ECLI:NL:RBZWB:2024:368

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
10687389 \ CV EXPL 23-2931 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en schadevergoeding in verband met telefoonabonnement

In deze civiele zaak vordert CE Credit Management betaling van openstaande facturen en schadevergoeding van [gedaagde] in verband met een telefoonabonnement. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] enkele facturen van T-Mobile niet heeft betaald, maar dat CE Credit Management onvoldoende heeft aangetoond dat [gedaagde] aanmaningen heeft ontvangen. Hierdoor zijn de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat CE Credit Management recht heeft op betaling van de openstaande facturen, die in totaal € 658,65 bedragen, en dat [gedaagde] in verzuim is geraakt door niet tijdig te betalen. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de vervaldatum van de facturen. CE Credit Management heeft ook aanspraak gemaakt op incassokosten, maar deze zijn afgewezen omdat niet is aangetoond dat de aanmaningen [gedaagde] hebben bereikt. De proceskosten worden toegewezen aan CE Credit Management, die in totaal € 693,84 aan kosten kan vorderen. Het vonnis is uitgesproken op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10687389 \ CV EXPL 23-2931
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
CE CREDIT MANAGEMENT INVEST FUND 1 B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: CE Credit Management,
gemachtigde: LegalSteps B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
aanvankelijk gemachtigde: mr. C.J.E.A. van Gorp
thans procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

CE Credit Management is van mening dat [gedaagde] enkele facturen ten onrechte niet heeft betaald. De kantonrechter is van oordeel dat dat juist is. Nu CE Credit Management echter niet, althans onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat [gedaagde] aanmaningen heeft ontvangen, hoeft [gedaagde] niet de gevorderde buitengerechtelijke kosten te betalen.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 8
- de conclusie van antwoord
- de akte van CE Credit Management met productie 9
- de antwoord-akte van [gedaagde]
- de aanvullende akte van [gedaagde] met diverse (ongenummerde) producties
- de akte van uitlating van CE Credit Management.

3.De feiten

3.1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- Omstreeks 13 juli 2018 sluit [gedaagde] in een winkel van T-Mobile twee overeenkomsten met T-Mobile: een overeenkomst voor het leveren van mobiele telecommunicatiediensten van T-Mobile en een toestelovereenkomst met een toestelkrediet. In deze overeenkomsten staan als persoonsgegevens van de contractant:
Naam: [gedaagde] [geslacht]
Adres: [adres]
Postcode/Plaats: [postcode] [plaats]
Email: [email]
(Vast) telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
[…]
[rekeningnummer] Betalingswijze: Automatische incasso
- De specificatie van het abonnement geeft aan, voor zover relevant:
Naam: [gedaagde]
Geslacht: Onbekend
E-mail: [email]
SIM nummer: [SIM nummer]
Mobiel nummer: [telefoonnummer 2]
Abonnement: Go 0,00
Abonnementsduur: 24 maanden
Aanvullende diensten: Go add-ons: Up - 10 GB + Onbeperkt bellen € 34,99
Activeringsdatum aansluiting: Op datum nummerportering
Korting(en): E 13,00 korting Up € 13,00
- Voor het toestel is een toestelprijs overeengekomen van € 725,69 waarbij een eenmalige bijbetaling van € 101,69 geldt en een toestelkrediet van € 624,00 dat in maandelijkse betalingen van € 26,00 wordt betaald.
- Op de overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden en toestelvoorwaarden van T-Mobile van toepassing. In artikel 11 van de algemene voorwaarden is opgenomen:
11. Je zult begrijpen dat wij onze diensten alleen kunnen aanbieden als jij op tijd je betalingsverplichtingen nakomt. Bij niet tijdige betaling behouden wij ons al onze wettelijke rechten voor. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de levering van onze diensten opschorten, buitengerechtelijke incassokosten in rekening brengen en de vordering overdragen aan een
incassobureau.
