ECLI:NL:RBZWB:2024:3702

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
02-182907-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoonte maken van bezit en toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen

Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het maken van een gewoonte van het bezit en de toegang tot kinderpornografische afbeeldingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 22 mei 2024, waarbij de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte, geboren in 1990, werd ervan beschuldigd in de periode van 27 januari 2021 tot en met 8 maart 2023 kinderpornografische afbeeldingen te hebben verspreid, aangeboden, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven en in bezit te hebben gehad. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was. De officier van justitie achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het in bezit hebben en zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzet had op het verwerven en het bezit van de direct benaderbare afbeeldingen, evenals op het zich de toegang verschaffen tot afbeeldingen die niet direct benaderbaar waren. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaring van de verdachte en de aangetroffen zoektermen in de browser van de gegevensdragers van de verdachte. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte in de ten laste gelegde periode een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen had verworven, in bezit had en zich daartoe de toegang had verschaft, en dat hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte had gemaakt.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 240 uur. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. De rechtbank stelde bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf, waaronder toezicht door de reclassering en deelname aan behandelingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-182907-23
vonnis van de meervoudige kamer van 5 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] [woonplaats] ,
raadsman mr. L. Verheuvel, advocaat te Middelburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 mei 2024, waarbij de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 januari 2021 tot en met 8 maart 2023 kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, aangeboden, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben en zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen in de ten laste gelegde periode en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier en de verklaring van verdachte ter zitting. Ook ten aanzien van de minder goed benaderbare afbeeldingen is aannemelijk dat verdachte zich daar op enig moment de toegang toe heeft verschaft.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat kan worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het in bezit hebben, verwerven en zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen voor wat betreft de 10% van de aangetroffen afbeeldingen die direct benaderbaar waren. Ten aanzien van de overige afbeeldingen is niet gebleken dat verdachte wetenschap had dat hij over deze afbeeldingen beschikte, waardoor het bezit ervan niet kan worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Kinderpornografische afbeeldingen op gegevensdragers
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de politie op 8 maart 2023 naar aanleiding van een melding van de toenmalige partner van verdachte een aantal gegevensdragers van verdachte, waaronder een zwarte iPhone, een Samsung Galaxy en een witte iPhone, in beslag heeft genomen en nadien heeft onderzocht. Na beoordeling van ongeveer 57% van het totaal aantal afbeeldingen zijn er in totaal 8842 afbeeldingen (8816 foto’s en 26 video’s) aangetroffen die als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Ongeveer 10% van deze afbeeldingen was direct benaderbaar voor de gebruiker. Ongeveer 20% van de afbeeldingen was niet gemakkelijk te benaderen voor de gebruiker, maar de aanwezigheid ervan gaf wel een sterke indicatie dat de gebruiker de betreffende afbeeldingen op het mobiele apparaat in bezit moet hebben gehad of zichzelf daartoe de toegang heeft verschaft. Ongeveer 60% van de afbeeldingen waren niet direct zichtbaar voor de gebruiker. Deze bevonden zich in de ‘AppData’ map, wat aantoont dat de gebruiker zich daartoe de toegang heeft verschaft door middel van een geautomatiseerd werk. Ongeveer 10% van de afbeeldingen was als thumbnails opgeslagen, die meestal worden opgeslagen in een map die niet direct zichtbaar is voor de gebruiker. Het aantreffen toont wel aan dat de gebruiker het origineel in zijn bezit heeft (gehad) of zich, door middel van een geautomatiseerd werk, daartoe de toegang heeft verschaft.
Opzet
De rechtbank is van oordeel dat er bij verdachte sprake was van opzet op het verwerven en het bezit van de direct benaderbare afbeeldingen en ook op het zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen die ten tijde van het aantreffen niet (meer) direct benaderbaar waren. De rechtbank baseert dit oordeel op de verklaring van verdachte dat hij kinderpornografische afbeeldingen heeft gedownload, bekeken en in sommige gevallen ook heeft verwijderd en de omstandigheid dat in de browser van een van de gegevensdragers van verdachte zoektermen zijn aangetroffen die wijzen op het gericht zoeken naar kinderpornografische afbeeldingen (zoals ‘young porn videos passed out drunk’, ‘nude chubby teen’, ‘young adolescent teen’ en ‘youngest porn stars’).
