ECLI:NL:RBZWB:2024:376

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
02-800394-13
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1992 en thans verblijvende in een FPC. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd door het gerechtshof 's-Hertogenbosch in 2014 na overtreding van verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank constateert dat de betrokkene lijdt aan (paranoïde) schizofrenie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, zoals deelname aan schematherapie en het goed verlopen van verlof, zijn er zorgen over terugval in middelengebruik en de motivatie van de betrokkene. De deskundigen van de tbs-instelling hebben geadviseerd de tbs te verlengen, en de rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan. De rechtbank heeft de tbs verlengd met twee jaar, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid dit vereisen. De rechtbank heeft ook de hoop uitgesproken dat een aanstaand driegesprek tussen de betrokkene, zijn raadsvrouw en de behandelcoördinator zal bijdragen aan het terugvinden van de motivatie van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800394-13
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 25 januari 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992
thans verblijvende te FPC [kliniek] . [adres] , [postcode] [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 27 november 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] (hierna: betrokkene);
- het rapport van de [kliniek] d.d. 16 november 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- eventuele andere stukken.

2.De procesgang

Uit het dossier blijkt dat betrokkene bij beslissing van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van
24 december 2014 in verband met overtreding van artikel 302 juncto 45 en 142a van het
Wetboek van Strafrecht (Sr) is ontslagen van alle rechtsvervolging en dat hem tbs is opgelegd.
De rechtbank constateert dat het in deze zaak gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e,
eerste lid, Sr, oftewel misdrijven gericht tegen of gevaar voor de onaantastbaarheid van het
lichaam van een of meer personen.
De tbs is op 16 januari 2015 aangevangen en voor het laatst verlengd bij beslissing van deze
rechtbank van 26 januari 2023 met een termijn van een jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 11 januari 2024 is de officier van justitie gehoord. Tevens zijn [betrokkene] (hierna: betrokkene) en zijn raadsvrouw [naam 1] , advocaat te Amsterdam, gehoord. Verder is de deskundige [naam 2] , behandelcoördinator, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-instelling heeft daartoe aangevoerd dat bij betrokkene sprake is van (paranoïde) schizofrenie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. Sinds 11 april 2023 heeft betrokkene een machtiging voor transmuraal verlof. Naast zijn verloven in Groningen heeft betrokkene ook de mogelijkheid om op landelijk verlof naar gescreende netwerkleden te gaan. Deze verloven verlopen tot op heden goed. De weerstand tegen behandeling is afgenomen, betrokkene is beter in contact met het behandelteam, toont meer initiatief en geeft meer openheid over zijn belevingswereld. Betrokkene moet echter aan zijn aandachtspunten blijven werken, waaronder drugsgebruik. Er zijn in 2023 meerdere incidenten geweest waarbij er sprake is van een vermoeden van gebruik. Deze vermoedens worden begin november 2023 concreter. Betrokkene is meermaals in de war op de afdeling, hij laat spullen vallen, heeft een trage informatieverwerking en heeft rood doorlopen ogen. Ook praat hij met dubbele tong en beweegt hij bijzonder. In gesprek blijft betrokkene ontkennen dat hij gebruikt heeft. Betrokkene kan op één dag meermaals bovenstaand gedrag vertonen en later weer goed in contact zijn. Tijdens een kamercontrole worden gekleurde tipjes gevonden. Betrokkene ontkent echter te gebruiken. Door het ontkennen van gebruik wordt duidelijk hoe beperkt betrokkenes probleeminzicht is, daar gebruik invloed heeft op zijn schizofrenie. Betrokkene stond bovenaan de wachtlijst voor de transmurale vervolgvoorziening van de kliniek maar dat is onder deze omstandigheden niet aan de orde. De risico's zijn daarvoor te hoog. Als betrokkene deze lijn doorzet is hij niet uitstroomwaardig en zal hij teruggeplaatst worden.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog toegevoegd dat er op zeer korte termijn een driegesprek zal plaatsvinden met de deskundige, de raadsvrouw van betrokkene en betrokkene zelf. Er zal gekeken worden of betrokkene medewerking verleent aan het instellen op nieuwe medicatie (Clozapine) en ook zal besproken worden hoe verder te gaan na de periode met meerdere (drugsgebruik)incidenten. Betrokkene is recent weer gestart met schematherapie en dat loopt goed. In de afgelopen periode is het niet alleen slecht gegaan, betrokkene heeft ook laten zien dat hij veel dingen wel goed doet zoals de schematherapie, zijn dagbesteding en het sporten. De kliniek wil de motivatie bij hem terugvinden. Als betrokkene schoon is, gesprekken voert over zijn gebruik en medicatiebereid is dan kan hij weer met verlof.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan. Betrokkene is al een heel eind met zijn behandeling, maar het gaat met (kleine) stappen. Het advies is duidelijk en het is niet realistisch dat de verpleging van overheidswege over een jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Het is wel erg belangrijk dat betrokkene de handdoek uit de ring haalt, om de schouders legt en niet verandert van kliniek. Het afgelopen jaar heeft betrokkene niet de motivatie getoond die nodig was, maar de vordering van twee jaar wordt gedaan met het perspectief dat betrokkene zich herpakt en er naar een voorwaardelijke beëindiging wordt toegewerkt. Alle neuzen staan wat dat betreft dezelfde kant op.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij niet open is geweest over zijn middelengebruik, omdat er ook consequenties aan vast zitten als je er wel open over bent. Hij heeft aangegeven dat hij veel gesprekken heeft gehad en dat hij als oplossing voor zijn middelengebruik alleen een overplaatsing naar een andere kliniek ziet. Het drugsgebruik is een neveneffect van het lang vast zitten. Betrokkene heeft verklaard dat hij op het punt is gekomen dat het hem niets meer uitmaakt, de rechtbank heeft haar beslissing toch al genomen. Hij gooit de handdoek in de ring. Hij wil geen Clozapine gaan gebruiken, omdat hij bang is voor de bijwerkingen. Betrokkene vindt dat hij softdrugs moet kunnen gebruiken zolang hij van zijn problemen niet andermans problemen maakt. Ook betwijfelt hij of uit het driegesprek een oplossing komt.
De verdediging heeft betoogd dat de tbs moet worden verlengd met een jaar. Betrokkene zit al bijna tien jaar binnen. Het is moeilijk om te zien dat hij de handdoek in de ring gooit. Hij vindt dit zelf ook niet prettig. Het is goed om het driegesprek te voeren waarbij wordt gekeken naar de drie belangrijkste punten: overplaatsing, medicatie en motivatie. De grootste zorg van betrokkene ten aanzien van de medicatie zijn de bijwerkingen. Dit komt ook vanwege zijn overleden vader. Hij had diabetes en dat is een bijwerking van het medicijn. Verlenging met een jaar hoeft niet een beloning te zijn, maar kan ook om een vinger aan de pols te houden.