- [gedaagde] heeft de volgende facturen van T-Mobile niet betaald:
Factuurnummer
Datum
Vervaldatum
Bedrag
[factuurnummer 1]
17-06-2019
€ 47,99
[factuurnummer 2]
15-07-2019
€ 47,99
[factuurnummer 3]
14-08-2019
€ 47,99
[factuurnummer 4]
12-09-2019
€ 47,99
[factuurnummer 5]
12-10-2019
€ 50,53
[factuurnummer 6]
24-10-2019
€ 416,16
Totaal
€ 658,65
- CE Credit Management is door cessie eigenaar geworden van de vorderingen die T-Mobile in verband met deze overeenkomsten heeft op [gedaagde] .

4.Het geschil

4.1.
CE Credit Management vordert betaling van € 658,65 aan openstaande facturen met wettelijke rente en voor het geval die vordering zou worden afgewezen een bedrag van in totaal € 329,10 aan resterende toestelprijs. Daarnaast vordert zij betaling van een bedrag van € 98,80 aan incassokosten en dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld. CE Credit Management wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. CE Credit Management
4.2.
[gedaagde] is het met de vordering van CE Credit Management eens voor zover het gaat om de resterende toestelkosten. [gedaagde] voert verweer tegen alle andere kosten. [gedaagde] vindt dat dat deel van de vordering van CE Credit Management moet worden afgewezen.

5.De beoordeling

Standpunt en vordering van CE Credit Management
5.1.
CE Credit Management stelt dat T-Mobile op grond van de door haar met [gedaagde] gesloten overeenkomsten aan [gedaagde] facturen heeft gestuurd voor de maandelijks in rekening te brengen bedragen, bestaande uit een vast toestelbedrag, een vast abonnementsbedrag en een variabel bedrag voor eventuele aanvullende diensten (gebruikskosten). De facturen zijn gestuurd naar het door [gedaagde] zelf opgegeven postadres en emailadres. Enkele facturen zijn niet voldaan. De betalingstermijn van deze facturen is verstreken, zodat deze volgens haar opeisbaar zijn. CE Credit Management stelt dat T-Mobile de overeenkomsten heeft ontbonden vanwege het niet betalen door [gedaagde] . Vanwege deze ontbinding heeft zij recht op schadevergoeding. Dit betreft in verband met het abonnement een bedrag van € 118,02 en in verband met het toestel een bedrag van in totaal € 329,10. Ook deze bedragen heeft zij gefactureerd, maar zijn niet door [gedaagde] betaald. In totaal zijn zes facturen onbetaald gebleven. Het totale openstaande bedrag is € 658,65. Tot slot stelt CE Credit Management dat zij recht heeft op vergoeding van wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] was te laat met betalen en daardoor vanaf de vervaldatum op de factuur in verzuim. Vanaf dat moment is hij wettelijke rente verschuldigd. T-Mobile heeft vanwege het niet betalen buitengerechtelijke werkzaamheden verricht. De in dat kader gestuurde sommaties van 25 april 2023 en 30 mei 2023 zijn naar het huidige woonadres van [gedaagde] gestuurd, waar hij ook de dagvaarding heeft ontvangen. De incassokosten, een bedrag van € 98,80, moet [gedaagde] betalen op grond van artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek (BW).
Standpunt en vordering van [gedaagde]
5.2.
erkent dat hij rond 13 juli 2018 de door CE Credit Management genoemde overeenkomsten met T-Mobile sloot. Hij stelt echter dat deze overeenkomsten enige tijd later zijn geëindigd doordat hij een vervangend contract sloot met T-Mobile voor telefoonnummer ‘ [telefoonnummer 1] ’. Hij heeft het telefoonnummer ‘ [telefoonnummer 2] ’ van de genoemde overeenkomsten nooit gebruikt.
5.3.
[gedaagde] betwist dat hij de door CE Credit Management genoemde facturen en sommaties heeft gekregen. Hij woonde destijds ook niet op het aangegeven adres. Dat adres is van zijn moeder. Zij heeft de facturen en brieven ook nooit gekregen. Bovendien kende TMobile het juiste, nieuwe adres, e-mailadres en telefoonnummer van [gedaagde] wel, omdat [gedaagde] een abonnement had bij T-Mobile voor telefoonnummer ‘ [telefoonnummer 1] ’, waarvoor hij maandelijks betaalde. T-Mobile had dus eenvoudig de juiste gegevens van [gedaagde] kunnen gebruiken. Ook in de app van T-Mobile heeft nooit gestaan dat hij nog facturen moest betalen. Daarom is hij in ieder geval niet de incassokosten en overige kosten verschuldigd. T-Mobile heeft bovendien gehandeld in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Zij had meteen moeten laten weten dat de overeenkomsten van 13 juli 2018 bleven voortduren terwijl ook een nieuwe overeenkomst was gesloten. In dat geval had [gedaagde] eerder geprotesteerd. T-Mobile had niet 4 jaar moeten wachten, met berekening van de kosten voor de volle contractperiode.
Er is voldaan aan de informatieplichten
5.4.
Tussen partijen staat vast dat de door CE Credit Management gestelde overeenkomsten tussen [gedaagde] en T-Mobile zijn gesloten. Het gaat in dit geval om overeenkomsten die zijn gesloten tussen een handelaar en een consument en binnen de verkoopruimte. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar, T-Mobile, voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l aanhef en onder a, b, c, d en f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat CE Credit Management voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat aan de wettelijke informatieplichten is voldaan, zodat sprake is van twee rechtsgeldige overeenkomsten.
5.6.
CE Credit Management heeft onbetwist gesteld dat zij door middel van cessie rechthebbende is geworden van de vorderingen uit deze overeenkomsten tussen T-Mobile en [gedaagde] , zodat de kantonrechter hiervan uitgaat.
Van een vervangende overeenkomst blijkt niet
5.7.
[gedaagde] stelt dat de overeenkomsten van 13 juli 2018 zijn beëindigd op het moment dat hij met TMobile een vervangende overeenkomst sloot. [gedaagde] heeft echter niet, althans onvoldoende gemotiveerd waaruit blijkt dat de overeenkomsten van 13 juli 2018 zijn vervangen door een andere overeenkomst of zijn beëindigd. [gedaagde] heeft ook niet aangevoerd wanneer hij deze ‘vervangende’ overeenkomsten met T-mobile zou hebben gesloten. Weliswaar volgt uit de door hem overgelegde stukken dat hij ook een abonnement heeft bij TMobile dat hoort bij het gebruik van een ander telefoonnummer ( [telefoonnummer 1] ), maar [gedaagde] heeft geen contract, noch andere stukken overgelegd waarin staat dat een contract in verband met dit telefoonnummer [telefoonnummer 1] in de plaats van de overeenkomsten van 13 juli 2018 is gekomen. Dat [gedaagde] wellicht voor zijn telefoonnummer [telefoonnummer 1] na 13 juli 2018 een nieuwe overeenkomst sloot, is niet relevant. Niet blijkt immers dat de overeenkomst voor telefoonnummer [telefoonnummer 1] verband houdt met de overeenkomsten van 13 juli 2018 voor telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Het enkele feit dat alle overeenkomsten zijn gesloten met T-Mobile maakt dat niet anders.
Tot slot heeft [gedaagde] ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de overeenkomsten van 13 juli 2018 op een andere manier rechtsgeldig zijn beëindigd. Dat [gedaagde] het hierbij horende telefoonnummer ‘ [telefoonnummer 2] ’ nooit heeft gebruikt, maakt dat niet anders.
De kantonrechter gaat dan ook aan het verweer van [gedaagde] voorbij. Dit heeft tot gevolg dat [gedaagde] verplicht bleef om aan zijn betalingsverplichtingen op grond van deze overeenkomsten van 13 juli 2018 te voldoen.
