In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser, een particulier, dat gedaagde, een aannemingsbedrijf, wordt veroordeeld tot herstelwerkzaamheden aan een aanbouw die door gedaagde is gebouwd. De zaak betreft een geschil over de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden en de constructieve veiligheid van de aanbouw. Eiser heeft een overeenkomst van aanneming van werk gesloten met gedaagde voor de bouw van een aanbouw met een aanneemsom van € 85.038,00. Eiser heeft twijfels over de constructieve veiligheid van de aanbouw en heeft een vastgoedtaxateur ingeschakeld om onderzoek te doen. Het deskundigenrapport concludeert dat de aanbouw niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk, met name vanwege vochtproblemen en constructieve tekortkomingen. Eiser vordert onder andere herstel van de aanbouw, betaling van een bedrag van € 5.975,80 en het aanbrengen van dakisolatie van 14 centimeter. Gedaagde betwist de vorderingen en stelt dat de constructie juist stevig is en dat de vochtplek een oude plek betreft. De rechtbank heeft besloten om een deskundige te benoemen om de constructieve veiligheid van de aanbouw te onderzoeken en heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de deskundige en de vragen die aan deze deskundige moeten worden voorgelegd. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling.