ECLI:NL:RBZWB:2024:3617
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding na intrekking van beroep inzake aanvraag Nederlands paspoort voor minderjarige
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juni 2024, wordt het verzoek van verzoeker om een proceskostenvergoeding van de minister van Buitenlandse Zaken beoordeeld. Verzoeker had een aanvraag voor een Nederlands paspoort voor een minderjarige ingediend, welke door de minister niet in behandeling was genomen. Na bezwaar en een bestreden besluit, heeft de minister op 1 september 2023 besloten het bezwaar gegrond te verklaren en het verzoek om een paspoort toe te kennen. Verzoeker trok hierna het beroep in, maar verzocht de rechtbank om de minister te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank oordeelt dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. De rechtbank stelt de proceskosten op € 1.750,- en bepaalt dat de minister dit bedrag aan verzoeker moet vergoeden. Tevens moet de minister het griffierecht van € 178,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.