Vorderingen
1.maandbedragen abonnement en toestel
5.8.
[gedaagde] heeft de facturen niet betaald. Hij heeft de hoogte van de op deze facturen aangegeven maandelijkse kosten voor het abonnement en toestel niet betwist. Daarmee heeft [gedaagde] niet aan zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomsten met T-Mobile voldaan. De kantonrechter zal daarom dit deel van de vorderingen toewijzen.
2.schadevergoeding
5.9.
Door niet te betalen, is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen en in verzuim geraakt. Op grond daarvan heeft T-Mobile de overeenkomsten terecht ontbonden. Vanwege deze ontbinding maakt CE Credit Management op grond van artikel 11 van de algemene voorwaarden, althans artikel 6:277 in combinatie met artikel 6:96 en 6:97 BW naar het oordeel van de kantonrechter terecht aanspraak op vergoeding van de schade als gevolg van de ontbinding.
-
resterende abonnementsbedragen
De gestelde schade bestaat enerzijds uit de resterende abonnementsbedragen tussen het moment van ontbinding van de overeenkomst (21 oktober 2019) en het einde van de overeengekomen looptijd (10 november 2020). Dit betreft de abonnementsbedragen die TMobile van [gedaagde] zou hebben ontvangen, als [gedaagde] zijn vaste maandelijkse verplichtingen tot het einde van de looptijd zou zijn nagekomen. Het betreft een bedrag van € 118,02. Nu het bedrag is berekend met in achtneming van het Rapport Ambtshalve Toetsing II/III en CE Credit Management op grond daarvan 50% van het resterende bedrag aan abonnementskosten vordert, zal de kantonrechter dit bedrag van € 118,02 toewijzen.
-
Resterende toestelprijs
De gestelde schade bestaat anderzijds uit de resterende toestelprijs. De kantonrechter is van oordeel dat CE Credit Management voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat hier sprake is van een toestelkredietovereenkomst met een zogenoemd ‘zacht krediet’, een krediet zonder rente en andere kosten zoals bedoeld in artikel 7:58 lid 2, onder e, eerste gedeelte, BW. In een dergelijke overeenkomst moet, ter bescherming van het belang van de koper, wel duidelijk zijn wat de koopprijs van de door hem gekochte zaak is en daarmee wat de omvang is van de door hem verschuldigde termijnen, voor zover die daarop betrekking hebben. Aan die eis is in dit geval voldaan. In de overeenkomst staat namelijk dat het totaalbedrag voor het toestel € 725,69 bedraagt. Na een eenmalige bijbetaling van € 101,69 geldt een totaalbedrag voor het krediet van € 624,00. Dit kredietbedrag wordt afgelost in 24 maandelijkse termijnen van € 26,00. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat de toestelkredietovereenkomst rechtsgeldig is en zal de kantonrechter de resterende termijnen die zien op de toestelovereenkomst met een totaalbedrag van € 329,10 toewijzen.
5.10.
[gedaagde] heeft nog gesteld dat T-Mobile heeft gehandeld in strijd met haar contractuele verplichtingen en de redelijkheid en billijkheid door niet meteen met gebruik van het juiste adres hem te informeren over de openstaande facturen. Daardoor zijn de kosten opgelopen. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] met ‘het juiste adres’ doelt op zijn stelling dat hij aan T-Mobile een nieuw adres en emailadres heeft doorgegeven in verband met zijn abonnement voor telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Hoewel CE Credit Management deze stelling niet heeft betwist, heeft [gedaagde] niet althans onvoldoende gemotiveerd gesteld wanneer en op welke wijze hij T-Mobile hierover heeft ingelicht. Niet kan dan ook vastgesteld worden of, en zo ja, vanaf wanneer T-Mobile berichten in verband met de twee overeenkomsten ten onrechte naar een oud (e-mail) adres van [gedaagde] stuurde, terwijl zij wist dat dit (e-mail) adres niet meer juist was. Evenmin kan daardoor vastgesteld worden of kosten als gevolg daarvan onnodig zijn opgelopen. De kantonrechter gaat daarom aan deze stellingen van [gedaagde] voorbij.
3. wettelijke rente
5.11.
CE Credit Management maakt aanspraak op wettelijke rente vanaf de datum van verzuim. Verzuim treedt in de dag na het verstrijken van de uiterste betaaldatum als op die datum nog niet betaald is.
Op de facturen met nummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] , [factuurnummer 3] en [factuurnummer 4] is geen uiterste betaaldatum opgenomen. De dagen waarop volgens deze facturen T-Mobile het factuurbedrag zou afschrijven van de rekening van [gedaagde] zijn respectievelijk 25 juni 2019, 23 juli 2019, 22 augustus 2019 en 20 september 2019. Het verzuim van [gedaagde] ten aanzien van deze facturen is daarmee ingegaan op respectievelijk 26 juni 2019, 24 juli 2019, 23 augustus 2019 en 21 september 2019.
Op de facturen met de nummers [factuurnummer 5] en [factuurnummer 6] is wel een uiterste betaaldatum opgenomen van respectievelijk 22 oktober 2019 en 3 november 2019. Daarmee hanteerde T-Mobile een betaaltermijn van 10 dagen conform de toepasselijke algemene voorwaarden. Het verzuim van [gedaagde] voor betaling van die facturen is daarom ingetreden op 23 oktober 2019 respectievelijk 4 november 2019. De kantonrechter zal de wettelijke rente dan toewijzen tot aan de dag van betaling over:
[factuurnummer 1]
€ 47,99
vanaf 26 juni 2019
[factuurnummer 2]
€ 47,99
vanaf 24 juli 2019
[factuurnummer 3]
€ 47,99
vanaf 23 augustus 2019
[factuurnummer 4]
€ 47,99
vanaf 21 september 2019
[factuurnummer 5]
€ 50,53
vanaf 23 oktober 2019
[factuurnummer 6]
€ 416,16
vanaf 4 november 2019
4.incassokosten
5.12.
CE Credit Management maakt aanspraak op vergoeding van incassokosten. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gesteld dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht en voldoen één of meer aanmaningen aan het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] betwist echter dat hij facturen of aanmaningen heeft ontvangen.
5.13.
Op grond van artikel 3:37 lid 3 BW (de ontvangsttheorie) is uitgangspunt dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring (hier: de schriftelijke aanmaningen), om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt. Met betrekking tot een schriftelijke verklaring geldt als uitgangspunt dat deze de geadresseerde heeft bereikt, als zij door hem is ontvangen. Ook bepaalt de wet dat een verklaring die de geadresseerde niet of niet tijdig heeft bereikt, toch haar werking heeft, als dit niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling.
5.14.
De kantonrechter overweegt daarom dat CE Credit Management enkel aanspraak kan maken op vergoeding van gemaakte incassokosten, als de aanmaning waarin deze zijn aangezegd [gedaagde] ook heeft bereikt of het niet-bereiken is veroorzaakt door een eigen handeling van [gedaagde] .
5.15.
CE Credit Management stelt dat de facturen en brieven naar het door [gedaagde] aangegeven e-mailadres zijn gestuurd. [gedaagde] betwist deze e-mails te hebben ontvangen. Uit de overgelegde facturen en brieven blijkt niet naar welk e-mailadres deze zijn gestuurd. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat deze naar een e-mailadres van [gedaagde] zijn gestuurd en daarmee ook niet dat ze [gedaagde] hebben bereikt. De kantonrechter is op grond daarvan van oordeel dat CE Credit Management niet, althans onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de aanmaningen [gedaagde] per e-mail hebben bereikt.
5.16.
Vast staat dat [gedaagde] bij het sluiten van de overeenkomsten met T-Mobile het adres aan de [adres] te [plaats] heeft opgegeven. T-Mobile mocht er dan ook in beginsel vanuit gaan dat dit het juiste adres was en dat aan dat adres gestuurde berichten [gedaagde] zouden bereiken. Op de overgelegde facturen en brieven van of namens T-Mobile uit 2019 en 2020 staat dit adres ook aangegeven. Het is aan [gedaagde] om adreswijzigingen door te geven. Doet hij dit niet dan geldt dit als een eigen handeling waarvan de gevolgen voor rekening en risico van [gedaagde] komen. Aan het verweer van [gedaagde] dat hij daar op dat moment niet woonde gaat de kantonrechter dan ook voorbij. [gedaagde] betwist echter ook dat de facturen en brieven op dat adres zijn ontvangen. Zijn moeder, die wel op dat aangegeven woonadres woont, heeft nooit facturen of brieven van T-Mobile voor hem ontvangen. Bovendien zou hij aan T-Mobile een nieuw adres en emailadres hebben doorgegeven in verband met zijn abonnement voor telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De aanmaningen van de deurwaarder van 25 april 2023 en 30 mei 2023 zijn in ieder geval aan het huidige adres van [gedaagde] geadresseerd. [gedaagde] heeft echter ook de ontvangst op dat adres betwist.
Aangezien CE Credit Management zich beroept op het rechtsgevolg van betaling van incassokosten, is het aan haar om, gezien deze betwisting, nader te stellen en te onderbouwen dat de aanmaningen [gedaagde] per post wel hebben bereikt. De opmerking dat [gedaagde] de dagvaarding wel in goede orde heeft ontvangen zodat het niet aannemelijk is dat overige correspondentie hem niet bereikt heeft, is daarvoor onvoldoende. Niet valt immers in te zien hoe [gedaagde] de betwisting van de ontvangst van de brieven nader had kunnen onderbouwen dan hij heeft gedaan. De kantonrechter overweegt daarbij dat CE Credit Management de aanmaningen ook per aangetekende post had kunnen versturen om er zeker van te zijn dat deze [gedaagde] zouden bereiken. Gesteld noch gebleken is dat zij dat heeft gedaan. De kantonrechter kan om die reden niet vaststellen dat de betreffende poststukken daadwerkelijk zijn verzonden en ook niet dat de aanmaningen daadwerkelijk door [gedaagde] zijn ontvangen. De gevolgen van het niet aangetekend versturen, dienen voor rekening en risico van CE Credit Management te komen. Dit geldt te meer, nu het al dan niet ontvangen door [gedaagde] van een aanmaning van belang was voor de aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter zal deze vordering dan ook afwijzen.
4.proceskosten
5.17.
CE Credit Management vordert tot slot veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Hoewel de kantonrechter hiervoor heeft overwogen dat niet is gebleken dat [gedaagde] aanmaningen heeft ontvangen van CE Credit Management, staat wel vast dat [gedaagde] de door hem verschuldigde maandbedragen voor abonnement en toestel niet betaalde, ook niet nadat hij een dagvaarding ontving. Daarom zal de kantonrechter deze vordering, inclusief nakosten, toewijzen. De proceskosten worden begroot op:
- dagvaarding € 107,84
- griffierecht € 322,00
- salaris gemachtigde € 198,00 (1,5 punten x tarief € 132,00)
- nakosten € 66,00
--------------------
Totaal € 693,84

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan CE Credit Management te betalen een bedrag van € 658,65, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over
[factuurnummer 1]
€ 47,99
vanaf 26 juni 2019
[factuurnummer 2]
€ 47,99
vanaf 24 juli 2019
[factuurnummer 3]
€ 47,99
vanaf 23 augustus 2019
[factuurnummer 4]
€ 47,99
vanaf 21 september 2019
[factuurnummer 5]
€ 50,53
vanaf 23 oktober 2019
[factuurnummer 6]
€ 416,16
vanaf 4 november 2019
tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van CE Credit Management tot dit vonnis vastgesteld op € 693,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.