ECLI:NL:RBZWB:2024:3576

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
02-002116-04
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met verstandelijke beperking en aanpassing van voorwaarden

Op 31 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een 66-jarige man met een verstandelijke beperking. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs met twee jaar wordt verlengd, gezien het recidivegevaar dat voortvloeit uit de geestelijke stoornis van de betrokkene. De rechtbank baseerde haar oordeel op adviezen van de reclassering en externe gedragsdeskundigen, die aangaven dat de betrokkene nog steeds professionele begeleiding nodig heeft om recidive te voorkomen. De betrokkene verblijft momenteel in een zorginstelling waar hij stabiel functioneert, maar er is nog geen geschikte vervolgplek gevonden. De rechtbank heeft ook de voorwaarden voor de tbs aangepast, waaronder de mogelijkheid van een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum, die nu afhankelijk is van de instemming van de betrokkene. De beslissing om de tbs te verlengen met twee jaar is genomen om de betrokkene de tijd te geven om in een geschikte setting te worden ingepast en om zijn resocialisatie te bevorderen. De rechtbank heeft de aanpassingen van de voorwaarden goedgekeurd, aangezien deze noodzakelijk zijn voor het toezicht en de begeleiding van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/002116-04
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 31 mei 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1957
verblijvende bij [zorginstelling] , [zorglocatie 1] te [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 8 april 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen van Reclassering Nederland omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid in de vorm van voortgangsverslagen van betrokkene tot en met 18 januari 2024;
- het pro Justitia rapport van drs. [naam 1] , GZ-psycholoog, van 21 maart 2024;
- het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 28 maart 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Breda van 14 december 2004 is betrokkene wegens poging tot
verkrachting veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf en tbs met verpleging van
overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 31 mei 2005 aangevangen en laatstelijk verlengd bij beslissing van 13 juni 2022 voor een termijn van twee jaren. Daarbij is de verpleging van overheidswege onder meerdere voorwaarden voorwaardelijk beëindigd.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 17 mei 2024 is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat te Borne.
Voorts is als deskundige dhr. [naam 2] , reclasseringswerker, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

In het advies van de reclassering komt naar voren dat er bij betrokkene sprake is van een verstandelijke beperking licht-matig van ernst en ernstige beperkingen op het gebied van zijn sociaal, emotioneel en maatschappelijk functioneren. Zijn empathische vermogen is daardoor beperkt. Over het algemeen is hij goed in de samenwerking, maar wanneer hij door irreële gedachten het gevoel heeft dat hij niet wordt gehoord of wordt achtergesteld, laat hij zich gelden door in verzet te gaan. Vanuit zijn onvermogen laat hij vooral verbaal agressief, recalcitrant en koppig gedrag zien als coping om zaken af te dwingen met de kans op delictgedrag tot gevolg. Zijn coping heeft veelal een averechts en polariserend effect. Betrokkene is hierin nauwelijks leerbaar en door zijn verstandelijke beperking, het ontbreken van ziektebesef en ziekte-inzicht, overschat betrokkene zijn eigen kunnen en is hij blijvend aangewezen op professionele begeleiding in een setting met expertise op forensisch vlak zoals [zorglocatie 1] met zorg die ook gericht is op pre-delictgedrag om snel in te kunnen grijpen. Het afgelopen jaar is gebleken hoe kwetsbaar de situatie is. Betrokkene ontregelde meerdere malen en ging in verzet, waardoor de samenwerking bij [zorglocatie 2] ernstig onder spanning kwam te staan met twee maal een crisis-opname bij [kliniek] , waarna voortzetting van zijn verblijf hier niet mogelijk was. Dit had een overplaatsing binnen [zorginstelling] naar [zorglocatie 1] in [plaats] tot gevolg. Door het risicomanagement bij [zorglocatie 1] , door aan te sluiten bij zijn problematiek en overzicht en duidelijkheid te bieden, functioneert betrokkene momenteel stabiel en staat hij over het algemeen goed in de samenwerking. Van seksueel grensoverschrijdend gedrag is al geruime tijd geen sprake.
De reclassering is van mening dat de kans op delict gedrag laag tot matig (gemiddeld) is binnen het huidige risicomanagement en de huidige context van het verblijf bij [zorglocatie 1] . Zonder dit kader, neemt de kans op met name (niet seksueel) gewelddadig gedrag snel toe. Echter, het verblijf bij [zorglocatie 1] betreft een overbruggingsplek waardoor van optimale inbedding vooralsnog geen sprake is. Een passende vervolgplek is nog niet gevonden. De complexe problematiek en kwetsbaarheid, het recidiverisico en de stap naar een definitieve woonsetting en resocialisatie zorgen er voor dat er behoefte is aan een geleidelijke afbouw van het tbs-kader waardoor een verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar noodzakelijk wordt geacht. Verlengen met een jaar heeft geen functie en zal onrust voor de volgende zitting geven.
Vanwege de overplaatsing worden de volgende aanpassingen van de voorwaarden geadviseerd::
- Betrokkene verblijft in [zorginstelling] - [zorglocatie 2] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

