4.3.2De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Het primair ten laste gelegde
Wat is er gebeurd?
Om te kunnen beoordelen of het ten laste gelegde kan worden bewezen zal de rechtbank eerst de feiten vaststellen. Aangever en verdachte hebben verschillend verklaard over hetgeen is voorgevallen die avond.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij buiten het [café] op straat stond en dat hij werd geslagen door iemand die uit dat café kwam. Daardoor ging de capuchon die verdachte droeg af. De man die hem had geslagen zei toen ‘sorry’. Verdachte heeft de man bij zijn jas gepakt en naar de grond gewerkt. Toen de man op de grond lag liet hij los. Verdachte pakte aangevers jas vast tussen de borst en de keel van de man. Verdachte heeft verder verklaard dat hij [naam 1] wordt genoemd.
Aangever heeft verschillende verklaringen afgelegd over de gang van zaken. Zo heeft hij bij de politie eerst verklaard dat hij buiten op straat vóór het café een ruzie wilde sussen waarbij [naam 1] betrokken was, waarna [naam 1] hem met zijn handen bij de keel pakte en met beide handen zeker twee minuten zijn keel dichtdrukte. Het letsel in zijn nek is ontstaan doordat [naam 1] zijn nek had dichtgedrukt. Kort daarna wilde aangever zijn aangifte intrekken en heeft hij onder meer verklaard dat hij door de alcohol de situatie wat had overdreven. Later, toen hij de aangifte toch wilde doorzetten, heeft hij verklaard dat de dader ook de kol van zijn trui had vastgepakt en die rond had gedraaid, waardoor waarschijnlijk de rode striemen in zijn nek waren ontstaan. Verdachte geeft hier een andere oorzaak voor de rode striemen dan in zijn aangifte.
Tijdens het mediationgesprek heeft aangever verklaard dat hijzelf een discussie had met iemand, waar verdachte bij kwam staan. Na de discussie is aangever weggelopen en een kwartier later weer teruggekomen. Toen werd hij vanachteren gegrepen door iemand. Hij heeft niet gezien wie het was, maar iemand anders vertelde hem dat het verdachte was.
Gelet op deze verschillende verklaringen zal de rechtbank behoedzaam omgaan met de aangifte van verdachte.
Er zijn camerabeelden van het incident. Deze camerabeelden zijn niet op een dvd bij het eindproces-verbaal gevoegd. In een proces-verbaal van bevindingen is een beschrijving van de beelden gegeven, met enkele screenshots van de beelden. Omschreven wordt dat twee mannen die zijn herkend als aangever en verdachte elkaar op zoeken en dat zij door anderen van elkaar vandaan worden gehouden of getrokken. Op de beelden is te zien dat verdachte om 02:50:55 uur met zijn linkerhand in de richting van de keel gaat van aangever. Vervolgens gaat verdachte met zijn rechterhand richting de linkerzijde van het hoofd van aangever. Enkele seconden later trekt verdachte aangever naar achteren en valt aangever op zijn zij op de grond. Om 02:51:15 uur stapt verdachte weg van aangever en staat aangever op. Dit alles gebeurt dus in een tijdsbestek van twintig seconden.
In een ander proces-verbaal van bevindingen is ook een beschrijving gegeven van de camerabeelden, en daarin is omschreven dat verdachte met beide handen de keel of de kleding bij de keel van aangever vastpakt. Verdachte zet kracht naar beneden, waardoor aangever met zijn hoofd en schouders naar beneden buigt. Enkele seconden later is te zien dat verdachte aangever naar de grond trekt. Aangever komt op de grond te liggen en staat enkele seconden later weer op. Het zicht op wat zich richting het eind van de beelden afspeelt wordt belemmerd door een boom op het terras van het restaurant naast het café.
De beelden, althans de screenshots daarvan, zijn van een zodanige kwaliteit dat gedetailleerde handelingen niet goed zichtbaar zijn.
Op de camerabeelden is niet te zien dat verdachte de keel van aangever heeft dichtgeknepen. Het scenario zoals door aangever naar voren gebracht tijdens het mediatongesprek komt niet overeen met de camerabeelden. Gelet op het tijdsbestek past ook aangevers verklaring dat verdachte zijn keel twee minuten heeft dichtgeknepen niet bij de camerabeelden.
Uit de (getuigen)verklaringen van de vrouw van aangever en van haar vriendin [naam 2] blijkt niet van een incident tussen aangever en verdachte waarbij de keel van aangever werd dichtgeknepen. [naam 2] heeft wel verklaard over een ruzie tussen aangever en verdachte, waar volgens haar ook de vrouw van aangever bij aanwezig was, maar omschrijft die ruzie als schelden, duwen en trekken. De vrouw van aangever heeft op de bewuste avond tegenover de politie niks verklaard over haar aanwezigheid bij een ruzie, maar zegt wel dat ze daarvan hoorde van haar man toen ze thuis kwam en hem in de voortuin zag zitten. Beide verklaringen passen niet (geheel) bij de verklaringen van aangever. De verklaring van [naam 2] past grotendeels wel bij de camerabeelden, maar de verklaring van de vrouw van aangever niet.
Het dossier bevat verder medische informatie over aangever. Er is huidletsel aan de keel geconstateerd, te weten een rode huid. Er is geen drukpijn bij het strottenhoofd. Het huidletsel is te zien op kleurenfoto’s in het dossier.
Het huidletsel ziet eruit als één ovale rode plek aan zowel de linker – als de rechterzijde van de keel. Dat lijkt minder goed te passen bij het dichtknijpen van de keel met de handen. Ook het ontbreken van drukpijn bij het strottenhoofd ligt niet voor de hand als de keel van aangever met de handen enkele minuten zou zijn dichtgeknepen.
Gelet op de verklaring van verdachte, de beschrijving van de camerabeelden en de aard van het letsel van aangever gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte aangever bij de kleding ter hoogte van de keel heeft vastgepakt en aangever zo naar de grond heeft geduwd. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte met enige kracht in de keel van aangever heeft geknepen en evenmin dat dat enige tijd zou zijn gebeurd.
Opzet op de dood of op zwaar lichamelijk letsel?
De rechtbank ziet in de hierboven beschreven handelingen van verdachte geen aanknopingspunten voor (voorwaardelijk) opzet op de dood van aangever of op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder feit 1 tenlastegelegde.