PeriodeUit de bewijsmiddelen volgt dat van een deel van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen een datum bekend is, zoals ‘aanmaakdatum’ en ‘datum laatst benaderd’ en dat op grond daarvan een vermoedelijke periode kan worden aangegeven waarbinnen de handelingen met betrekking tot de kinderpornografische bestanden vallen. Dit betreft de periode van 27 januari 2021 tot en met 6 maart 2023. Verdachte heeft verklaard dat het om een periode van twee tot drie jaar ging en dat het sowieso voor zijn dertigste is begonnen (dus voor [geboortedag] 2020). Gelet daarop acht de rechtbank bewezen dat verdachte het feit in de ten laste gelegde periode heeft gepleegd.
Gewoonte
Gelet op het grote aantal kinderpornografische afbeeldingen dat verdachte in zijn bezit heeft gehad, heeft verworven en waartoe verdachte zich de toegang heeft verschaft en de lange periode waarin verdachte deze handelingen heeft verricht, acht de rechtbank bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van dit misdrijf.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 27 januari 2021 tot en met 8 maart 2023 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, een (groot aantal) afbeeldingen, te weten foto’s en video’s – en gegevensdrager
sbevattende afbeeldingen, te weten GSM’s - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of vinger/hand
en/of mond/tong en/of met een voorwerp) door zichzelf en/of door een volwassen
man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, van het
lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog
niet heeft/hebben bereikt (onder meer afbeeldingen 01, 02, 03, 05, 07 van de
toonmap), en
- het (laten) betasten van de geslachtsdelen en/of borsten en/of billen van (een)
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt
door een volwassen persoon/een persoon die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt/zichzelf (onder meer afbeeldingen 02, 06, 10 van de
toonmap), en
- het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt en/of het houden van een (stijve) penis naast het
gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt en/of het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren op
het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt (onder meer afbeelding 09 van de toonmap), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met
voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij
haar/zijn/hun leeftijd past/passen en/of door de het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk
de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer afbeeldingen
04, 06, 09 van de toonmap);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Bij haar eis heeft zij rekening gehouden met de ernst van het feit, de richtlijnen van het openbaar ministerie voor dergelijke feiten en de zorgen die over verdachte naar voren zijn gekomen in het reclasseringsrapport. De aard en de hoeveelheid van de afbeeldingen rechtvaardigen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Om te proberen het risico op recidive te beperken, is een deels voorwaardelijke straf noodzakelijk zodat aan verdachte de geadviseerde bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht opgelegd kunnen worden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, waarbij ten aanzien van de controle van de gegevensdragers moet worden toegevoegd dat dat alleen ziet op kinderporno en dat de functionaris die kennisneemt van de gegevens tot geheimhouding is gehouden. Deze straf is conform de LOVS oriëntatiepunten voor het enkele bezit van kinderporno en sluit aan bij waar het zwaartepunt in de zaak ligt. Verzocht wordt rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte die naar voren zijn gekomen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit, het verwerven en het zich de toegang verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen, waarbij hij een gewoonte heeft gemaakt van deze handelingen. De kinderen op de aangetroffen beelden waren hoofdzakelijk meisjes in de leeftijd tussen de 6 en 12 jaar oud. Op een groot deel van de afbeeldingen was sprake van seksuele handelingen bij minderjarigen. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een ernstige strafbaar feit. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Zonder vraag is er immers geen aanbod. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en niet zelden de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee geconfronteerd kunnen worden. Verdachte heeft als gebruiker van deze beelden een bijdrage geleverd aan deze gevolgen en is hier daarom mede verantwoordelijk voor. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte. Hieruit volgt dat verdachte eerder strafbeschikkingen opgelegd heeft gekregen, maar niet recent en niet voor soortgelijke feiten.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van de reclassering van 1 mei 2024. Hieruit volgt dat verdachte volgens zijn moeder eerder een waarschuwing heeft gekregen wegens het bezit van kinderpornografisch materiaal en dat er bij de politie diverse meldingen zijn gedaan van seksueel grensoverschrijdend en overlastgevend gedrag door verdachte in de buurt. Verdachte is in het verleden meermaals vrijwillig opgenomen geweest vanwege zijn forse middelengebruik. Er is op meerdere leefgebieden sprake van problematiek. Volgens de reclassering is er bij verdachte sprake van verslavingsgevoelig gedrag. Hij lijkt te vluchten in middelen, (kinder)porno en gamen. Het ontbreekt verdachte aan dagbesteding en een steunend netwerk. Daarnaast is er met episoden sprake van depressieve gevoelens. De reclassering vindt uitgebreid diagnostisch onderzoek geïndiceerd. Zowel het algemene recidiverisico als het risico op zedenfeiten wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert om aan verdacht een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname), dagbesteding, meewerken aan middelencontrole, vermijden van kinderporno (met de mogelijkheid tot controle op de gegevensdragers), meewerken aan diagnostiek en meewerken aan begeleiding door Maatschappelijk Justitiële Dienstverlening (hierna: MJD).
Strafmaat
De rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is, gelet op de aard en hoeveelheid van de kinderpornografische afbeeldingen, de oriëntatiepunten van de rechtbank en de straffen die doorgaans voor dergelijke feiten worden opgelegd. Uit de inhoud van het reclasseringsrapport en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, volgt dat bij verdachte sprake is van problematiek op meerdere leefgebieden en dat met name zijn verslavingsproblematiek een grote zorg is. Het is van groot belang dat verdachte mee gaat werken aan hulpverlening om te werken aan zijn problematiek, zodat hopelijk het risico op recidive wordt beperkt. Een forse voorwaardelijke gevangenisstraf is noodzakelijk om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, om het opleggen van bijzondere voorwaarden mogelijk te maken en verdachte ertoe te bewegen zich daar aan te blijven houden. Verder is gebleken dat verdachte geen dagbesteding heeft. Mede om die reden is zal aan verdachte een werkstraf wordt opgelegd naast de voorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegend zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 8 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Voor wat betreft de aan verdachte op te leggen voorwaarden volgt de rechtbank het advies van de reclassering. Zij zal aan verdachte reclasseringstoezicht opleggen en de verplichting om mee te werken aan een meldplicht, ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname), dagbesteding, middelencontrole, het vermijden van kinderporno (met de mogelijkheid tot controle op de gegevensdragers), meewerken aan diagnostiek en meewerken aan begeleiding door MJD. De rechtbank zal de proeftijd op drie jaar bepalen, vanwege de omvang en ernst van de problematiek van verdachte.
Controle gegevensdragers
Over de geadviseerde bijzondere voorwaarde inhoudende de controle van de gegevensdragers, overweegt de rechtbank nog het volgende. Uit vaste rechtspraak volgt dat een dergelijke gedragsvoorwaarde, die ertoe strekt het toezicht op andere door de rechter gestelde voorwaarden mogelijk te maken of te bevorderen, kan worden gesteld. Daarbij geldt dat deze gedragsvoorwaarde voldoende precies geformuleerd moet worden en niet verder mag strekken dan voor het toezicht op de naleving van de andere bijzondere voorwaarden noodzakelijk is. De controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers vormt een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker daarvan en de rechtbank moet hier rekening mee houden door de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo gedetailleerd te omschrijven dat deze niet verder gaat dan strikt noodzakelijk. Uit de voorwaarde moet in ieder geval blijken op welke wijze de controles van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd en hoe is gewaarborgd dat de persoonlijke levenssfeer niet verdergaand wordt beperkt dan nodig is voor het beoogde toezicht. Een gedragsvoorschrift mag niet geacht worden gedrag van de verdachte te omvatten dat in feite overeenkomt met het meewerken aan door de politie uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen.
In dat kader zal de rechtbank verschillende voorwaarden/beperkingen verbinden aan de controles die ten behoeve van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd. Deze beperkingen hebben betrekking op de maximale hoeveelheid en frequentie van controles, de wijze waarop de controles worden en door wie de controles mogen worden uitgevoerd. Dit leidt tot de in het dictum geformuleerde bijzondere voorwaarde.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een afbeelding – en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, verwerven en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 8 (acht) maanden, waarvan 6 (zes) voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Emergis Verslavingsreclassering op het adres Vrijlandstraat 33e, 4337 EA te Middelburg en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start per direct. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrisch ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeurig door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
> het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
> het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
> het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
* dat verdachte meewerkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek, te behoeve van de hiervoor vermelde bijzondere voorwaarde (het vermijden van kinderporno). Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. Het toezicht mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). Ten behoeve van deze controle mag een deskundige (niet zijnde een opsporingsambtenaar) de reclassering (technische) ondersteuning bieden;
* dat verdachte meewerkt aan de afname van uitgebreide diagnostiek;
* dat verdachte meewerkt aan de begeleiding door Maatschappelijk Justitiële Dienstverlening;
-
voorwaarden daarbijzijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan Emergis Verslavingsreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 (honderdtwintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van der Welle, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 juni 2024.
Mr. Nomes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.