In:

- Betrokkene verblijft in [zorginstelling] of een andere instelling voor bescherm wonen of
maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de
reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma
dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Vanwege nieuwe formulering adviseert de reclassering een aanpassing van de voorwaarde:
- Betrokkene gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie.

In:

- Betrokkene begeeft zich niet zonder toestemming buiten de Europese landsgrenzen van
Nederland. Betrokkene overlegt hierover vooraf met de reclassering.
Ter zitting heeft de deskundige bovenstaand advies onderschreven en daaraan
nog het volgende toegevoegd. De deskundige ziet drie mogelijkheden voor de toekomst. De eerste is dat betrokkene definitief blijft bij [zorginstelling] , de tweede is dat betrokkene een time-out krijgt als de situatie bij [zorginstelling] uit de hand loopt, en de derde is dat er een definitieve plek elders wordt gevonden voor betrokkene. [zorginstelling] is overigens een goede plek voor betrokkene waar enkel wordt gericht op risicomanagement en niet op gedragsverandering. Voor alle drie de opties is er minimaal nog twee jaar nodig. Veel geschikte plekken in Nederland vallen af door de complexe problematiek van betrokkene, dan wel omdat er een VG-indicatie nodig is, aldus de deskundige.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van de psycholoog komt naar voren dat betrokkene een thans 66-jarige man is met een verstandelijke beperking licht-matig van ernst en een zeer laag niveau van sociaal-emotioneel functioneren. Betrokkene is vanwege zijn beperkingen niet in staat om
zelfstandig te functioneren. Hij overschat zichzelf, heeft geen probleeminzicht en
beschikt niet over de benodigde vaardigheden en zelfsturing om zijn leven zelf vorm
te geven. Op basis van gestructureerde risicotaxatie-instrumenten wordt het risico op een seksueel gewelddadig delict zonder tbs-maatregel en uit zorg als matig-hoog ingeschat vanaf de korte termijn. Binnen de huidige setting is dit laag.
Voor een adequaat risicomanagement is het nodig dat betrokkene in een rustige,
kleinschalige 24-uursvoorziening verblijft met een duidelijke, voorspelbare structuur
en voldoende toezicht en controle. Betrokkene heeft zowel bij sociale, praktische als
somatische zaken ondersteuning nodig. Voor het signaleren van spanningen en
spanningsopbouw en het reguleren van zijn emoties is hij afhankelijk van begeleiding.
Het monitoren van zijn gedrag naar vrouwen is een blijvend aandachtspunt. Voor een
stabiel functioneren is het belangrijk dat hij nabijheid en waardering ervaart, maar ook
ruimte heeft voor autonomie.
Geadviseerd wordt de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te continueren, omdat betrokkene het externe risicomanagement nodig heeft om niet te recidiveren. Deze periode is nodig om een geschikte vervolgvoorziening voor betrokkene te vinden en hem geleidelijk te laten inbedden.

