ECLI:NL:RBZWB:2024:38

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 januari 2024
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
02-801311-10
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met ernstige psychische stoornissen en hoog recidiverisico

Op 2 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1992, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd in 2011 na veroordeling voor brandstichting, mishandeling en bedreiging. De rechtbank constateert dat de betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik, en dat er een hoog recidiverisico aanwezig is. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, evenals zijn raadsman en een deskundige van de tbs-instelling. De deskundige heeft bevestigd dat de betrokkene nog steeds een ziekelijke stoornis heeft en dat de behandeling langdurig en intensief zal zijn. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen, en dat de wettelijke criteria voor verlenging zijn vervuld. De beslissing is genomen in het belang van de openbare veiligheid en de behandeling van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-801311-10
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 2 januari 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ( [land] )
thans verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum [kliniek 1] (hierna: [kliniek 1] ) te Groningen
hierna verder aangeduid als betrokkene

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 29 november 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het verlengingsadvies van de [kliniek 1] .

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Breda van 17 augustus 2011 is [betrokkene] , wegens brandstichting met gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen, mishandeling (meermalen gepleegd) en bedreiging, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één jaar en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier onder meer gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 10 december 2011 aangevangen. Bij beslissing van deze rechtbank van 17 december 2020 is de tbs verlengd voor een termijn van één jaar. Bij arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 4 mei 2022 is betrokkene veroordeeld voor driemaal poging tot doodslag tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De tbs is geschorst in de periode van 5 november 2020 tot en met 1 december 2022.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 19 december 2023 is de officier van justitie gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem. Ook is de [deskundige] , GZ-psycholoog en behandelcoördinator bij de [kliniek 1] , gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en heeft daartoe het volgende – samengevat en zakelijk weergegeven – naar voren gebracht.
Bij betrokkene is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in cannabisgebruik en trekken van psychopathie. Daarnaast is hij licht verstandelijk beperkt. Betrokkene is op 3 juli 2023 overgeplaatst naar de [kliniek 1] voor een nieuwe behandelpoging naar aanleiding van een fors geweldsincident dat heeft plaatsgevonden binnen de [kliniek 2] . Omdat het contact met het behandelteam goed verliep en er geen agressie bij betrokkene werd waargenomen, is er een voorzichtige start gemaakt met het afbouwen van de beveiliging (DGB). Inmiddels is de beveiliging afgebouwd en richt de behandeling zich op contactgroei, het bieden van structuur en het motiveren van betrokkene voor een medicamenteuze behandeling. Er wordt in de komende periode verder stilgestaan bij de incidenten in de [kliniek 2] , zodat een delictanalyse kan worden opgesteld. Betrokkene staat open om hier gesprekken over te voeren. Een volgende stap in de behandeling is om betrokkene door te laten stromen naar een reguliere behandelafdeling.
Er is tot op heden sprake van een onveranderd hoog recidiverisico op fors agressief gedrag. De verwachting is dat betrokkene, gezien zijn problematiek, langdurig afhankelijk zal blijven van externe controle en toezicht. Ingeschat wordt dat de behandeling een langdurig en intensief traject zal worden met continu toezicht en begeleiding waarbij betrokkene intensief wordt ondersteund. Verwacht wordt dat de totale behandelduur de termijn van één jaar ruim zal overschrijden. Daarom wordt geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de [deskundige] het verlengingsadvies bevestigd en daaraan nog het volgende toegevoegd. Er is nog steeds sprake van een stoornis die langdurig behandeld zal moeten worden. Betrokkene staat open voor elk gesprek. Er zijn risico’s voor de toekomst. Op dit moment verblijft betrokkene op een afdeling voor extreem vlucht- en beheersgevaarlijke personen. Daar verblijft hij in een kleine groep met weinig vrijheden en veel begeleiding. Betrokkene staat aangemeld voor een vervolgafdeling. Hij kan daar naar verwachting in de eerste helft van 2024 terecht. De groep wordt dan groter en de prikkels en interacties zullen toenemen. De kans op conflicten zal daarmee ook groter worden. Betrokkene zal daarin worden ondersteund door middel van non verbale therapieën. Hij staat niet open voor het innemen van medicatie. Ook zal een psychotherapeut worden aangewezen. De daadwerkelijke behandeling gaat pas starten op het moment dat betrokkene doorstroomt naar een andere afdeling en dat zal pittig worden.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Er is bij betrokkene nog steeds sprake van een stoornis en er is nog een zeer hoog recidiverisico. Op 5 november 2020 heeft er een ernstig incident plaatsgevonden binnen de [kliniek 2] dat het eerdere traject heeft doorkruist. Betrokkene verblijft nu een half jaar binnen de [kliniek 1] en heeft nog een lange weg te gaan. Het is duidelijk dat het traject nog zeker meer dan één jaar in beslag zal nemen. De tbs dient daarom te worden verlengd met twee jaar.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij het advies tot een verlenging met twee jaar begrijpt. Hij zit nu vijf maanden in de [kliniek 1] en ziet dit als een nieuwe kans. Hij is gestart met PMT en beeldende therapie, maar de echte behandeling gaat pas later beginnen als hij op een behandelafdeling zit. Betrokkene geeft aan dat hij geen medicatie wil gebruiken omdat hij vindt dat medicatie niet de oplossing is. Ook geeft hij aan dat het grootste probleem zijn vreemdelingenstatus is. Daardoor heeft hij niet dezelfde rechten als Nederlanders in een tbs-kliniek en heeft hij bijvoorbeeld geen recht op verlof.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering tot verlenging, ook wat de termijn daarvan betreft, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het is duidelijk dat de behandeling meer dan een jaar in beslag zal nemen.
Hij heeft daarbij nog opgemerkt dat er tegenwoordig meer mogelijkheden zijn voor (ook onbegeleid) verlof voor personen die tot ongewenst vreemdeling zijn verklaard.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Uit het verlengingsadvies van de [kliniek 1] blijkt dat bij betrokkene op dit moment nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Ook blijkt uit dit advies dat het recidiverisico onveranderd hoog is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wordt voldaan aan de wettelijke criteria voor verlenging van de tbs.
Volgens vaste jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is het uitgangspunt dat, indien verwacht wordt dat de behandeling langer dan één jaar zal duren, de tbs-maatregel met twee jaar dient te worden verlengd. Uit het advies van de [kliniek 1] en de toelichting van de deskundige ter zitting blijkt dat betrokkene na een ernstig geweldsincident binnen de [kliniek 2] is begonnen aan een nieuwe behandelpoging. Er moet nog met daadwerkelijke behandeling worden gestart binnen een andere afdeling. De verwachting van de kliniek is dat betrokkene nog langdurig afhankelijk zal zijn van intensieve begeleiding en externe controle. Dit zal in ieder geval langer dan één jaar duren. De rechtbank zal de tbs met verpleging van overheidswege dan ook verlengen met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. M. van de Wetering en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.C.L.J. Luijten en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 januari 2024.
Mr. Collombon en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.