ECLI:NL:RBZWB:2024:3982

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422177 / FA RK 24/2139
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1997. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij betrokkene aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en verschillende begeleiders van het FACT-team. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een paranoïde psychotische stoornis en cannabisverslaving, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn welzijn en veiligheid.

Tijdens de behandeling heeft betrokkene aangegeven dat hij bereid is om samen te werken met de hulpverlening en dat hij zich heeft aangemeld voor een dubbele diagnose opname. De rechtbank heeft geconstateerd dat, hoewel er vooruitgang is, de psychose nog niet volledig in remissie is en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om de zorgmachtiging te verlenen, maar voor een beperkte duur van zes maanden, om te evalueren of betrokkene zonder zorgmachtiging kan functioneren. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 10 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422177 / FA RK 24/2139
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 8 mei 2024, ingekomen ter griffie op 8 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een crisissignaleringsplan van 11 januari 2024;
- de medische verklaring van 25 april 2024;
- een zorgkaart van 2 mei 2024;
- een zorgplan van 2 mei 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 7 mei 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een informatierapport Wvggz van 15 april 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 mei 2024, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mw. [naam 1], begeleider van het FACT-team;
- mw. [naam 2], begeleider van het FACT-team;
- mw. [naam 3], begeleider van Begeleid Wonen.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het over het algemeen goed met hem gaat. Betrokkene neemt zijn medicatie in en accepteert hulpverlening. Verder geeft betrokkene aan dat hij kampt met een cannabisverslaving en dat hij hierdoor in een sociaal isolement raakt. Betrokkene is omwille van zijn verslaving bereid om een dubbele diagnose opname bij Stichting Emergis te ondergaan. Hier heeft betrokkene zich ook al voor aangemeld. Momenteel staat betrokkene op de wachtlijst. Volgens betrokkene is dit de kans om met Stichting Emergis samen te werken, en om de strijdbijl te begraven. Betrokkene heeft namelijk het idee dat er gedurende het hulpverleningstraject steeds minder naar hem geluisterd wordt. Ook merkt betrokkene geen vooruitgang in zijn behandeling. Nu betrokkene volledig wil meewerken aan zijn behandeling vraagt hij zich af of een zorgmachtiging noodzakelijk is. Betrokkene merkt hierbij wel op dat hij de beslissing van de rechtbank zal accepteren. Betrokkene wil zijn leven weer op orde krijgen.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht om de zorgmachtiging te beperken voor de duur van zes maanden, nu betrokkene in voldoende mate vrijwillig meewerkt aan zijn behandeling. De zorgmachtiging kan dan gedurende die tijd worden gezien als een ‘steuntje in de rug’.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de begeleiders van het FACT-team aangegeven dat een positieve verandering merkbaar is in het gedrag van betrokkene. Ondanks de stijgende lijn is er toch een zorgmachtiging aangevraagd. De begeleiders van het FACT-team vinden een zorgmachtiging noodzakelijk als ‘stok achter de deur’. Een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden zou voldoende tijd geven om te kijken of de samenwerking goed blijft voortbestaan, en of er in die tijd voldoende vertrouwen kan worden opgebouwd. Een verder vervolg van de behandeling van betrokkene zou dan kunnen plaatsvinden vanuit een vrijwillig kader.
3.4
De begeleider van Begeleid Wonen vult nog aan dat betrokkene onder bewindvoering staat en dat hij binnenkort een gesprek heeft om eventueel een mentor in te schakelen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is gekend met een paranoïde psychotische stoornis en misbruik van cannabis.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene vanuit een psychotisch toestandsbeeld, veelal versterkt door middelengebruik, fors agressief, achterdochtig en wantrouwend kan reageren. Daarnaast trekt betrokkene zich terug en neemt hij geen deel aan het maatschappelijk leven, waardoor betrokkene in een sociaal isolement terechtkomt.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene beschikt over een zeer beperkt ziektebesef en -inzicht. Hij heeft nog onvoldoende besef van de invloed op het gebruik van cannabis op het in stand houden van de psychose. Bij betrokkene is wél sprake van vooruitgang. Zo accepteert betrokkene zijn medicatie, neemt hij deel aan dagbesteding, woont hij in een beschermde woonvorm, is hij bezig met het regelen van mentorschap en wil hij zich laten opnemen op de dubbele diagnose afdeling van Stichting Emergis. De rechtbank complimenteert betrokkene voor de bij hem ontstane inzichten en de door hem reeds gezette positieve stappen. Hoewel er dus zeker sprake is van vooruitgang is het herstel echter nog erg pril en is de psychose nog niet volledig in remissie. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om continuïteit van de zorg en de bereikte vooruitgang te waarborgen. Ook gelet op het verleden van betrokkene - waarin hij herhaaldelijk is gestopt met medicatie en zich tijdens de dan ontstane psychotische ontregelingen herhaaldelijk aan zorg onttrokken heeft - is verplichte zorg noodzakelijk.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal – anders dan verzocht - worden verleend voor de duur
van zes maanden. Evenals de advocaat en de begeleiders van het FACT-team ziet de rechtbank redenen om de duur van de zorgmachtiging te beperken, om zo te bezien of betrokkene op termijn ook zonder zorgmachtiging kan.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
27 november 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 10 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.