5.Het standpunt van de officier van justitie

Op grond van de adviezen van de deskundigen blijf de officier van justitie ter zitting bij de vordering de tbs met 2 jaar te verlengen. Daarbij vordert de officier van justitie tevens de voorwaarden zoals door de reclassering voorgesteld te wijzigen. Gelet op de problematiek van betrokkene en hetgeen nog moet gebeuren, is er geen aanleiding om de te verlengen tbs-maatregel één jaar eerder te toetsen. Naar aanleiding van de jurisprudentie van de Hoge Raad vordert de officier van justitie tevens om de voorwaarde met betrekking tot de mogelijkheid van een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum ( [kliniek] ) aan te passen door de instemming van betrokkene daaraan toe te voegen. Hiervoor wordt verwezen naar de uitspraak van het gerechtshof Arnhem van 15 december 2022.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat bij [zorginstelling] . Hij wil niet meer naar een gesloten inrichting terug. Betrokkene wil graag op zichzelf wonen.
De raadsman heeft ter zitting betoogd dat er voldaan is aan de wettelijke verlengingscriteria en dat er geen andere optie is dan de tbs-maatregel te verlengen. Volgend jaar zal niet alles in kan en kruiken zijn, maar het is goed om na één jaar weer bij elkaar te komen en te kijken hoe alles ervoor staat. Betrokkene heeft hier recht op. Een verlenging met twee jaar kan als bestraffing voelen voor betrokkene en demotiverend werken. Met de aanpassing van de voorwaarden zoals verzocht door de reclassering en de officier van justitie gaat de verdediging akkoord.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de reclassering en het rapport van de externe gedragsdeskundige, wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. Zo blijkt daaruit dat er nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van betrokkene. Zolang betrokkene onder toezicht staat en begeleiding heeft, is de kans op recidive van delictgedrag tot een aanvaardbaar risico teruggebracht, maar de kans op met name (niet seksueel) gewelddadig gedrag neemt snel toe wanneer dat niet het geval is.
Een minder ingrijpend beveiligingsalternatief is op dit moment niet aan de orde, waardoor
het beginsel van subsidiariteit met een verlenging niet wordt geschonden. Verder staat
verlenging van de maatregel in verhouding tot de aard en de ernst van het indexdelict en het gevaarsrisico, waardoor ook aan het proportionaliteitsbeginsel wordt voldaan.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de tbs van betrokkene wordt verlengd.
Vervolgens is de vraag aan de orde of de tbs met één jaar of met twee jaar moet worden verlengd.
Het is aannemelijk geworden dat de resocialisatie van betrokkene in het kader van de voorwaardelijke beëindiging meer tijd in beslag zal nemen, dan de tijd die resteert bij de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. Betrokkene kampt met complexe problematiek en kwetsbaarheid. Dat heeft geleid tot meerdere incidenten en zelfs een terugplaatsing in de kliniek. Naar aanleiding hiervan kon het verblijf bij [zorglocatie 2] niet langer worden voortgezet en is betrokkene overgeplaatst naar [zorglocatie 1] . Weliswaar wordt hier een passend risicomanagement gehanteerd en lijkt betrokkene hier goed te gedijen, toch betreft dit in beginsel een overbruggingsplek. Onderzocht wordt of betrokkene hier definitief zou kunnen blijven. Hierover bestaat nog onduidelijkheid. Een andere geschikte vervolgplek is nog niet in beeld. De deskundige gaf ter zitting aan dat een andere plek lastig te vinden is enerzijds vanwege de problematiek van betrokkene anderzijds door het ontbreken van de vereiste VG-indicatie.
Volgens de reclassering is voor het vinden van een geschikte plek en betrokkene daar vervolgens goed in te bedden nog zeker twee jaar nodig. Met dit uitgangspunt en dit perspectief in het achterhoofd is het gelet op de jurisprudentie dan ook aangewezen dat de tbs met twee jaren zal worden verlengd. De rechtbank ziet in het verzoek van de verdediging geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Naar aanleiding van de overplaatsing van betrokkene naar [zorglocatie 1] heeft de reclassering geadviseerd om twee voorwaarden aan te passen aan de huidige situatie, teneinde de reclassering in staat te stellen haar toezichthoudende taak op een goede wijze te kunnen verrichten. Nu ook de officier van justitie en de verdediging met de aanpassing hebben ingestemd, zal de rechtbank deze voorwaarden aanpassen zoals is geadviseerd.
Daarnaast heeft de officier van justitie naar aanleiding van de jurisprudentie van de Hoge Raad omtrent rechterlijke toets bij de time-out voorwaarde verzocht om aan de time-out voorwaarde de instemming van verdachte toe te voegen. Naar het oordeel van de rechtbank staat er niets aan in de weg als betrokkene zich in het kader van deze voorwaarde vrijwillig laat opnemen in de zorginstelling. Een voorwaarde van die strekking heeft immers dan niet tot doel de betrokkene tot medewerking te verplichten, maar om een grondslag te bieden voor forensische zorg. Het is wel zo dat de opname dan alleen zolang kan voortduren als betrokkene daarmee instemt. Wanneer de betrokkene de opname zelf beëindigt, is dit geen overtreding van een voorwaarde. Nu er ter zitting geen bezwaren naar voren zijn gebracht, zal de rechtbank de time-out voorwaarde aanpassen zoals verzocht door de officier van justitie. Zij zal de beslissing van 15 december 2022, (ECLI:NL:GHARL:2022:10739), volgen, in die zin dat de voorwaarde van een klinische time-outopname wordt geschrapt en wordt vervangen door een mogelijkheid tot time-out-plaatsing op vrijwillige basis.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de tbs van betrokkene wordt verlengd met twee jaar en de bijzondere voorwaarden worden aangepast zoals hieronder opgenomen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene met twee jaar.
De rechtbank wijzigt en vult aan de eerder bij de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege opgelegde voorwaarden in die zin dat de voorwaarden als volgt komen te luiden:
1. Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt
onder andere in:
* betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt
hoe vaak dat nodig is;
* betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig
identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
* betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering
kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om
betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
* betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht
herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
* betrokkene werkt mee aan huisbezoeken;
* betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
* betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering;
* betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en
instanties die contact hebben met betrokkene, als dat vaii belang is voor het toezicht.
3. Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) ( [kliniek] ) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
4. Betrokkene begeeft zich niet zonder toestemming buiten de Europese landsgrenzen van
Nederland. Betrokkene overlegt hierover vooraf met de reclassering.
5. Betrokkene laat zich, indien geïndiceerd, behandelen door een forensische
polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De
behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan
de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het
innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
6. Betrokkene verblijft in [zorginstelling] of een andere instelling voor beschermd wonen of
maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de
reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma
dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
7. Betrokkene blijft zijn medewerking verlenen aan het curatorschap en de
bewindvoering en geeft Reclassering Nederland toestemming contact te houden met
zijn curator en bewindvoerder.
8. Betrokkene zal inzicht geven in zijn sociaal netwerk en medewerking verlenen,
indien geïndiceerd door de begeleiders/behandelaars en/of reclassering, aan
relatiebegeleiding.
9. Betrokkene werkt, indien geïndiceerd, mee aan controle van het gebruik van alcohol
en drugs om eventueel middelengebruik te beheersen. De reclassering kan
urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De
reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
- draagt de reclassering op hulp en steun te verlenen bij naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. V.C.S. Jurres-Bos en is uitgesproken ter openbare zitting op 31 mei 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn niet in staat om deze beslissing mede te ondertekenen.