ECLI:NL:RBZWB:2024:3308
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van transitievergoeding, vakantietoeslag en vakantiedagen met matiging van wettelijke verhoging
In deze zaak heeft verzoekster, die sinds 1 juli 2016 in dienst was bij verweerster als bedrijfsleider, verzocht om veroordeling van verweerster tot betaling van een transitievergoeding, vakantietoeslag en een bedrag voor niet genoten vakantiedagen. Verzoekster heeft zich op 17 april 2023 ziekgemeld en ontvangt sindsdien een ziektewetuitkering van het UWV. Op 5 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden in een kort geding, waarin verweerster werd veroordeeld tot betaling van loon en vakantiegeld. Verweerster heeft op 6 oktober 2023 een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV, welke op 7 november 2023 is goedgekeurd. De arbeidsovereenkomst is opgezegd per 5 december 2023.
Tijdens de procedure heeft verzoekster haar verzoek gewijzigd en verzocht om betaling van € 5.610,85 aan transitievergoeding, € 1.007,22 aan vakantietoeslag en € 1.100,74 voor opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen. Verweerster heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de transitievergoeding en vakantietoeslag, waardoor deze bedragen zijn toegewezen. Voor de vakantiedagen heeft verweerster wel verweer gevoerd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat verzoekster recht heeft op de gevraagde vergoeding.
De kantonrechter heeft de wettelijke verhoging over de vakantiedagen en vakantietoeslag gematigd tot 15%, omdat er geen betalingsonwil aan de zijde van verweerster is aangetoond. Verweerster is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is gegeven door mr. Zander en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.