In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 2 juni 2023. De inspecteur had een naheffingsaanslag loonheffingen van € 6.628 over het jaar 2021 opgelegd, samen met een belastingrentebeschikking en een verzuimboete van 10%. De rechtbank behandelt het beroep op 26 april 2024, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de inspecteur aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht zijn opgelegd. Belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat de auto, die aan haar werknemer ter beschikking was gesteld, niet meer dan 500 kilometer privé is gebruikt. De rechtbank verwerpt de rittenregistratie van belanghebbende als niet sluitend en oordeelt dat het beroep ongegrond is. De rechtbank wijst erop dat de verzuimboete passend is, gezien de omstandigheden van de zaak. De uitspraak is gedaan door mr. dr. C. Hofman en openbaar gemaakt op 7 juni 2024.