ECLI:NL:RBZWB:2024:3547
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Borm
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1984. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder was opgelegd op 13 mei 2024, op basis van vermoedens van een psychische stoornis. Tijdens de mondelinge behandeling werd betrokkene bijgestaan door haar advocaat, en verschillende getuigen, waaronder een arts en familieleden, werden gehoord. Betrokkene gaf aan dat het goed met haar ging en dat zij bereid was om hulp te zoeken. De advocaat van betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer was. De arts en verpleegkundige gaven echter aan dat er nog steeds zorgen waren over het gedrag van betrokkene, maar de rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een acute crisissituatie. De rechtbank oordeelde dat betrokkene in staat was om bij haar familie te verblijven en dat zij bereid was om hulp te zoeken. Daarom werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat niet voldaan was aan de wettelijke criteria voor een machtiging. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Borm en is op 30 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt.