Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 10 juni 2023 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag is genomen: een geldbedrag van 7.000 euro (hierna: het geldbedrag);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 16 januari 2024 ter griffie van deze rechtbank;
- de schriftelijke conclusie van het Openbaar Ministerie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).