ECLI:NL:RBZWB:2024:3446

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
02/800672-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar en aanpassing van voorwaarden

Op 28 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een 48-jarige man, die lijdt aan een autismespectrumstoornis, schizofreniespectrumstoornis en een lichte verstandelijke beperking. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen, na een zorgvuldige afweging van de adviezen van deskundigen en de reclassering. De tbs-maatregel is oorspronkelijk opgelegd na een poging tot doodslag en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank constateert dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is, vooral gezien de psychische kwetsbaarheid van betrokkene en het ontbreken van een geschikte vervolgplek in de regio van herkomst. De reclassering heeft aangegeven dat er geen passende vervolgplek beschikbaar is en dat de huidige setting bij Trajectum noodzakelijk is voor de stabiliteit van betrokkene. De rechtbank heeft ook het standpunt van de verdediging gehoord, die pleitte voor een kortere verlenging van de tbs, maar oordeelde dat een verlenging van twee jaar noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank benadrukt dat de verlenging van de tbs in verhouding staat tot de ernst van de problematiek van betrokkene en het risico op recidive. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800672-12
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 28 mei 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats]
verblijvende te [adres] (Trajectum)

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende relevante stukken:
  • de vordering van de officier van justitie ingekomen op 29 maart 2024;
  • de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene in de vorm van voortgangsverslagen van de reclassering (GGZ Tactus Verslavingszorg);
  • het rapport van psychiater [naam 1] van 15 februari 2024;
  • het verlengingsadvies van de reclassering (GGZ Tactus Verslavingszorg) van 21 februari 2024.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te Den Bosch van 30 april 2014 is betrokkene, wegens een
poging tot doodslag ontslagen van alle rechtsvervolging en is aan hem de maatregel van tbs
met verpleging van overheidswege opgelegd.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 15 mei 2014 aangevangen. Bij beslissing van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2022 is de tbs voor het laatst verlengd voor een termijn van twee jaar en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd onder diverse voorwaarden.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 14 mei 2024 is de officier van justitie, mr. K.M. Simpelaar gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door raadsman mr. P. van de Kerkhof, advocaat te Tilburg.
Voorts is de deskundige de heer [naam 2] , reclasseringswerker van GGZ Tactus Verslavingszorg, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

