ECLI:NL:RBZWB:2024:3548

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
C/02/422250 / FA RK 24/2178
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 11 mei 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, een psychiater, een mentor en een verpleegkundige aanwezig. De betrokkene gaf aan dat het nog niet goed met haar ging en dat zij suïcidale neigingen had. De psychiater en de andere aanwezigen steunden het verzoek om de crisismaatregel voor een beperkte duur voort te zetten, tot 27 mei 2024.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, gezien haar psychische toestand en suïcidale gevoelens. De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, namelijk het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De machtiging geldt tot en met 26 mei 2024, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422250 / FA RK 24/2178
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] [plaats 1] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 2] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 13 mei 2024, ingekomen ter griffie op 13 mei 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 11 mei 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een uittreksel van het curatele- en bewindregister;
- een uittreksel waarbij mentorschap is ingesteld en waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 11 mei 2024;
- een episode journaal van 11 mei 2024;
- de medische verklaring van 11 mei 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 mei 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater;
- mw. [naam 2] , mentor;
- mw. [naam 3] , verpleegkundige.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het nog niet zo goed met haar gaat. Betrokkene bevestigt dat wanneer zij nu naar huis zou gaan er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Zij heeft namelijk nog steeds de neiging om haar suïcidale plannen door te zetten. Betrokkene geeft aan dat zij het belangrijk vindt om zelf de regie te hebben, maar dat het daarvoor nog te vroeg is.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht om het verzoek tot voorzetting van de crisismaatregel toe te wijzen voor een beperkte duur, namelijk tot 27 mei 2024, en met de volgende vormen van verplichte zorg: ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de psychiater toegelicht dat de opname van betrokkene goed verloopt. De dag ervoor heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de ambulant behandelaar en de regiebehandelaar van betrokkene. Hoewel het bij dit ziektebeeld belangrijk is om de verantwoordelijkheid bij betrokkene te leggen, levert dat voor nu te veel gevaar op. Daar komt bij dat betrokkene momenteel andere medicatie inneemt. Betrokkene heeft hierbij ondersteuning nodig. Daarom zijn de behandelaren van mening dat de voortzetting van de crisismaatregel voor een beperkte duur zou moeten gelden, namelijk tot 27 mei 2024. Dit zal betrokkene voldoende tijd geven om voldoende te stabiliseren en om zelf weer de regie in handen te nemen. Tot slot kan volgens de psychiater worden volstaan met de zorgmodaliteiten ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’.
3.4
De mentor en de verpleegkundige sluiten zich aan bij hetgeen door de psychiater tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes van 11 mei 2024 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 2] .
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten depressieve-stemmingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. De stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene kampt met sombere en suïcidale gevoelens. Betrokkene heeft zich recent nog suïcidaal geuit. Ook is er op dit moment nog sprake van een verhoogd risico op suïcide. Betrokkene moet hiertegen worden beschermd.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve geen sprake van een voldoende bestendige bereidheid ten aanzien van de benodigde zorg en het verblijf bij Stichting Emergis.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend. Deze machtiging zal wel, anders dan verzocht, worden verleend voor een beperkte duur, namelijk
tot en met 26 mei 2024. De rechtbank is het met de advocaat van betrokkene en de psychiater eens dat betrokkene tijd nodig heeft om te stabiliseren. Voornoemde periode geeft betrokkene daar genoeg tijd voor. Na deze periode is het vooral van belang dat de regie weer in handen komt te liggen van betrokkene.
4.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt
tot en met 26 mei 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Borm, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 30 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
!

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.