelijk heeft vervoerd in een personenauto:
- 24 kilogram, van een materiaal bevattende amfetamine en
- 1,9 kilogram, van een materiaal bevattende MDMA,
op 31 mei 2023 te Breda, opzettelijk heeft vervoerd 1000 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
vanaf50 maanden afgesproken. De rechtbank is in lijn hiermee van oordeel dat de aard en ernst van de feiten in principe geen andere straf rechtvaardigen dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur. Voor het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met een forse taakstraf ziet de rechtbank, anders dan door de raadsman is bepleit, geen ruimte. Hierbij speelt mee dat verdachte ter zitting weinig openheid heeft gegeven over de context en de aanleiding van de door hem gepleegde feiten. Het is, in de kern, gebleven bij het enkel bekennen dat hij de feiten heeft gepleegd. Ook de reden waarom hij daarover niet nader wilde verklaren heeft hij niet willen geven, ondanks dat hij daartoe nadrukkelijk in de gelegenheid is gesteld. Verdachte heeft zodoende onvoldoende duidelijk gemaakt dat -en zo ja welke- bijzondere specifieke omstandigheden in zijn voordeel zouden moeten meewegen bij het bepalen van de hoogte van de straf. Gelet hierop heeft de rechtbank dan ook onvoldoende concrete aanknopingspunten om in het voordeel van verdachte verregaand af te wijken van de doorgaans opgelegde straffen.
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
10.Bijlage I
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Breda, althans in Nederland, opzettelijk heeft
vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een personenauto:
- ongeveer 24 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
amfetamine en/of
- ongeveer 1,9 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel
3a van die wet; ( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Breda, althans in Nederland, opzettelijk
heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1000 gram, in
elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een gebruikelijk vast mengsel
van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere
substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
( art 3 ahf/ond B Opiumwet )