6.Het oordeel van de rechtbank

Moet de tbs worden verlengd?
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Uit de rapportage van de tbs-kliniek volgt dat aan het wettelijk criterium wordt voldaan en de rechtbank is van oordeel dat de tbs moet worden verlengd.
Hoe lang moet de tbs worden verlengd?
Voor het bepalen van de duur van de verlenging van een tbs met verpleging van overheidswege is uitgangspunt dat de tbs wordt verlengd met twee jaren tenzij het mogelijk is om de behandeling en resocialisatie binnen één jaar af te ronden. In onderhavige zaak zijn alle deskundigen het erover eens dat dit niet mogelijk is.
Bij de laatste verlengingszitting is de tbs van betrokkene met een jaar verlengd, omdat de rechtbank het noodzakelijk vond om maatwerk te bieden en een eerder toetsmoment in te lassen, juist om betrokkene gemotiveerd te houden abstinent te blijven van middelen. De rechtbank constateert dat de behandeling in een vergevorderd stadium was en dat betrokkene bovenaan de lijst stond om door te stromen naar een andere voorziening in verband met het transmuraal verlof. Verder hield betrokkene afgelopen periode zijn dagbesteding en sportmomenten goed vol Dit alles verdient een compliment. Juist omdat deze onderdelen van de tbs-behandeling door betrokkene goed zijn opgepakt betreurt de rechtbank het dat hij toch terug is gevallen in middelengebruik. Helaas lukt het hem, ondanks het feit dat hij dichtbij transmuraal verlof zit, niet om gemotiveerd te blijven om abstinent te zijn. Ook zijn algehele behandelmotivatie lijkt te zijn verdwenen. Daarbij komt dat verdachte de door de behandelaars noodzakelijk geachte medicatie niet wil slikken.
Deze omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat transmuraal verlof op korte termijn niet meer aan de orde is, dat de (werk)verloven stop zijn gezet en dat betrokkene terug zal worden gezet van transmuraal naar onbegeleid verlof.
De verwachting is dan ook dat het resocialisatietraject langer dan een jaar in beslag zal nemen. Het is van het gedrag van betrokkene zelf afhankelijk hoe lang het duurt voordat er een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van de tbs kan plaatsvinden. Anders dan hijzelf is de rechtbank overtuigd van het feit dat betrokkene, mits hij zijn motivatie terugvindt en abstinent kan blijven van middelen, richting voornoemde voorwaardelijke beëindiging kan toewerken. Behalve het middelengebruik staat weinig in de weg van een succesvol resocialisatietraject. De rechtbank heeft ook de hoop dat het driegesprek dat zal plaatsvinden tussen de behandelcoördinator van betrokkene, zijn raadsvrouw en hemzelf zal helpen bij het terugvinden van de benodigde motivatie. De rechtbank ziet gelet op de hiervoor genoemde verwikkelingen van afgelopen jaar echter geen reden de tbs opnieuw voor de duur van een jaar te verlengen. Zij zal de tbs verlengen met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. L.W. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.M. Heitzman en is uitgesproken ter openbare zitting op 25 januari 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.