Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats];
17 juni 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1994. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 23 mei 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 mei 2024 waren de betrokkene, haar advocaat en een arts aanwezig. De betrokkene gaf aan dat het bijna perfect met haar ging, maar dat ze geen medicatie wilde innemen, wat leidde tot stress en zorgen over haar gezondheid. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek, terwijl de arts aangaf dat voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was vanwege het risico op manisch gedrag en gevaar voor anderen.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing, en dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende daarom de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met inachtneming van de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 10 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt.