9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 30 (dertig) uren voorwaardelijk met een proeftijd van 1 (een) jaar;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
15 (vijftien) dagen;
- bepaalt dat deze taakstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte meewerkt aan het behouden van een zinvolle dagbesteding (scholing en/of werk) en een zinvolle vrije tijdsbesteding;
* dat verdachte meewerkt aan de uitvoering van noodzakelijk geachte hulpverlening met daarin aandacht voor traumaverwerking;
* dat verdachte meewerkt aan hulpverlening gericht op het verminderen van haar alcohol- en drugsgebruik en zo nodig meewerkt aan de afname van controles indien en zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
-
voorwaarden daarbijzijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, de medewerking van huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van € 200,= ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 1] , € 200,= te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] van € 392,66, waarvan € 92,66 aan materiële schade en € 300,= aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 2] , € 392,66 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 3] van € 300,=, ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 3] , € 300,= te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 maart 2022 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 0 dagen gijzeling kan worden toegepast;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. Zuijdweg, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, rechter, en mr. P.W.G. de Beer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van der Welle, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 mei 2024.