Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 11 mei 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, een psychiater, een mentor en een verpleegkundige aanwezig. De betrokkene gaf aan dat het nog niet goed met haar ging en dat zij suïcidale neigingen had. De psychiater en de andere aanwezigen steunden het verzoek om de crisismaatregel voor een beperkte duur voort te zetten, tot 27 mei 2024.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, gezien haar psychische toestand en suïcidale gevoelens. De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, namelijk het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De machtiging geldt tot en met 26 mei 2024, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.