Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende vervangende toestemming voor het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige. De verzoekster, de vrouw, heeft een verzoek ingediend om vervangende toestemming te verkrijgen voor het aanvragen van een geslachtsnaamwijziging, omdat de man, de verweerder, zijn toestemming niet had gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de minderjarige heeft erkend en dat er eerder een gezamenlijke gezagsbeschikking is afgegeven. De vrouw heeft op 3 juni 2023 het verzoek ingediend, en de man heeft op 7 juli 2023 een instemmingsverklaring afgegeven. Echter, op 21 mei 2024 heeft de vrouw het verzoek ingetrokken, omdat de geslachtsnaam van de minderjarige inmiddels was gewijzigd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, nu het verzoek is ingetrokken, er geen inhoudelijke beoordeling meer nodig is en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Dijkman, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. De Haas als griffier.