Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 juli 2023 en de onderliggende stukken,
- de akte van de zijde van [gedaagde in conventie] met de producties 19-23,
- de antwoordakte uitlaten na tussenvonnis van de zijde van [eiseres in conventie] .
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
3.De beslissing
13 maart 2024voor uitlating door [eiseres in conventie] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart tot en met juni 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,