ECLI:NL:RBZWB:2024:3402

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
10894148 _ MB VERZ 24-46
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op de N65 Bosscheweg te Berkel-Enschot op 10 juli 2019. De betrokkene stelde dat zij niet degene was die de overtreding had begaan, omdat de auto al sinds eind 2017 niet meer in haar eigendom was. De betrokkene had bewijsstukken van de (ver)koopovereenkomsten overgelegd en verzocht om rekening te houden met de trage verwerking van deze overeenkomsten in Polen.

De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. C.M. Oostdam, verklaarde het beroep ongegrond, maar vroeg de kantonrechter om de boete te matigen. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, gezien de bijzondere omstandigheden, waaronder de eigendomsoverdracht van het voertuig, besloot de kantonrechter de boete te matigen tot nihil. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het bedrag dat de betrokkene te veel had betaald, moest door de officier van justitie worden terugbetaald.

De uitspraak werd gedaan door kantonrechter mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier K. Verdult. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10894148 \ MB VERZ 24-46
CJIB-nummer: 3062 5422 2747 9729
uitspraakdatum: 23 april 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 april 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom met 6 kilometer per uur op 10 juli 2019 op de N65 Bosscheweg te Berkel-Enschot.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat zij niet degene is die de overtreding heeft begaan. De auto stond nog op naam van betrokkene, maar was al sinds eind 2017 niet meer in haar eigendom. Begin 2018 heeft de nieuwe eigenaar het voertuig doorverkocht aan iemand anders. Deze (ver)koopovereenkomsten heeft zij bijgevoegd en daarbij opgemerkt dat de verwerking van deze overeenkomsten in het systeem anders en veel trager werkt in Polen. Zij verzoekt hiermee rekening te houden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. In Nederland geldt in beginsel een kentekenhouderaansprakelijkheid, waardoor betrokkene aansprakelijk is voor de overtredingen gepleegd met het voertuig dat op haar naam staat. De beschikking is dan ook terecht opgelegd. Gelet op de bijzondere omstandigheden ziet de zittingsvertegenwoordiger aanleiding om de beschikking te matigen tot nihil.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist dit ook niet. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Betrokkene heeft door middel van twee (ver)koopovereenkomsten voldoende aannemelijk gemaakt dat zij ten tijde van de overtreding niet meer in het bezit was van het voertuig en dat buiten haar schuld om de verwerking van de eigendomsoverdracht lange tijd in beslag neemt. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 46,00 dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: