Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 juni 2023 brand heeft gesticht in een zorginstelling. De verdachte, geboren in 1965 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught, werd bijgestaan door raadsman mr. R. Wouters. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 december 2023, waarbij de officier van justitie, mr. P. Kuipers, de verdenking van brandstichting naar voren bracht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht, wat leidde tot gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor aanwezige personen. De rechtbank achtte de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar, gezien zijn lichte verstandelijke beperking en psychische stoornissen, en legde een gevangenisstraf van acht maanden op, met aftrek van voorarrest, en de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met verpleging van overheidswege. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en het hoge recidiverisico, en concludeerde dat de verdachte langdurige behandeling nodig heeft om de kans op herhaling te verkleinen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 37a, 37b en 157 van het Wetboek van Strafrecht.