Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, paarkeerverbod(szone)) op de [adres 2] te Breda op 29 juli 2022 om 08:30 uur.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door verkeersbord E1. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 mei 2024, waar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. E.J.T. Berkeljon, aanwezig was, heeft betrokkene niet laten weten te verschijnen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de standpunten van beide partijen gehoord. Betrokkene voerde aan dat hij op de betreffende locatie al jaren parkeert en dat het verkeersbord pas na de datum van de vermeende overtreding was geplaatst. De zittingsvertegenwoordiger heeft aangegeven dat er twijfel bestaat over de aanwezigheid van het verkeersbord op de pleegdatum, aangezien de gemeente Breda geen exacte datum van plaatsing kon geven.
De kantonrechter heeft overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat de gedraging heeft plaatsgevonden, en heeft betrokkene het voordeel van de twijfel gegeven. Hierdoor is de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot boete vernietigd, en bepaald dat het betaalde bedrag van € 109,- aan betrokkene moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.