ECLI:NL:RBZWB:2024:3520
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring van vakantiegeldreservering voor aflossing van schuld
In deze zaak hebben eisers bezwaar gemaakt tegen een besluit van Baanbrekers, waarin werd medegedeeld dat hun vakantiegeld in juni 2024 zou worden aangewend voor de aflossing van een openstaande bedrijfslening. Baanbrekers verklaarde het bezwaar van eisers kennelijk niet-ontvankelijk, wat hen ertoe bracht beroep in te stellen bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 22 mei 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de brief van 2 mei 2023 van Baanbrekers wel degelijk als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt, omdat deze een rechtsgevolg heeft. De rechtbank stelde vast dat eisers recht hadden op een inhoudelijke behandeling van hun bezwaren. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg Baanbrekers op om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Tevens werd Baanbrekers opgedragen het griffierecht van € 50,- aan eisers te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.