Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2024 in de zaak tussen
Stichting [eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres,
[vergunninghoudster] B.V.te [plaats 2] , vergunninghoudster.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 30 mei 2024, wordt het beroep van een natuurorganisatie tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een aparthotel in Burgh-Haamstede behandeld. De omgevingsvergunning is verleend op basis van artikel 2.12 van de Wabo, maar de rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders onvoldoende heeft onderbouwd dat de vergunning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en de natuurlijke kenmerken van het nabijgelegen Natura 2000-gebied niet zal aantasten. De rechtbank stelt dat er een passende beoordeling moet worden opgesteld om de stikstofdepositie in de bouw- en gebruiksfase te onderzoeken, en dat het college moet motiveren hoe het bouwplan de gevolgen voor het Natuurnetwerk Zeeland beïnvloedt. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na het ontvangen van aanvullende gronden van eiseres en heeft het college de gelegenheid gegeven om de gebreken in het besluit te herstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.