Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
een voertuig parkeren voor een inrit of uitrit op de Antwerpenstraat te Breda op 9 oktober 2022 om 08:45 uur.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren van een voertuig voor een inrit of uitrit op de Antwerpenstraat te Breda op 9 oktober 2022. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 mei 2024 heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk is, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelde dat er letters 'NP' op de grond zichtbaar waren, die door een bewoner waren geschilderd en niet door de gemeente. Tevens heeft betrokkene een foto van de parkeerplek overgelegd, waaruit zou blijken dat zij niet voor de in- en uitrit van de garage had geparkeerd. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. E.J.T. Berkeljon, heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, onder verwijzing naar een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over de duidelijkheid van in- en uitritten.
De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden zoals beschreven. Dit leidde tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, en de beschikking van de officier van justitie en de boete werden vernietigd. Betrokkene heeft recht op terugbetaling van het betaalde bedrag van € 109,- aan zekerheidstelling. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.