In het advies van de reclassering komt naar voren dat betrokkene een inmiddels 48-jarige man is, die gediagnosticeerd is met een autismespectrumstoornis, schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis en een licht verstandelijke beperking. Sinds 7 oktober 2021 verblijft betrokkene bij de [locatie] van Trajectum, hetgeen een 24-uurs woonsetting betreft in [plaats 1] . Daarnaast heeft betrokkene dagbesteding op het terrein van GGNet te [plaats 2] . Betrokkene laat een stabiel beeld zien in de huidige setting, waarbij
hij ingesteld is op een antipsychoticum.
Er is onderzoek gedaan naar een mogelijke vervolgplek in de regio van herkomst. Er zijn meerdere aanmeldingen gedaan bij diverse vervolginstellingen, echter vanwege uiteenlopende redenen, waaronder de zorgzwaarte vanuit zijn problematiek, is betrokkene afgewezen voor plaatsing en is geen passende vervolgplek gevonden. Gezien de inzet vanuit de reclassering van de afgelopen periode en betrokkene zijn wens om niet te worden aangemeld bij een instelling met een langere wachttijd, kan worden geconcludeerd dat alle mogelijkheden in de regio van herkomst zijn onderzocht. Ondanks het feit dat tot op heden alle mogelijkheden onderzocht zijn, zal er blijvend aandacht zijn voor eventuele nieuwe mogelijkheden binnen de VG-sector, die aan de wensen van betrokkene voldoen.
Het recidiverisico vloeit voort uit betrokkenes psychotische kwetsbaarheid in combinatie met zijn verstandelijke beperking. Eventuele overvraging draagt in belangrijke mate bij aan het voortbestaan van het recidiverisico en het ontwikkelen van een eventuele psychose. Betrokkenes functioneren is contextafhankelijk, die wordt vormgegeven door de begeleiding vanuit Trajectum en de externe gewetensfunctie vanuit Tactus Reclassering. Mocht de beschermende context verdwijnen, dan zal het recidiverisico oplopen. Betrokkene heeft geen probleembesef met als gevolg geen intrinsieke motivatie voor zijn antipsychoticum en het ontbreken van structuur en regelmaat zal hem verder uit evenwicht brengen wat tot ontregeling zal leiden. Een extern dwingend kader met forensische scherpte is noodzakelijk om betrokkene stabiel te laten functioneren. Stapsgewijs zal moeten blijken in welke mate betrokkene belastbaar is in het zelfstandig functioneren. De reclassering adviseert om de tbs te verlengen met twee jaar.
Ter terechtzitting heeft de deskundige dit advies onderschreven en daaraan nog het volgende toegevoegd. Op korte termijn is er geen perspectief voor een vervolgplek in de regio van herkomst. Daarbij komt dat niet alleen het vinden van een vervolgplek die aan de indicatie en de eisen van betrokkene voldoet nog de nodige tijd zal vergen, maar ook het resocialisatietraject zelf op het moment dat er een geschikte woonplek gevonden is. Het is namelijk van belang dat de wijziging van woonplek stapsgewijs verloopt waarbij moet worden gekeken of betrokkene stabiel weet te blijven als zijn vaste begeleiding wegvalt (een stabilisatieperiode). De komende twee jaar wilt de reclassering gaan kijken wat de belastbaarheid van betrokkene is en of er enige vorm van zelfredzaamheid is bij betrokkene. Dit moet stapsgewijs gebeuren en zal niet binnen één jaar haalbaar zijn. Hierna moet worden beoordeeld of de reclassering uiteindelijk terug kan treden en of Trajectum het kan overnemen, zodat de tbs-maatregel mogelijk niet meer nodig is. Op het moment dat de tbs-maatregel komt te vervallen, kan er een WZ-indicatie worden aangevraagd en zijn er meer plaatsingsmogelijkheden voor betrokkene.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van de psychiater komt naar voren dat betrokkene lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, te beschrijven als een lichte verstandelijke beperking. Verder bestaan er bij betrokkene een tweetal ziekelijke stoornissen van de geestvermogens, te omschrijven als (1) autismespectrumstoornis en (2) psychotische stoornis.
De belangrijkste externe beschermende factoren zijn het type setting waar hij verblijft (een gestructureerde professionele setting met 24-uurs zorg), de structuur die betrokkene wordt aangeboden en de medicatie - vanwege de psychose- en agressieremmende werking daarvan. Betrokkene werkt binnen de huidige context aan al deze aspecten van het externe risicomanagement mee - zij het vanwege het kader van de tbs-maatregel -, waardoor de inschatting is, dat het risico op gewelddadig gedrag in de huidige setting, die als adequaat is gebleken, laag is. Als het tbs-kader nu zou komen te vervallen, dan zou het risico op gewelddadig gedrag oplopen. Betrokkene heeft weinig zicht op zijn probleemgedrag en het ontbreekt hem aan probleeminzicht. Om het recidiverisico laag te houden is het nodig dat de huidige vorm van behandeling, begeleiding, het hanteren van het signaleringsplan en medicatie worden voortgezet. Op grond van de ernst van betrokkenes problematiek zullen toezicht en controle blijvend van belang zijn. Het risicomanagement bestaat voornamelijk uit het bieden van een op maat gesneden beschermende omgeving en externe structuur. De psychiater adviseert de tbs, waarvan het bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, met twee jaar te verlengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is op grond van de adviezen van de deskundigen ter zitting bij de vordering tot verlenging van de tbs met voorwaarden gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij het fijn heeft bij Trajectum en in het werk wat hij doet bij de zorgboerderij. De enige wens die hij heeft, is dat hij dichter bij zijn ouders kan gaan wonen in een setting waarin hij nog steeds 24 uur begeleiding krijgt.
De raadsman heeft betoogd dat het al jarenlang goed gaat met betrokkene in de huidige setting bij Trajectum. Nu aan de formele criteria voor een verlenging van de tbs-maatregel is voldaan, dient de tbs-maatregel begrijpelijkerwijs te worden verlengd. Wel wordt verzocht om de tbs met één jaar in plaats van met twee jaar te verlengen. Dit om een vinger aan de pols te houden bij het vinden van een geschikte vervolgplek en om te kijken of betrokkene mogelijk bij Trajectum kan blijven na beëindiging van de -maatregel . Het is zinvol om dit niet pas over twee jaar te toetsen, maar over één jaar. Ook omdat er mogelijk eerder dan over twee jaar een geschikte vervolgplek vrij komt.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het verlengingsadvies van de reclassering en het rapport van de externe gedragsdeskundige, wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. Bovendien is het recidiverisico hoog als de zorg, toezicht en begeleiding door de tbs-instelling zouden wegvallen.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de tbs van betrokkene wordt verlengd.
De vraag is vervolgens of de tbs met één of twee jaar moet worden verlengd. De rechtbank begrijpt uit de stukken en wat er ter zitting is besproken, dat de tbs in de toekomst enkel kan worden beëindigd als de belastbaarheid van betrokkene toeneemt. Om die reden dient de belastbaarheid van betrokkene de komende periode te worden onderzocht. Gebleken is dat hiervoor minimaal twee jaar nodig is, omdat dit vanwege de problematiek van betrokkene stapsgewijs dient te verlopen. In het verweer van de verdediging ziet de rechtbank evenmin aanleiding om de tbs slechts met één jaar te verlengen. Gebleken is namelijk dat de reclassering in deze zaak zeer betrokken is en veel moeite heeft gedaan om voor betrokkene een geschikte vervolgplek te vinden en dat in de toekomst ook zal blijven doen. De noodzaak om vinger aan de pols te houden is er volgens de rechtbank dan ook niet. Ook heeft de deskundige tijdens de zitting verklaard dat het voor de inspanningen van de reclassering naar het zoeken voor een geschikte vervolgplek geen verschil maakt of de tbs met één of twee jaar wordt verlengd.
Een minder ingrijpend beveiligingsalternatief is op dit moment niet aan de orde waardoor
het beginsel van subsidiariteit met een verlenging met twee jaar niet wordt geschonden. Verder staatverlenging van de maatregel in verhouding tot de aard en de ernst van het indexdelict en het gevaarsrisico, waardoor ook aan het proportionaliteitsbeginsel wordt voldaan.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tbs van betrokkene met twee jaar moet worden verlengd.

8.De beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengt de termijn van de terbeschikkingstellingmet voorwaarden en de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging
met 2 jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.H.W.M. Sterk, voorzitter, mr. P.A.M. Wijffels en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. V.C.S. Jurres-Bos en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 mei 2024.