Op 7 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een ongewenst vreemdeling, geboren in Iran, die onderworpen is aan een terbeschikkingstelling (tbs) met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de termijn van de tbs met één jaar verlengd, omdat resocialisatie in Nederland momenteel niet mogelijk is en veilige repatriëring naar Iran ook niet kan worden gegarandeerd. De betrokkene, die lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, heeft zich de afgelopen jaren stabiel getoond binnen de klinische setting, maar zijn ongewenst vreemdeling-status belemmert verdere stappen in zijn behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs-maatregel noodzakelijk blijft om de veiligheid van anderen te waarborgen, gezien het recidivegevaar dat voortvloeit uit zijn psychische aandoeningen. De deskundigen hebben aangegeven dat de behandeling van de betrokkene nog niet is afgerond en dat er onzekerheid bestaat over zijn terugkeer naar Iran. De rechtbank heeft besloten om de tbs met één jaar te verlengen, zodat er over een jaar opnieuw kan worden gekeken naar de situatie van de betrokkene en de mogelijkheden voor resocialisatie of repatriëring.