ECLI:NL:RBZWB:2024:3806

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
C/02/421942 / FA RK 24/2042
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1972. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, waarbij verplichte zorg zou worden verleend in de vorm van medicatietoediening, medische controles en beperkingen in de vrijheid van betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was betrokkene aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, en werden ook de behandelaar van het FACT-team en de begeleider van Begeleid Wonen gehoord. Betrokkene gaf aan de zorgmachtiging niet noodzakelijk te vinden, omdat hij zijn medicatie op tijd inneemt en goed contact heeft met zijn begeleider. De advocaat verzocht primair om afwijzing van het verzoek, maar subsidiair om een zorgmachtiging voor zes maanden.

De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er ernstig nadeel kan ontstaan als betrokkene zijn medicatie niet inneemt. De rechtbank concludeerde dat er momenteel geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, in plaats van de twaalf maanden die door de officier van justitie was verzocht. De rechtbank benadrukte dat de zorgmachtiging kan bijdragen aan het herstel van de geestelijke gezondheid van betrokkene, zodat hij in de toekomst mogelijk weer in staat is om hulpverlening op vrijwillige basis te accepteren.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/421942 / FA RK 24/2042
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 21 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 1 mei 2024, ingekomen ter griffie op 1 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- de medische verklaring van 18 april 2024;
- een plan van aanpak van betrokkene van 18 april 2024;
- een zorgkaart van 18 april 2024;
- een zorgplan van 19 april 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 april 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 mei 2024, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam 1] , behandelaar van het FACT-team;
- dhr. [naam 2] , begeleider bij Begeleid Wonen.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij een zorgmachtiging niet noodzakelijk vindt. Betrokkene ziet de noodzaak er niet van in nu hij tijdig zijn medicatie inneemt en goed contact heeft met zijn begeleider van Begeleid Wonen. Hij heeft verder ongeveer één keer in de maand contact met het FACT-team. Betrokkene geeft aan te zijn gestopt met zijn vorige medicatie omdat deze leidde tot spierklachten en spraakproblemen. Momenteel heeft betrokkene andere medicatie, waar hij minder bijwerkingen van ervaart. Betrokkene zou zijn medicatie wel graag – in overleg met de psychiater – willen afbouwen. Hij is namelijk niet helemaal gerust over het effect van de medicatie op zijn gezondheid voor nu maar ook voor de langere termijn. Zijn leverwaarden en cholesterol zijn namelijk te hoog en de huisarts koppelt dit volgens betrokkene aan het gebruik van medicatie. Verder geeft betrokkene aan dat hij het fijn vindt om elke avond nog even contact te hebben met de begeleiders van Begeleid Wonen en om zijn medicatie onder toezicht in te nemen. Dit geeft hem houvast. Betrokkene zou dan ook in de toekomst geen depotmedicatie willen. Als betrokkene gaat logeren bij zijn vriendin neemt hij zijn medicatie mee en neemt hij het daar in. Hij heeft nog geen dag overgeslagen. Betrokkene is daarom ook van mening dat zijn behandeling kan worden voortgezet in het vrijwillig kader.
3.2
Namens betrokkene verzoekt de advocaat primair om het verzoek af te wijzen. Betrokkene verblijft momenteel op vrijwillige basis bij Begeleid Wonen en komt zijn afspraken na. Voor wat betreft het ziekte-inzicht wil de advocaat opmerken dat er veel goede momenten zijn waarop betrokkene zich niet ziek voelt. Dit is een belangrijke nuance die de advocaat wil maken. De laatste opname bij Stichting Emergis heeft plaatsgevonden in 2021. Vanaf die tijd neemt betrokkene naar behoren zijn medicatie in en vindt er goed overleg plaats. Er is thans sprake van een voldoende duurzame bestendigheid om de behandeling voort te zetten in het vrijwillig kader. Dit heeft betrokkene de afgelopen tijd laten zien. Subsidiair verzoekt de advocaat om de zorgmachtiging toe te wijzen voor de duur van zes maanden zodat betrokkene in de tussentijd kan laten zien dat de behandeling verder vrijwillig kan worden voortgezet.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de behandelaar van het FACT-team toegelicht dat bij betrokkene sprake is van psychosegevoeligheid en onvoldoende ziekte-inzicht. Wanneer betrokkene zijn medicatie inneemt gaat het goed met betrokkene. Betrokkene denkt echter ook zonder medicatie te kunnen. Wanner betrokkene niet of minder medicatie inneemt kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Dan is er sprake van maatschappelijke teloorgang, is hij angstig en trekt hij zich terug op zijn kamer. Dit heeft vorig jaar bijna tot een opname geleid en dit moet worden voorkomen. De behandelaar van betrokkene is van mening dat de behandeling nog niet voortgezet kan worden in het vrijwillig kader. De tijd waarin betrokkene nu zijn medicatie inneemt en goed samenwerkt is vooralsnog te kort om te spreken van een goede en bestendige samenwerking. De behandelaar van betrokkene kan zich vinden in het subsidiaire standpunt van de advocaat om de zorgmachtiging te verlengen voor de duur van zes maanden.
3.4
De begeleider van Begeleid Wonen sluit zich aan bij hetgeen de behandelaar van betrokkene naar voren heeft gebracht. De begeleider bevestigt dat betrokkene stabiel is wanneer hij zijn medicatie inneemt. Betrokkene is dan een rustige bewoner die goed samenwerkt. De begeleider gunt betrokkene dat stukje autonomie om zonder een verplicht kader verder te gaan maar kan zich ook vinden in de zorgen die de behandelaar schetst.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Er is sprake van schizofrenie met acute paranoïde psychotische decompensaties. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Gebleken is dat betrokkene tijdens een psychotische decompensatie contact en zorg afhoudt. Daarnaast kan betrokkene geagiteerd raken, waardoor sprake is van een risico op dreiging en agressie naar derden. Tot slot kan betrokkene vanuit psychotische overschrijdingen de gedachten hebben zichzelf dusdanig te beschadigen dat er levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft. Betrokkene is in het verleden meermaals gestopt met het innemen van medicatie hetgeen heeft geleid tot een herval in acute psychoses. Hoewel betrokkene momenteel naar behoren zijn medicatie inneemt en zijn afspraken nakomt, is er naar het oordeel van de rechtbank momenteel (nog) geen sprake van voldoende bestendige bereidheid om de behandeling in het vrijwillig kader voort te zetten. Bij betrokkene leeft nog steeds de wens om zijn medicatie af te bouwen vanwege de nare bijwerkingen daarvan. Ongeveer een half jaar geleden heeft betrokkene de medicatie inname en de begeleiding nog gestaakt en dat had acute psychotische klachten tot gevolg die pas weer afnamen in intensiteit na toediening van de medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal - anders dan verzocht - worden verleend voor de duur van
zes maanden. De rechtbank vindt het erg positief dat betrokkene de medicatie nu trouw inneemt zodat de mogelijkheid bestaat dat betrokkene over een aantal maanden, bij het zorgvuldig en dagelijks blijven innemen van de medicatie en ingeval van het zich blijvend begeleidbaar opstellen, wel in staat moet worden geacht om hulpverlenging in het vrijwillig kader voort te zetten. Derhalve zal de zorgmachtiging voor een kortere periode worden toegewezen.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
21 november 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 4 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.